Advertentie

Flexplannen kosten gemeenten meer tijd dan gedacht

Het inzetten van een bestemmingsplan verbrede reikwijdte kost gemeenten meer tijd dan gedacht. Van de 88 gemeenten die er onder de Crisis- en Herstelwet mee experimenteren, lopen er 71 – ruim driekwart - naar eigen zeggen achter op de planning.

10 april 2021
ruimte---woningbouw-web.jpg

Het inzetten van een bestemmingsplan verbrede reikwijdte kost gemeenten meer tijd dan gedacht. Van de 88 gemeenten die er onder de Crisis- en Herstelwet mee experimenteren, lopen er 71 – ruim driekwart - naar eigen zeggen achter op de planning.

Oefenen

Dat blijkt uit de ‘Voortgangsrapportage Crisis- en Herstelwet’, die door demissionair minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) naar de Eerste en Tweede Kamer is gestuurd. De in maart 2010 ingevoerde wet geeft gemeenten de gelegenheid alvast te oefenen met het flexibeler ruimtelijke instrumentarium van de Omgevingswet. 

Complexiteit
Als veruit belangrijkste oorzaak voor de vertraging wijzen gemeenten op de complexiteit van de opgave. Ze vinden het bij een omgevingsplan met verbrede reikwijdte lastig om uitgangspunten te formuleren. Ook schort het aan eenduidige uitleg van de milieuregelgeving. Daarnaast werd de uitvoering hier en daar door de aanvullende eisen van de energietransitie ingehaald. Verder wijst bijna de helft van de gemeenten op het leertraject dat de wet beoogt, waardoor relatief veel tijd aan onderzoek en participatie opging. De coronacrisis hielp niet mee.

Bredere regels
De meeste gemeenten passen het bestemmingsplan verbrede reikwijdte toe om de eigen regels te verbreden van een ‘goede ruimtelijke ordening’ naar een ‘veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit’. Ook grijpen ze het aan om de looptijd van het plan van tien naar twintig jaar te verlengen en om te werken met beleidsregels waarin al een open norm in het plan is gekoppeld aan gemeentelijke beleidsregels


Totale gemeente

Een aanvullende groep van 36 gemeenten paste de verbrede reikwijdte toe op het hele gemeentelijk grondgebied. Vijf van die experimenten werden inmiddels stop gezet en acht zijn er pas net gestart. Ruwweg een derde van de gemeenten loopt hierbij op schema, twee derde raakte gaandeweg achterop. De oorzaken van de vertraging zijn vergelijkbaar met die van gemeenten met een bestemmingsplan verbrede reikwijdte.  

Meer dan de helft
Inmiddels doet meer dan de helft van de gemeenten (181) ervaring op met het instrumentarium van de Crisis- en Herstelwet. Daarbij zijn gemeenten in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant oververtegenwoordigd. Het bestemmingsplan verbrede reikwijdte is het populairst. Ook zijn er al gemeenten die de toepassen voor de ontwikkelingsgebieden en duurzame innovatieve experimenten. Een in 2019 doorgevoerde wijziging in de wet om via een aangepast projectuitvoeringsbesluit de woningbouw te versnellen, kreeg nog geen vervolg: geen enkele gemeente meldde zich er sindsdien voor aan.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens
Citaat: ' Verder wijst bijna de helft van de gemeenten op het leertraject dat de wet beoogt,.....'.



Alle belangrijke veranderingen duren lang, maar zijn voor de toekomst van de organisatie van essentieel belang. In het bedrijfsleven is het de normaalste gang van zaken dat zeer ervaren projectteams direct onder de raad van bestuur daar mee aan de slag gaan.



Dat helpt enorm om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Afdelingen en managers die hun eigen belangen belangrijker vinden, weten dat dat hen niet in dank wordt afgenomen.



Leertrajecten gaan ook over organisatieopbouw. Alle transitiedossiers, alle grootschalige infrastructuur projecten laten zien dat de tijd die het kost om een eigen organisatie in te richten, om kritische deskundigheden op tijd aan tafel te krijgen, lang duurt en altijd voor vertraging zorgt.



Desondanks leren landelijke en lokale bestuurders daar niets van. Zij denken te drukken of te draaien aan een knopje, en verwachten dan binnen 12 maanden een evaluatie. Dat is de grootste faalfactor van grootschalige overheidsprojecten.
Advertentie