Advertentie
sociaal / Nieuws

Wet aanpak woonoverlast ‘geen wondermiddel’

Gemeenten vinden de gedragsaanwijzing bij de aanpak van woonoverlast een ultimum remedium. Dat blijkt uit een tussenevaluatie van de Wet aanpak woonoverlast die twee jaar geleden in werking trad. Gemeenten met ervaring met de gedragsaanwijzing noemen de duidelijke regierol van de gemeente en samenwerking met ketenpartners succesfactoren. Een wondermiddel is de wet niet, vindt ook minister Ollongren.

16 juni 2020
verwarde-man.jpg

Gemeenten vinden de gedragsaanwijzing bij de aanpak van woonoverlast een ultimum remedium. Dat blijkt uit een tussenevaluatie van de Wet aanpak woonoverlast die twee jaar geleden in werking trad. Gemeenten met ervaring met de gedragsaanwijzing noemen de duidelijke regierol van de gemeente en samenwerking met ketenpartners succesfactoren. Een wondermiddel is de wet niet, vindt ook minister Ollongren.

Gematigd positief
Gemeenten zijn gematigd positief over de toegevoegde waarde van de Wet aanpak woonoverlast, blijkt uit het onderzoek, waarvoor onder meer een webenquête is afgenomen onder alle gemeenten (respons 58 procent). Maar 5 procent van de  gemeenten is negatief over de toegevoegde waarde. Gemeenten mét een verordening oordelen positief (56 procent). Gemeenten die de wet al hebben toegepast door een gedragsaanwijzing op te leggen, oordelen nog positiever (82 procent) over de toegevoegde waarde van de wet.

Tijdelijk huisverbod

De Wet aanpak woonoverlast biedt een gemeente de mogelijkheid om bij ernstige en herhaaldelijke overlast een gedragsaanwijzing (verbod of gebod) aan de overlastveroorzaker op te leggen. Op basis van een verordening geeft de gemeenteraad deze bevoegdheid aan de burgemeester. Die kan bij een overtreding van de gedragsaanwijzing een last onder bestuursdwang opleggen, zoals een tijdelijk huisverbod. Hoofdvraag van het onderzoek was: Wat zijn de ervaringen van gemeenten met de invoering, toepassing, resultaten, knelpunten en effectiviteit van de Wet aanpak woonoverlast, twee jaar na de invoering.

Stok achter de deur
Op de peildatum van dit onderzoek (september 2019) had 70 procent van de onderzochte 205 gemeenten een burgemeester met de bevoegdheid om een gedragsaanwijzing op te leggen. Een vijfde van de gemeenten is nog van plan dit te gaan doen. Een op de acht gemeenten is dat niet van plan. De gemeenten met een verordening gebruiken de wet veelal als stok achter de deur, door te waarschuwen voor of te dreigen met toepassing ervan (44 procent) om zo tot gedragsaanpassing te komen.

27 gedragsaanwijzingen
16 procent van de gemeenten heeft al een gedragsaanwijzing opgelegd. Daarbij is 27 keer een gedragsaanwijzing opgelegd in de vorm van een last onder dwangsom (74 procent) of een last onder bestuursdwang (26 procent). Meestal ging het om geluid- of geurhinder (81 procent) of intimidatie (63 procent). Minder vaak kwamen hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in de woning aanwezig zijn (44 procent) en hinder van dieren (26 procent) voor. In meer dan driekwart van de gevallen was er (ook) sprake van zorgproblematiek.

60 procent minder overlast
De gedragsaanwijzingen zijn zeven van de tien keer opgelegd aan de eigenaar-bewoner. De onderzoekers concluderen dan ook dat de wet een welkome bijdrage levert aan het dichten van de leemte die werd geconstateerd bij de aanpak van ernstige en hardnekkige vormen van woonoverlast, veroorzaakt door met name woningbezitters en bij particuliere verhuur. Verder is als gevolg van de gedragsaanwijzing in 60 procent van de gevallen de overlast verminderd of verdwenen.

Ultimum remedium
Ook blijkt dat voordat gemeenten overgaan tot het (waarschuwen voor) het opleggen van een gedragsaanwijzing, zij eerst al bestaande instrumenten benutten, zoals buurtbemiddeling en een vrijwillige gedragsaanwijzing. Dit is volgens de onderzoekers een indicatie dat gemeenten de wet zien als middel om alleen de zeer ernstige en hardnekkige vormen van woonoverlast aan te pakken, en men er niet gemakkelijk en lichtvaardig toe overgaat. Een ultimum remedium, zoals ook bedoeld is door de wetgever. Daarmee lijkt de vrees voor een te groot beroep op de gemeente bij bestrijding van woonoverlast en een te sterke verschuiving naar de rol van de burgemeester niet gegrond. Waar de gedragsaanwijzing is gebruikt, zorgt de wet voor een versterking van de rol die de gemeente toch al had. Verder bleek in de onderzochte casussen niet dat andere partners zich terugtrekken.

‘Wet doet zijn werk’
Minister Ollongren van BZK neemt ‘met genoegen’ kennis van het aantal verordeningen dat al door gemeenten van toepassing is verklaard. ‘De eerste bevindingen laten zien dat de wet werkt. Als gevolg van de (waarschuwing voor de) toepassing van de gedragsaanwijzing is de overlast in de meeste gevallen verminderd of verdwenen.’ Het feit dat de gedragsaanwijzing vooral is opgelegd aan de eigenaar-bewoner bewijst volgens de minister dat de wet zijn werk doet. ‘Het biedt gemeenten juist voor die ernstig overlast veroorzakende bewoners een stevig instrument, waar voorheen lokale bestuurders alleen op vrijwillige basis afspraken konden maken.’

Duidelijke regierol gemeenten
Ollongren is tevreden dat gemeenten de gedragsaanwijzing als ultimum remedium hanteren. ‘Dat is de verdienste van de gemeenten die zorgvuldig een daarop afgestemd beleid voeren.’ Nieuwe afspraken met ketenpartners en gemeentelijke organisaties gaan meestal over de inzet van het instrumentarium, over de taken en verantwoordelijkheden van de ketenpartners, maar ook over de kennisuitwisseling. