Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Andere baan voor recordaantal wethouders

Een nooit vertoond aantal van veertig wethouders is in 2017 overgestapt naar een andere baan. Een politieke vertrouwensbreuk was voor 75 wethouders aanleiding voor een tijdelijk of definitief vertrek. Daarnaast eindigde voor maar liefst 47 wethouders het wethouderschap vanwege de herindeling van hun gemeente.

12 januari 2018

Wethoudersonderzoek 2017

Dat blijkt uit het Wethoudersonderzoek 2017 dat in opdracht van Binnenlands Bestuur is uitgevoerd door DeCollegetafel. Met veertig wethouders die in 2017 een andere baan vonden, is het record uit 2012 gebroken toen 32 wethouders hun periode als wethouder niet volmaakten en kozen voor een andere baan.

Wethouders zijn – ook al zijn ze in deeltijd benoemd – zeven dagen per week 24 uur per dag wethouder. Van een wethouder wordt verwacht dat hij zich daarom niet bezighoudt met wat hij of zij na het wethouderschap gaat doen. Dat er in 2017 een nooit vertoond aantal van veertig wethouders de overstap maakt naar een andere baan, laat zien dat wethouders durven na te denken over het leven na het wethouderschap. Vlak voor het begin van een nieuwe raads- en collegeperiode lijkt dat op zijn minst verstandig.

Solliciteren vanuit een functie als wethouder naar het burgemeesterschap is het meest populair en het meest effectief. In 2017 werden zeventien wethouders, waaronder negen vrouwen, burgemeester. Voor vrouwen is dat een opvallende score want er zijn veel minder vrouwelijke dan mannelijke wethouders. Onder deze wethouders zijn jonge talentvolle bestuurders als Gerdo van Grootheest die Maastricht verruilde voor het burgemeesterschap van Culemborg, en de 32-jarige Hanne van Aart die vanuit het wethouderschap in Heusden overstapte naar het burgemeesterschap van Loon op Zand.

Het grote aantal van veertig wethouders dat naar een andere baan ging, wordt ook veroorzaakt door de Tweede Kamerverkiezingen en als gevolg daarvan het formeren van een nieuw kabinet. Kajsa Ollongren, wethouder in Amsterdam, en Hugo de Jonge, wethouder in Rotterdam, werden beëdigd tot minister, respectievelijk van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid.

De Apeldoornse wethouder Paul Blokhuis verruilde het wethouderschap voor de post van staatssecretaris van Volksgezondheid in Den Haag. Vijf wethouders (Arne Weverling, Westland; Isabella Diks, Leeuwarden; Harry van der Molen, Leeuwarden; Ingrid van Engelshoven, Den Haag; Maurits von Martels, Dalfsen) werden Tweede Kamerlid. Van Engelshoven werd later nog benoemd tot minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook het wethouderschap in een andere, grotere gemeente (Bianca Bremer van Voorschoten naar Leidschendam-Voorburg, Saskia Bruines van Leidschendam- Voorburg naar Den Haag en Eric Daandels van Grave naar Waalwijk) is voor wethouders een interessante, nieuwe stap.

Een elftal wethouders koos in 2017 voor een vroegtijdige beëindiging van het wethouderschap vanwege de overstap naar een niet-politieke functie. Zo werd Dick Emmer (Zaanstad) gemeentesecretaris in Hilversum, Mariette van Leeuwen (Zoetermeer) werd onderwijsbestuurder terwijl Christel Mourik (Nissewaard), Wendelien Tönjann (Oegstgeest) en Houkje Rijpstra (Tytsjerksteradiel) de overstap maakten naar directiefuncties bij (semi-)overheidsinstellingen.

Coalitiebreuk
Met de raadsverkiezingen van 2018 in het zicht kwam het afgelopen jaar voor 195 wethouders een tijdelijk of definitief einde aan het wethouderschap. Het hoge aantal van 195 is veroorzaakt doordat voor liefst 47 wethouders het wethouderschap eindigde vanwege herindeling; een klein deel van deze wethouders wordt na de fusie opnieuw wethouder. Een politieke vertrouwensbreuk was voor 75 van de 195 wethouders de reden voor een tijdelijk of definitief opstappen. De lokale partijen verloren de meeste (22) wethouders maar dat is logisch omdat zij de meeste wethouders hebben. VVD en CDA zagen respectievelijk dertien en twaalf wethouders ten val komen.

