Zeven maanden na de raadsverkiezingen zijn de meeste colleges van BenW gevormd. Alleen in Bergen (NH) en Vlieland is dat nog niet het geval. Lokale partijen bezetten verreweg de meeste wethoudersposten.
Lokale partijen meer wethouders dan CDA, VVD en PvdA samen
Uit een analyse van de Wethoudersvereniging blijkt dat met 523 wethouders de lokale partijen (gezamenlijk) het grootste aandeel heeft.
Dat blijk uit een analyse van de Wethoudersvereniging. Met 523 wethouders hebben de lokale partijen (gezamenlijk) het grootste aandeel bij de invulling van de wethoudersposten. Onder de landelijke partijen zijn CDA (212), VVD (193), PvdA (110) en D66 (107) de partijen die veel wethouders leveren. In 51 gevallen zijn wethouders voorgedragen door een partijcombinatie en acht wethouders zijn partijloos.
Van de momenteel 1410 wethoudersposten wordt 29 procent bezet door vrouwen. Vergeleken met de vorige collegeperiode, is dat een toename met vier procent. Veruit de meeste colleges zijn gemengd (minimaal één man en één vrouw) en colleges die louter bestaan uit vrouwelijke wethouders hebben het kleinste aandeel.
Marcelle Hendrickx, voorzitter van de Wethoudersvereniging, is blij dat het aandeel vrouwelijke wethouders uiteindelijk is toegenomen tot 29 procent. ‘Aan het begin van de collegevormingen lag dit percentage nog een stuk lager maar echt evenredig met het aandeel mannen is het nog niet. Politieke partijen en de Wethoudersvereniging zullen zich dus moeten blijven inzetten voor een diverser wethouderbestand’, aldus Hendrickx.
De Wethoudersvereniging maakte ook een analyse van het aantal wethouders dat doorging of stopte. Daaruit blijkt dat ruim de helft niet terugkeert. Met nog een paar collegevormingen te gaan, staat de teller nu al op ruim 750 nieuwkomers. Wat opvalt is dat het percentage mannen dat doorgaat als wethouder hoger ligt dan het percentage bij hun vrouwelijke collega’s: 41 om 48 procent. Dit betekent dat er relatief meer vrouwen nieuw zijn dan mannen, respectievelijk 59 en 52 procent.
