Advertentie

Groei én krimp van maatschappelijke organisaties

Natuur- en milieuorganisaties hebben hun aanhang in 25 jaar tijd met 444 procent zien toenemen. Vrouwenorganisaties, politieke partijen en kerken hebben in die periode de helft tot bijna een derde van hun leden verloren. Nog altijd is meer dan de helft van de Nederlandse bevolking aangesloten bij een maatschappelijke organisatie.

03 september 2008

Ruim vijftig procent van de volwassen Nederlandse bevolking is aangesloten bij een maatschappelijke organisatie en één op de vijf Nederlanders bij meer dan een. Het aantal Nederlanders dat lid is van een maatschappelijke organisatie is tussen 1980 en 2006 sterk gegroeid, maar neemt sinds 2000 licht af. In sommige sectoren vindt nog steeds grote groei plaats, andere krimpen al tijden.

 

50 Miljoen leden
Dit blijkt uit het onderzoek Maatschappelijke organisaties in beeld van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat de fluctuaties in aantallen leden en donateurs van meer dan 130 maatschappelijke organisaties met 50.000 of meer leden/donateurs in 2006 in kaart heeft gebracht. Tezamen hebben zij 50 miljoen leden/donateurs, een groei van 14 miljoen ten opzichte van 1980. De groei deed zich vooral voor tussen 1980 en 2000 en is deels veroorzaakt door de groei van de bevolking en de vergrijzing.

 

Vrijwilligerswerk
In een kwart eeuw halveerde het ledenbestand van de politieke partijen en kampten ook vrouwenorganisaties (-57 procent) en kerken (-29 procent) met fors ledenverlies. Uitzonderingen op deze regel zijn GroenLinks (+84 procent), de Socialistische Partij (+129 procent) en evangelische en pinkstergemeenten. Spectaculaire stijgers waren natuur- en milieuorganisaties (+444 procent), organisaties voor internationale hulp en solidariteit (+83 procent) en consumentenorganisaties (+89 procent). Het aandeel van de bevolking dat vrijwilligerswerk doet liep terug van 45 procent in 1980 tot 37 procent in 2004.

 

Allochtonen
Het aandeel allochtonen onder de leden wordt door maatschappelijke organisaties geschat op 9 procent, wat in de buurt komt van het aandeel niet-westerse allochtonen binnen de Nederlandse bevolking.

 

Beïnvloeding
Ongeveer de helft van de organisaties richt zich bij een deel van de activiteiten op beïnvloeding van de besluitvorming in de Europese Unie. Ruim een derde van de organisaties probeert ook de leden daarbij te betrekken. Een op de drie grotere maatschappelijke organisaties vraagt subsidie aan in ‘Brussel’ en bijna één op de vijf heeft eigen stafkrachten in Brussel.

 

Voorraadkamers
Het SCP nuanceert het beeld dat aangesloten leden bij grote organisaties ‘voorraadkamers van sociaal kapitaal’ zijn. Lang niet alle organisaties hechten aan een verenigingsleven met nauw betrokken leden die met enige regelmaat bijeenkomen. Daar staat tegenover dat desondanks heel goed sprake kan zijn van gezamenlijke identificatie met een gedeeld ideaal, een zorg of een belang.

 

Lees verder:
Gesubsidieerd verzet (25/08/2008)
Dreigend tekort aan vrijwilligers in de zorg (12/03/2008)

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie