Advertentie

Krappe 600 reacties op superprovincie

Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) heeft bijna 600 reacties gekregen op zijn voorstel om van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland een superprovincie te maken. Nut en noodzaak worden in twijfel getrokken.

18 oktober 2013

De plannen om de provincies Flevoland, Utrecht en Noord-Holland samen te voegen, hebben bijna 600 officiële reacties opgeleverd. Opvallend veel kwamen er uit de provincie Flevoland.

Wetsontwerp

Dat laat de woordvoerder van minister Plasterk (Binnenlandse zaken) desgevraagd weten. Flevolanders konden via een standaard formulier op internet reageren op het fusievoorstel. Woordvoerder Tijs Manten kon vrijdag nog geen beeld schetsen van de strekking van alle zienswijzen. Deze konden tot woensdag worden ingediend. De komende tijd worden ze bestudeerd en bekeken of ze gevolgen hebben voor het wetsontwerp, aldus Manten. Hij kon nog niet aangeven wanneer het definitieve wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gaat. Naar verwachting zal dat begin volgend jaar zijn. Plasterk wil dat de eerste superprovincie in 2016 het licht ziet.

Tegenstanders

Via de speciale website van de provincie Flevoland werden alleen al bijna 500 zienswijzen ingediend. Naast de provincie zelf zijn − uitgezonderd Almere − alle gemeenten in de provincie tegen. Ook de overige provincie-fusiepartners Noord-Holland en Utrecht zijn tegen.

Geen visie

Veel ‘inliggende gemeenten’ hebben eveneens bezwaar aangetekend. Meest recent deden dat de Utrechtse gemeenten Oudewater en Lopik. In hun zienswijze benoemen ze zes punten die zo’n beetje alle tegenstanders van de vorming van de superprovincie de afgelopen maanden hebben aangedragen. Vrijwel alle tegenstanders stellen dat er vooral voor kleine en middelgrote gemeenten meer afstand komt met de superprovincie ‘Noordvleugel’. Daarnaast is er onder de inwoners van de drie provincies weinig draagvlak en zijn de argumenten tot fusie (achteraf) gezocht. Een visie op de toekomst van bestuurlijk Nederland ontbreekt.

Uitstel

Verder is de financiële onderbouwing ‘onvoldoende overtuigend’ en het nieuwe takenpakket voor het eerste landsdeel onduidelijk. De urgentie om nu tot provinciale opschaling over te gaan, is er volgens de vele tegenstanders niet. ‘Het tempo van de fusie ligt desondanks hoog. Het eerste uitstel is al aangekondigd en het is niet ondenkbaar dat er meer volgen. Snelheid leidt ook tot slordigheden’, schrijven de burgemeesters Pieter Verhoeve van Oudewater en Renate Westerlaken-Loos van Lopik in hun bezwaarschrift. Minister Plasterk koerste aanvankelijk op januari 2015, maar liet deze datum eind april los.

Willekeur

De willekeur van deze fusie baart de Utrechtse gemeenten zorgen. Ook dat argument is door velen, waaronder de drie provincies, in de strijd tegen de provinciale herindeling gegooid. De vorming van vijf landsdelen is door het kabinet inmiddels losgelaten. Flevoland, Utrecht en Noord-Holland worden wel verplicht om samen te gaan; de overige provincies mogen hiervoor vrijwillig kiezen. Hiermee wordt de eerste fusie ‘een experiment’, aldus beide burgemeesters. ‘Daar is het subject van verandering echter te groot en te belangrijk voor.’Dat vinden ook alle provincies. Voorzitter van de provinciekoepel IPO Johan Remkes stelde recent op het IPO-jaarcongres dat ‘het Huis van Thorbecke zich niet leent voor laboratoriumachtige experimenten met ongewisse uitkomst.'

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie