Advertentie

‘Ga op zoek naar de stem van de niet-stemmer’

Dat de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen het laagst is in de armste stad van Nederland, is geen goed teken voor de democratie.

17 maart 2022
Demonstranten op de Erasmusbrug in Rotterdam
Demonstranten op de Erasmusbrug in RotterdamShutterstock

De lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen betekent dat bestuurders en volksvertegenwoordigers de komende vier jaar hun best zullen moeten doen om de niet-stemmers toch te betrekken in de gemeentepolitiek, vindt Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden. 'Dit raakt fundamenteel aan het representatieve karakter van de gemeenteraad.'

Griffier

Waternet
Griffier

Adviseur Opgaven & Ontwikkeling

Omgevingsdienst IJsselland
Adviseur Opgaven & Ontwikkeling

Versplintering

De gemeenteraadsverkiezingen van 2022 kenmerkten zich door winst voor lokale partijen, verdere versplintering van het politieke landschap en een historisch lage opkomst. Hoe komt dat? En wat betekent dat voor de manier waarop gemeentebesturen de komende vier jaar te werk gaan?

Wisselende meerderheden

Gemeenteraden en colleges zullen in ieder geval de komende jaren hun best moeten doen om ook de belangen van de niet-stemmers te vertegenwoordigen, zegt hoogleraar Geerten Boogaard. En de versplintering in de raad betekent dat het moeilijker wordt om coalities te vormen. Mogelijk leidt dat ertoe dat meer colleges zullen gaan werken met procesafspraken en wisselende meerderheden. Dat kan een werkbare manier zijn om te voorkomen dat versplintering verzandt in polarisatie, denkt Boogaard.

Geen keuze

Het valt Boogaard op dat veel kiezers niet kwamen opdagen omdat ze niet wisten op welke partij ze wilden stemmen. Uit onderzoek van Ipsos blijkt inderdaad dat 32 procent van de niet-stemmers aangaf dat ze geen keuze konden maken. Vier jaar geleden was dat slechts 15 procent. Boogaard: 'Dat vind ik een interessant verschijnsel. Dat betekent dat het minder goed is gelukt om de keuze aan de kiezer voor te leggen.'

'De kosmopolieten gaan er met de winst vandoor.'

Hoe zou het komen dat kiezers het moeilijker vinden om een keuze te maken? Heeft dat ook te maken met de versplintering; hoe meer partijen, hoe moeilijker de keuze?

'Dat kan er zeker aan bijdragen. Partijen aan de flanken kunnen ervoor zorgen dat gevestigde partijen meer naar elkaar toe moeten trekken, waardoor de middenpartijen zich minder goed van elkaar kunnen onderscheiden. Dat maakt de keuze voor de kiezer ook moeilijker. De uitslag in Barendrecht, waar Echt voor Barendrecht de vorige periode nog buiten de coalitie werd gehouden, maar nu een meerderheid heeft, zou een indicatie kunnen zijn voor dat vermoeden. Aan de andere kant kunnen partijen aan de randen er ook voor zorgen dat de partijen in het midden zich juist wél moeten onderscheiden, omdat ze anders hun kiezers aan de flanken kwijtraken.'

Wat betekent de lage opkomst voor de representativiteit van de gemeenteraad?

'Decisions are made by those who show up. Ik vind het zorgwekkend dat de opkomst het laagst is in de armste stad van Nederland – Rotterdam. Het lijkt erop dat het de meest kwetsbare mensen zijn, de mensen die het meest afhankelijk zijn van de overheid – denk aan de toeslagenouders – die niet zijn gaan stemmen. De kosmopolieten gaan er nu met de winst vandoor. Dat gaat beleid opleveren van én voor de mensen die zijn gaan stemmen. Het risico op diplomademocratie is groter geworden. We moeten opletten dat de kloof tussen de kosmopolieten en afgehaakt Nederland niet te groot wordt.'