De belangrijkste reden voor een politieke valpartij was in 2017, evenals in voorgaande jaren, een breuk in de coalitie. Verstoorde onderlinge verhoudingen lijken daarvoor een belangrijkere oorzaak dan de vaak genoemde versplintering van het politieke landschap. Voor 28 wethouders eindigde door een coalitiebreuk het wethouderschap tijdelijk of definitief.

Spraakmakende coalitiebreuken vonden er plaats in Landgraaf, Brunssum, Bladel en IJsselstein. In de Utrechtse gemeente viel er tot twee keer toe een college over de falende regionale samenwerking met buurgemeente Montfoort. In Bladel stond de zaak in rep en roer nadat wethouder Joan Veldhuizen (Pro5) de inwoners niet langer meer wilde blootstellen aan de gezondheidsrisico’s die samenhangen met de groei van de veestapel.

In Landgraaf en Brunssum veroorzaakte het herindelingsspook een coalitiebreuk. In Brunssum had dat verstrekkende gevolgen, want het leidde tot een nieuwe coalitie zonder landelijke partijen met een benoeming van Jo Palmen (BBB/Lijst Palmen) nog voordat een integriteitsonderzoek over belangenverstrengeling was afgerond. Burgemeester Luc Winants stapte op omdat hij als hoeder van de lokale integriteit te weinig instrumenten heeft om omstreden wethoudersbenoemingen tegen te houden. Winants kreeg bijval van de kersverse nieuwe minister Ollongren die zei dat Palmen weg moet.

Falende bestuursstijl
Met de omstreden benoeming van Palmen – en de rechtszaak tegen de van belangenverstrengeling beschuldigde voormalige Roermondse wethouder Jos van Rey – stond de integriteit van wethouders volop in de belangstelling. Juist daarom is het opvallend dat integriteit niet hoort tot de top-3 van factoren waarom wethouders ten val komen. Nog geen handvol wethouders (Den Bosch, Noordenveld, Rheden, Zandvoort) moest vanwege niet-integer gedrag in 2017 het wethouderschap opgeven.

Behalve coalitiebreuken zijn de falende bestuursstijl van wethouders (veertien keer) en het verantwoordelijkheid nemen of worden gehouden voor financiële tekortkomingen (dertien keer) twee andere belangrijke politieke valfactoren voor wethouders in 2017.

Ronald Schneider (Leefbaar Rotterdam) pakt zijn biezen als er door een breuk in zijn fractie geen meerderheid meer is die de wethouder – omstreden vanwege zijn gedrag want hij valt onder meer een raadslid aan – de hand nog langer boven het hoofd houdt. De eigenzinnige bestuursstijl kost Peter van Vlaanderen, de oprichter van Leefbaar Haaksbergen, de politieke kop. Een weigering om kritiek ter harte te nemen en hulp in te schakelen om beter te functioneren kostte SP-wethouder Arjo Klamer, bekend als hoogleraar economie, het wethouderschap in Hilversum.

Projecten binnen de afgesproken financiële kaders uitvoeren, is een kernopgave voor wethouders. Ook in 2017 kostte tekortkomingen op dit cruciale punt wethouders het politieke leven. In Deventer werd het nieuw te bouwen filmtheater De Viking te duur. Dat werd alle wethouders aangerekend maar betekende alleen het einde voor D66-wethouder Robin van Hartogh Heys. De koninklijke route volgde PvdA-wethouder Fatih Özdere in Molenwaard: hij wilde vanwege het behoud van zijn geloofwaardigheid extra uitgaven voor een nieuw dorpshuis niet voor zijn rekening nemen en stapte op.

Daarentegen werden wethouders in Bergen (Lb.) en Venlo gedwongen het veld ruimen omdat de kosten voor de nieuwe taken in de zorg (sociaal domein) volledig uit de hand waren gelopen. In beide gemeenten ging het om miljoenentegenvallers: in Bergen om 3 miljoen euto en in Venlo zelfs om 12 miljoen. ‘Ik kan mijzelf in de spiegel aankijken, ik heb gehandeld maar wel op basis van foute informatie’, aldus de aftredende Venlose wethouder Vera Taks.


Hier vindt u het overzicht van de vertrokken wethouders 2017


Afbeelding


Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie