bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Een leven lang ontwikkelen

Een leven lang ontwikkelen: is ons onderwijs hier eigenlijk wel op ingericht?

BMC
12 november 2021
Een-leven-lang-ontwikkelen.jpg

Is ons onderwijs hier eigenlijk wel op ingericht?

Een leven lang ontwikkelen staat hoog op de politieke agenda. Niet alleen omdat we op dit moment te maken hebben met een uitermate krappe arbeidsmarkt, maar ook omdat diverse recente arbeidsmarktadviezen hierop hameren. Grote vraag is of het onderwijs wel toegerust is om hierop in te spelen. In dit artikel gaan wij hier nader op in.

Een leven lang ontwikkelen klinkt mooi, maar is complexer dan het lijkt. Welke mogelijkheden zijn er bijvoorbeeld om naast het werk een opleiding te volgen? En is het onderwijs überhaupt in staat om op de behoefte aan een leven lang ontwikkelen in te spelen? In dit artikel verkennen we eerst welke mogelijkheden er in ons land zijn op het gebied van volwassenenonderwijs. Daarna gaan we in op volwassenenonderwijs binnen mbo-, hbo- en wo-instellingen. We eindigen met een aantal conclusies en aanbevelingen.


Nonformeel en formeel onderwijs

Binnen het Nederlandse onderwijs onderscheiden we nonformeel en formeel onderwijs. Bij nonformeel onderwijs gaat het om cursussen, trainingen en bedrijfsspecifieke opleidingen die worden aangeboden door private aanbieders of, als private activiteit, door publiek bekostigde onderwijsinstellingen. Denk aan de lokale avondacademie, de LOI, NCOI, NTI en specifieke bedrijfsopleidingen. Deelnemers ontvangen een certificaat, geen diploma. De opleidingsactiviteiten zijn daarom ook niet gebonden aan de kwaliteitscriteria van de overheid en de onderwijsinspectie. Hier tegenover staat formeel onderwijs. Dit is onderwijs dat leidt tot een door de overheid erkend diploma, zoals richtingen binnen het mbo of het hoger onderwijs.


Scheiding vervaagt

De van oudsher sterke scheiding tussen formeel en nonformeel onderwijs lijkt te vervagen. Organisaties die zich vroeger alleen richtten op nonformeel onderwijs bieden tegenwoordig steeds vaker volwaardig formeel onderwijs aan op mbo-, hbo- en wo-niveau. Compleet met door de overheid vastgestelde kwaliteitscriteria en een diploma. Waar het aanbod aan opleidingen bij deze organisaties vroeger beperkt was en het onderwijs voornamelijk schriftelijk werd gegeven, is het opleidingsaanbod tegenwoordig een stuk uitgebreider én voorzien van praktijkelementen. Van oudsher had het nonformele onderwijs een sterke focus op administratieve opleidingen, maar inmiddels kunnen volwassenen ook voor een groeiend aantal opleidingen met een sterke praktische component -  zoals verpleegkunde of werktuigbouwkunde - bij deze instellingen terecht. Dit roept de vraag op hoe het zit met de aanbieders van opleidingen in het mbo, hbo en wo. Zijn zij in staat om te voldoen aan de eisen van een leven lang ontwikkelen?


Volwassenen fundamenteel andere doelgroep voor ROC’s

Omdat de doelgroep volwassenen fundamenteel anders is dan hun eigenlijke doelgroep jongeren, hebben ROC’s over het algemeen moeite met het inrichten van volwassenenonderwijs. Het creëren van aanbod voor volwassenen vraagt immers om een andere benadering in marketing, andere financiering, een (andere) waardering van bestaande diploma’s en verworven ervaring, en een ander lesprogramma (avond, weekeinde). Bij jongeren is daarnaast ook algemene vorming van groot belang. Dit betekent dat het standaard curriculum voor jongeren niet goed aansluit op de doelgroep volwassenen. 


Wie is verantwoordelijk voor wat?

Een andere verklaring voor de moeite die ROC’s hebben met de inrichting van volwassenenonderwijs ligt in de financiering. Daarbij gaat het om de vraag wie verantwoordelijk is voor wat. Collegegelden dekken namelijk bij lange na niet de werkelijke kosten van een opleiding. In de praktijk betekent dit dat ROC’s voor het vormgeven van volwassenenonderwijs op lokaal niveau moeten onderhandelen met gemeenten, sociale partners en werkgevers over investeringen in scholing, terwijl de beschikbare budgetten waarover de onderhandelingen gaan ingekaderd zijn naar leeftijdsgroep (dit geldt met name voor de groep tussen de 27 en 55 jaar) en naar sector (niet voor sector a, wel voor sector b).

 

Lees verder

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.