Raadslid Utrecht mag soms niet meepraten

Het is bijzonder belangrijk dat de integriteit en de kwaliteit van de gemeentelijke bestuurlijke besluitvorming prominent in de aandacht blijven terugkomen. Ik heb daar hier al enkele keren op gewezen. Ook dit rapport is een bijdrage voor meer integriteit (De kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming is niet onderzocht).
Toch wringt hier iets.
Oostveen is al 30 jaar projectontwikkelaar. Burgers kennen hem uit het lokale nieuws; ´Oostveen heeft al weer een conflict met de gemeente´.
Oostveen zal beslist geen gemakkelijk man zijn, maar de suggestie dat hij misbruik maakt van zijn positie als raadslid is vreemd. Hij is immers pas in 2014 tot raadslid verkozen. Hoe ga je daar dan als collega´s mee om?
In het rapport van de commissie van wijzen formuleren de hoogleraren dit als volgt:
´............De heer Oostveen is zowel zakelijk als persoonlijk zodanig vergroeid met de stad Utrecht dat voor hem het onderscheid tussen de subjectieve kijk op en de beoordeling op grond van objectieve criteria nauwelijks aanwezig lijkt te zijn.
Het zijn mede deze feitelijke omstandigheden die maken dat de sfeer van de verstandhouding tussen de heer Oostveen en zijn collega - raadsleden niet optimaal is en dat er sprake is van een zekere achterdocht. Die achterdocht in combinatie met de grote zakelijke belangen via allerlei verschillende rechtspersonen maken dat voor velen hiermee in ieder geval de schijn van belangenverstrengeling zich voordoet. Het lijkt er op dat de raadsleden
ook zelf niet zo goed weten hier mee om te gaan. ...............´
Daarom is er ook een brede onderzoeksopdracht verstrekt.
In het persbericht concluderen de wijzen:
´................. De actieve rol van Oostveen in het vastgoed riep de vraag op in hoeverre zakelijke belangen te combineren zijn met het lidmaatschap van de raad.
De commissie heeft zich niet beperkt tot de zaak Oostveen. Zij heeft een breder onderzoek gedaan. Er
is gekeken naar alle raadsleden.
Aanpak onderzoek
De nevenactiviteiten van alle raadsleden zijn tegen
het licht gehouden. De commissie heeft bovendien
alle fractievoorzitters gesproken om zich een goed
beeld over integriteit te kunnen vormen. Op basis
hiervan komt zij tot de conclusie dat ’van reële problemen’ niets is gebleken.
Raadslid Wim Oostveen
Over Oostveen oordeelt de commissie, dat zij geen aanwijzingen heeft dat integriteitsregels zijn
geschonden. Wel is het aannemelijk, dat de zakelijke belangen van Oostveen in de toekomst botsen
met het raadslidmaatschap. Wanneer in de raad kwesties aan de orde zijn, die direct de zakelijke
belangen van Oostveen raken, dan acht de commissie het onwenselijk dat Oostveen meedoet aan de menings- en besluitvorming hierover. Deze conclusie wordt door de partij van Oostveen – Stadsbelang Utrecht –, (maar ook door Oostveen persoonlijk, TG ) onderschreven.