'Onderzoek zal nog moeten uitwijzen wie de niet-stemmers precies zijn. Maar vaak is de opkomst lager in kwetsbare wijken. Dat raakt fundamenteel aan het representatieve karakter van de gemeenteraad. Dat betekent dat raadsleden en colleges de komende tijd constant actief moeten gaan zoeken naar de stem van de niet-stemmers. Je kunt zeggen: je bent niet gaan stemmen, eigen schuld. Dus we donderen die windmolens bij jou in de achtertuin zodat wij weer lekker kunnen vliegen. Maar als de reden voor het niet-stemmen een vertrouwensbreuk is tussen inwoners en de politiek, dan is dat een schaduw die over de komende vier jaar heen hangt.'

Is het niet ironisch dat er steeds minder mensen gaan stemmen voor de gemeenteraad terwijl gemeenten juist steeds meer betekenen in de levens van hun inwoners?

'Ja, dat is het ook. En de gemeente betekent ook juist veel voor de mensen die niet zijn gaan stemmen, want dat zijn de inwoners die het meest afhankelijk zijn van de overheid. Het zijn hún boodschappen die gekort worden op de bijstand.'

'Een belangrijke factor in het succes van de lokale partijen is de politieke stijl.'

Kan het zo zijn dat de belangrijkste onderwerpen in de verkiezingscampagnes de kiezers te weinig aanspraken?

'Als de thema's in de lokale campagne niet aansluiten op de behoeften van de kiezer, dan is dat niet opkomstbevorderend. Vier jaar geleden was bijvoorbeeld de zorg een belangrijk thema, maar partijen vonden het moeilijk om daar politiek van te maken. Dat lijkt dit keer minder het geval. Nu is wonen het grootste thema. Daar kunnen partijen juist vrij makkelijk politiek van maken. Waar ga je bouwen, en voor wie? Dat zijn bij uitstek lokale kwesties.'

Hoe kunnen we de winst van de lokale partijen duiden?

'Een belangrijke factor in het succes van de lokale partijen is de politieke stijl. Het meest extreme voorbeeld is de ombudspolitiek van Richard de Mos. De wijken waar we het net over hadden – waar de niet-stemmers wonen, die de overheid het hardst nodig hebben maar er niet zo gek veel van verwachten – juist in die wijken komt Richard de Mos. Dat kun je cliëntelisme noemen, ja, dat is de doorgeschoten versie ervan. Maar dit is ook waar de politiek voor op aarde is.'

Wat betekent de versplintering in de gemeenteraden voor het vormen van coalities?

'Als je versplintering opvangt langs de gebruikelijke weg, dan moet je met meer partijen gaan formeren. Dan neemt de omvang van het college toe en krijg je allemaal splinterwethouders. Dat is wat er tot nu toe meestal gebeurt. Daar zit natuurlijk een grens aan. Een andere optie is een minderheidscollege, maar dat is heel lastig.'

'Ik denk dat het verstandiger is om bij grote versplintering te werken met wisselende meerderheden, waarbij je procesafspraken maakt. Zo zorg je ervoor dat er voor alle partijen wat te halen valt. Ook partijen die geen wethouder leveren, kunnen invloed uitoefenen. Dat zorgt er ook voor dat partijen zich constructiever opstellen: als er voor iedereen wat te halen valt, dan let je meer op je woorden, voel je je meer betrokken. Die vorm is wel moeilijker en tijdrovender dan een gebruikelijke coalitie. Je moet er goede afspraken over maken en er voortdurend tijd aan besteden. De afgelopen jaren zie je al een toename van het aantal colleges dat werkt met procesafspraken, hoewel het nog een relatief klein fenomeen blijft. Maar het is wel waarschijnlijk dat het blijft toenemen.'

Nog een laatste hypothese. Gemeenten hebben de afgelopen jaren vaak aangegeven dat ze te weinig te zeggen hebben over de taken die ze uitvoeren, omdat ze te weinig geld of beleidsruimte krijgen van het rijk. Kan het zo zijn dat kiezers daardoor het signaal hebben gekregen dat gemeenten steeds minder te zeggen hebben, en daarom het nut van stemmen niet meer inzien?

'Zo had ik er nog niet over nagedacht. Interessante hypothese. Dat gemeenten zoveel machteloosheid hebben gecommuniceerd dat de kiezer denkt: het maakt toch niet uit. Of dat inderdaad zo is, zal moeten blijken uit onderzoek naar de motivatie van de niet-stemmers.'

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie