Advertentie

CDA heeft ’t meeste te verliezen

Het CDA als bestuurderspartij pur sang heeft het meeste te verliezen bij de Statenverkiezingen op 2 maart.

11 februari 2011

Het laatste bolwerk van het CDA als bestuurderspartij, het bestuur van de provincies, staat op barsten. De christendemocraten staan in de opiniepeilingen al geruime tijd op flink verlies; omgerekend naar Kamerzetels zou het CDA 16 zetels halen als er nu Kamerverkiezingen gehouden zouden worden en zou de partij in een nek-aan-nek-race met de SP verwikkeld zijn om de positie als vierde partij van het land. Het CDA ging vorig jaar de Kamerverkiezingen in als grootste partij van het land, maar zakte terug naar de positie van vierde partij met een historisch dieptepunt van 21 Kamerzetels.

 

Na een door interim CDA-leider Maxime Verhagen afgedwongen formatie van een door de PVV gedoogd minderheidskabinet - met evenveel ministers voor het CDA als voor de VVD - is er van herstel in de kiezersgunst nog geen sprake. Eind jaren negentig, op het hoogtepunt van zijn politieke en bestuurlijke macht onder leiding van toenmalig premier Ruud Lubbers, scoorde het CDA 54 Kamerzetels. Het verleidde toenmalig CDA-kamerlid Joost van Ierssel tot de uitspraak: ‘We rule this country.’

 

In de provincie heeft Van Ierssel nog steeds het gelijk aan zijn zijde. Het CDA maakt daar - met de PvdA en de VVD - al decennia de dienst uit. Bij de Statenverkiezingen verdedigt het CDA een positie in het college van Gedeputeerde Staten in elf van de twaalf provincies. Alleen in Drenthe zit het CDA in de oppositie. De sleutelprovincies voor het CDA zijn Overijssel (de enige provincie waar het CDA bij de Kamerverkiezingen de grootste partij werd), Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. In elk van deze vier provincies heeft het CDA drie gedeputeerden te verdedigen: Theo Rietkerk, Piet Janssen en Gert Ranter (Overijssel), Hans Esmeijer, Marijke van Haaren en Theo Peters (Gelderland), Ruud van Heugten, Brigite van Haaften en Thoon Essed (Noord-Brabant) en Ger Driessen, Jos Hessels en Noel Lebens (Limburg).

 

 

 

Het waren CDA-gedeputeerden van buiten de Randstad die onder leiding van Theo Rietkerk afgelopen zomer toen de formatie van een kabinet met VVD en PVV stokte de CDA-top opriepen om alsnog te kiezen voor regeringsmacht. De motivatie: het CDA moest laten zien bestuursverantwoordelijkheid te nemen want daarmee zou het CDA in de provincie zijn voordeel kunnen doen bij de Statenverkiezingen.

 

De PvdA was na de Statenverkiezingen en de collegevorming van vier jaar geleden aanvankelijk, evenals het CDA, ook in elf colleges van GS vertegenwoordigd. Na de bestuurscrisis in Utrecht in 2008 werd de samenwerking van CDA, VVD en PvdA voor het eerst in dertig jaar opgebroken en verdween de PvdA in de oppositie. Sindsdien zit de PvdA in tien van de twaalf besturen.

 

 

De VVD zit in zeven provinciebesturen, net als de ChristenUnie. Voor de VVD gloort er - afgemeten aan de opiniepeilingen die er gunstig uitzien voor de liberale regeringspartij - de mogelijkheid om de vertrouwde provinciale bestuursmacht te herwinnen: in de periode 2003-2007 zat de VVD in elf van de twaalf provinciebesturen. Vier jaar gelegen werden de liberalen als gevolg van een slechte verkiezingsuitslag in vier provincies naar de oppositie verbannen. De partij van premier Mark Rutte probeert dat verlies goed te maken. In Limburg gebeurt dat onder leiding van Mark Verheijen. Deze wethouder van Venlo en interim-partijvoorzitter van de VVD strijdt met de PVV van Geert Wilders - die Limburg als zijn thuisland kwalificeerde nadat de partij bij de Kamerverkiezingen de grootste werd in de zuidelijke provincie - om de traditionele positie van het CDA als grootste en machtigste partij te breken.

 

Afgemeten aan het aantal gedeputeerden heeft het CDA van de drie bestuurderspartijen ook het meeste te verliezen. De christendemocraten hebben ruim een derde deel van de gedeputeerdenposten in handen: 24 van de 69. De PvdA heeft er 21 en de VVD heeft dertien gedeputeerden. Bij de huidige opiniepeilingen gaat de VVD haar aandeel vergroten en dreigt er voor zowel het CDA als de PvdA fors verlies aan provinciale bestuursmacht.

 

 

Wethouders

 

Uit vergelijkend onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat de macht van het CDA in het lokale bestuur aanzienlijk kleiner is dan in het provinciaal bestuur. Het CDA is net als in de provincies de partij die in de meeste bestuurscolleges is vertegenwoordigd. Het CDA zit in 261 van de 418 gemeenten op het lokale pluche. Anders dan in de provincie heeft de partij in het gemeentebestuur niet de meeste bestuurders. Het CDA telt 310 wethouders, iets meer dan een vijfde deel van alle wethouders. De lokale partijen zijn koploper met 329 wethouders die deel uit maken van 240 colleges van burgemeester en wethouders. De VVD heeft 287 wethouders in 242 gemeenten en de PvdA heeft 232 wethouders in 185 gemeenten. 

Lees ook het artikel Ex-gedeputeerde gewilde bestuurder

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie