Advertentie

Ook grotere gemeenteraden spelen nog Tweede Kamer

Het grote risico van meer raadsleden is dat de ‘extra’ tijd die zij ‘overhouden’ niet besteden aan de wijk of het dossier, maar aan elkaar.

29 september 2023

Nick Nieuwenhuijsen had als raadslid in Groningen genoeg om zich druk over te maken. Toch maakte hij in 2022 bekend met het raadswerk te stoppen. Het koste hem teveel tijd, met te weinig ruimte zich te ontwikkelen. En ‘ik word ook vader over een paar maanden’. Het geval van Nieuwenhuijsen staat niet op zichzelf. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is tijdsdruk een belangrijke reden voor veel raadsleden om te stoppen. Een kwart van de huidige raadsleden wil niet door na 2026.

Om de werkdruk te verminderen, wil de minister van BZK onderzoeken of een grotere gemeenteraad verlichting kan bieden. Op het eerste gezicht is dat geen slecht voorstel. De taken van de raad zijn de afgelopen jaren flink toegenomen – denk alleen al aan de decentralisaties in het sociaal domein in 2015. Parallel daaraan loopt het aantal fracties per raad op. Het wordt per fractie en raadslid dus ingewikkelder overal van op de hoogte te zijn. Meer raadsleden maakt in theorie dus dat er meer tijd is om je in dossiers te verdiepen (maar hopelijk ook naar buiten te gaan!) en het college te confronteren met wat je in dossiers en in de wijk hebt aangetroffen.

Het grote risico is echter dat de ‘extra’ tijd die raadsleden straks ‘overhouden’ niet wordt besteed aan de wijk of het dossier, maar aan elkaar. Het is spijtig dat de Tweede Kamer voor veel raadsleden impliciet of expliciet het voorbeeld is hoe je lokaal politiek moet bedrijven. Dat voorbeeld kan nauwelijks slechter zijn. Waar je lokaal, onder meer vanwege de ideologisch minder beladen onderwerpen, meer pragmatisme en samenwerking zou verwachten, lijkt het omgekeerde het geval. Ook de Raad voor het Openbaar Bestuur zag dat ‘Haagse mores’ lokaal steeds meer hun intrede doen: omgangsvormen verharden en debatten verruwen. Daaraan toegevoegd: fractiebelang gaat boven raadsbelang, wat bij coalitiepartijen tot een matige controle en bij oppositiepartijen tot een bovenmatige drang tot afrekenen leidt. Beide bewijzen de lokale democratie een slechte dienst.

Ook voor Nieuwenhuijsen was werkdruk niet de enige reden om te stoppen. ‘Het niveau van het debat gaat er niet op vooruit … In veel debattrainingen wordt geleerd dat je in debatten vooral géén antwoord moet geven op de vragen die je gesteld worden.’ Veel raadsleden die niet afhaken, hebben met die manier van politiek bedrijven vaak niet zo’n probleem (anders waren ze wel afgehaakt). Maar voor het aantrekken van nieuwe mensen die een andere vorm van politiek bedrijven voorstaan, is dit funest.

Het zou mooi zijn als gemeenteraden laten zien dat het anders kan. Meer zoeken naar samenwerking, meer aandacht voor inhoud. Een einde aan disfunctionerende coalitiepartijen die het college niet echt controleren en oppositiepartijen die alleen maar uit zijn op afrekenen. Het stimuleren en initiëren van dit soort ontwikkelingen is waarschijnlijk de enige manier om mensen als Nieuwenhuijsen en met hem vele nieuwe mensen (weer) enthousiast voor het raadswerk te krijgen. Een raad die alleen maar groter wordt, wordt nu eenmaal niet vanzelf aantrekkelijker.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nico Bos
"fractiebelang gaat boven raadsbelang, wat bij coalitiepartijen tot een matige controle en bij oppositiepartijen tot een bovenmatige drang tot afrekenen leidt."
Dat is inderdaad het zwakke punt van onze dictatoriale democratie, de coalitie wint in principe altijd de stemming en dat is onafhankelijk van het aantal raadsleden. De coalitie blijft slapen en de oppositie werkt zich te pletter. De enige echte oplossing tot samenwerking is het verplicht stellen van minderheidscoalities zodat er weer echte inhoudelijke discussies ontstaan.
Hielco Wiersma
Leden van de vertegenwoordigende Overheidsinstellingen kunnen zelf veel tijdwinst boeken door:
1. niet op de mens te spelen, maar op inhoud.
2. niet besturen op details, maar op hoofdlijnen.
3. ondersteunde onderzoeken zoveel als mogelijk regelen via de desbetreffende griffie.
4. administratieve en technische vragen rechtstreeks opnemen met de desbetreffende ambtelijke organisaties.
5. overbodige moties achterwege laten.
6. effectief vergaderen (vragen en antwoorden kort houden).
Dit alles maakt een uitbreiding van bestuursorganen geheel overbodig.
Advertentie