Advertentie
carrière / Nieuws

‘Prestatieafspraken frustreren misdaadbestrijding’

Vijf burgemeesters van grote steden in Oost-Nederland willen af van de huidige prestatie-eisen voor afzonderlijke veiligheidspartners en naar een nieuw sturingsmodel, waar financiering gebaseerd is op het maatschappelijk effect van de integrale aanpak van de gehele overheid. Dat schrijven zij in een brandbrief aan minister Grapperhaus. ‘Een overheid die de outcome centraal stelt.’

29 juli 2020
wortel---prikkel.jpg

Vijf burgemeesters van grote steden in Oost-Nederland willen af van de huidige prestatie-eisen voor afzonderlijke veiligheidspartners en naar een nieuw sturingsmodel, waar financiering gebaseerd is op het maatschappelijk effect van de integrale aanpak van de gehele overheid. Dat schrijven zij in een brandbrief aan minister Grapperhaus. ‘Een overheid die de outcome centraal stelt.’

Output-financiering
De brief is ondertekend door Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen en regioburgemeester van Oost-Nederland, en mede verstuurd namens het Regionaal Veiligheidsoverleg (RVO) met daarin de burgemeesters van Arnhem, Apeldoorn, Enschede en Zwolle, de hoofdofficier van justitie en de politiechef. Bij het overleg waar de brief uit voortkwam waren ook de presidenten van de rechtbank Overijssel en Gelderland aanwezig. Zij ondersteunen de brief eveneens. Het overleg ging over de effecten van de introductie van output-financiering bij het Openbaar Ministerie in 2019. Een systeem die ook (grotendeels) geldt voor de financiering van de rechtbanken: een vast bedrag per vonnis.

Missing the point
De ondertekenaars erkennen het belang van transparantie over de besteding van overheidsgelden en de effectiviteit van beleid. Ze wijzen op de invloed van New Public Management vanaf de jaren ’80 en de daaruit voortvloeiende geboorte van kpi’s en prestatiebekostiging. In het veiligheidsdomein heeft dat geleid tot meer bewustwording van kosten en baten en een professionaliseringsslag. ‘Maar niet alle effecten zijn toe te juichen…hitting the target, missing the point.’ De ondertekenaars wijzen op de steeds sneller veranderende, complexe en diffuse veiligheidsopgave en steeds professioneler opererende criminelen die de oproep om meer geld te steken in politie en justitie rechtvaardigen.

Antwoord komt van professionals
‘Maar wat verwacht de samenleving eigenlijk van politie en justitie? Waarvoor staan we gezamenlijk

als één overheid aan de lat?’ Het antwoord op de complexe veiligheidsopgave moet komen van de professionals die midden in de samenleving staan en het is niet eendimensionaal en in aantal kpi’s te vatten, aldus de briefschrijvers. Het gaat vaak om een integrale en incrementele aanpak, waarin elke partner op het juiste moment de juiste interventies inzet. Die aanpak kan ook een bestuurlijke of fiscale maatregel zijn of inzet van andere overheidspartners vereisen, zoals onderwijs en jeugdzorg.

Systeem leidt tot financiële discussies
Het gaat om het meeste optimale maatschappelijk effect, maar het huidige systeem van sturing en bekostiging in de strafrechtsketen resulteert simpelweg niet in optimale keuzes in de aanpak van veiligheidsissues. Integendeel, het leidt bij ketenpartners zelfs tot intern tot verdeelvraagstukken en tussen partners onderling tot discussies over productieaantallen: de output van de ene partner vormt immers de financiële levensader van de ander. ‘Het te bereiken maatschappelijke effect raakt op de achtergrond.’

Onnodige druk
Ook het feit dat de politiek naar aanleiding van incidenten regelmatig ad hoc maatregelen afdwingt draagt niet aan bij de meest effectieve en duurzame aanpak van veiligheidsvraagstukken, zeker niet als die voorzien zijn van geoormerkte incidentele budgetten en nieuwe prestatieafspraken. Wel zet het onnodig druk op partners, omdat ze wegens capaciteitsproblemen niet aan de gewenste normen kunnen voldoen. Bovendien kunnen vakmensen niet meer altijd de best passende oplossing kiezen, wat weer desastreuze gevolgen heeft voor intrinsieke motivatie en onderling vertrouwen.

Advies
Horizontale samenwerking is juist nu zo noodzakelijk, maar verticale sturing en financiering in de strafrechtketen draagt daar niet aan bij. Het is daarom tijd voor een verantwoordingssystematiek en een bekostigingsmodel waarbij de impact op de samenleving centraal staat, vinden de betrokkenen. Partners kunnen in netwerkverband veiligheidsvraagstukken aanpakken met een passend, minder conjunctuurgevoelig budget. Het advies is een sturingsmodel te ontwikkelen dat het maatschappelijk effect van de integrale aanpak (op daders, slachtoffers, omgeving) van de overheid als geheel centraal stelt. ‘Een overheid die outcome centraal stelt: voor een veilige samenleving en vertrouwen in de rechtsstaat.’

Miljoenen doeltreffender te besteden
Vorige week vulde Bruls in De Gelderlander nog aan dat vele miljoenen doeltreffender kunnen worden besteed als ketenpartners de vrijheid hebben om de beste aanpak te kiezen. Nu is het zo dat als het OM minder strafzaken aanbrengt bij de rechtbank dan afgesproken, niet alleen het OM minder geld krijgt, maar ook de rechtbanken, want ze spreken immers minder vonnissen uit. En als de politie besluit een zaak preventief af te handelen, hebben zowel OM als rechtbank geen zaak en dus ook geen geld.

Perverse prikkels
Deze perverse, financiële prikkel wreekt zich volgens Bruls en hoofdofficier van justitie Oost-Nederland Marthyne Kunst in het regionale dagblad vooral bij winkeldiefstal en de aanpak van cybercrime en mensenhandel. ‘Geld moet niet de prikkel zijn om voor de strafrechtelijke aanpak te kiezen als preventie een beter middel is.’ Dat is een landelijk probleem en Oost-Nederland pakt nu de handschoen op om de discussie landelijk aan te zwengelen. De briefschrijvers willen dat een betere financiering van het strafrechtketen bij de volgende kabinetsformatie al een rol speelt en hopen dat andere regio’s aanhaken. ‘Grote boeven hebben belang bij dit systeem.’ Veel kleine kruimelaars voor de rechter brengen levert immers meer op dan de echt grote vissen opsporen. ‘Doe je het dan goed?’

Kamervragen
Inmiddels hebben SP-Kamerleden Michiel van Nispen en Ronald van Raak naar aanleiding van de brief en de berichtgeving erover vragen gesteld aan minister Grapperhaus. Ze willen onder meer weten waarom is besloten tot de prestatieafspraken en of de minister bereid is vanwege het nut voor de samenleving om de financieringsgronden te herzien. Ook vragen ze naar de berekening van de prestatiecijfers en naar hoe die cijfers zich verhouden tot eerdere toezeggingen om af te zien van bonnenquota, ‘waarbij grotendeels hetzelfde principe werd gehanteerd’.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie