Cutuurbarbaar

Mensen uit de Randstad vinden dat een heel domme vraag. Alleen een provinciale cultuurbarbaar kan die vraag stellen. Maar vooruit, na enig aandringen krijg ik een uitleg over de gezellige historische binnenstad met de vele horeca. Over de landelijke centrumfunctie – welke Nederlander is nog nooit in Amsterdam geweest?

Over de toneelgezelschappen en orkesten, die ook in de grote steden gevestigd zijn. En over de toeristen, waarvan de cultuurtoeristen het meeste opleveren voor de Nederlandse economie.

De Raad voor het Openbaar Bestuur stelde die vraag ook. Die adviesraad ging het afgelopen jaar op onderzoek uit, en daaruit kwam een totaal ander antwoord. Volgens die raad is het namelijk puur toeval dat veel musea en theaters in de vier steden in de Randstad liggen. Al die musea en theaters van de vier grote steden hadden net zo goed in Paterswolde, Serooskerke, Sint Maartensvlotbrug of Odiliapeel kunnen liggen.

Het is puur en alleen een beleidsmatige keus van de gemeenten of er musea en theaters zijn, die echt helemaal niks niemendal te maken heeft met de centrumfunctie. Ook is helemaal niet van belang of er voldoende mensen in de buurt wonen om die musea en theaters te bezoeken. En het doet er absoluut niet toe of er horeca in de nabijheid van de musea en theaters is. Of dat de meeste toneelgezelschappen en orkesten ook in steden gevestigd zijn.

Dit vindt heel Nederland dan weer een heel dom antwoord. Nou ja, bijna heel Nederland. Iedereen die ook maar een ietsepietsje verstand heeft van cultuur vindt dit een heel dom antwoord. Helaas behoort minister Ollongren van Binnenlandse Zaken hier niet toe. Zij vindt het onderzoek van de adviesraad namelijk een uitstekend argument om het rijksgeld voor cultuur gelijk over alle gemeenten te verdelen.

Zo lijden vele musea en theaters onder de cultuurbarbaren. Ten gunste van het klompendansmuseum in Paterswolde, dat wel.