Niet bekend
De verzekeraar van de standhouder keerde al in 2002 de schadevergoeding uit voor de 242 slachtoffers, van wie er 32 overleden als gevolg van de legionellauitbraak. Het geld werd gestort in een door de standhouder opgerichte stichting Talpa, waarvan het bestaan bij de slachtoffers niet bekend was.
Onrechtmatig
Jarenlang voerde de Consumentenbond namens de slachtoffers processen om de schuldigen van de ramp aan te wijzen. In 2007 bevestigde het Hof dat twee standhouders onrechtmatig hadden gehandeld.
Toeval
Na deze overwinning liet de Consumentenbond de zaak rusten, zegt Rob Dorscheidt, hoofd van de beleidsafdeling van de bond. Dat gold ook voor de slachtoffers, die het niet zagen zitten om nog voor individuele schadeclaims te moeten procederen. ‘Bij toeval ontdekten we onlangs deze stichting met geld voor de slachtoffers en zijn we opnieuw een zaak begonnen. Of we uiteindelijk voor een hogere schadevergoeding gaan knokken, weet ik niet. Voorlopig gaat het om het morele punt, dat dit geld ten goede moet komen aan de slachtoffers.’
Verjaard
Tijdens het kort geding gisteren in de rechtbank in Zutphen verklaarde advocaat Jacob van Rhijn van de standhouder en de stichting dat de claims verjaard zijn, na de wettelijke termijn van vijf jaar.
Strijd om geld slachtoffers legionella
De Consumentenbond probeert 600.000 euro verzekeringsgeld boven water te krijgen dat wordt vastgehouden door een standhouder die…
Gewacht
In een toelichting zegt hij dat de stichting bewust heeft gewacht met naar buiten treden, omdat eerst duidelijk moest zijn of slachtoffers een aansprakelijkheidsclaim op de standhouder konden indienen. De uitspraak van het Hof uit 2007 hield in dat individuele slachtoffers een schadevergoeding kunnen proberen te claimen. Van Rhijn: ‘De stichting wacht die claims af, of zal wanneer de rechter daartoe opdraagt in onderhandeling treden met de Consumentenbond over een verdeling van het geld over alle slachtoffers.’
Haarkloverij
Volgens Van Rhijn is de stichting destijds opgericht op verzoek van de verzekeraar, Nationale Nederlanden. ‘Zij voorzagen al dat het uiteindelijk haarkloverij zou kunnen worden om uit te zoeken wie waar recht op heeft en dat het verzekerde bedrag waarschijnlijk lang niet genoeg zou zijn om alle daadwerkelijke schade te vergoeden. Door tussenkomst van de stichting wilden ze van alle gedoe af zijn.’
De rechtbank in Zutphen doet op 14 mei uitspraak.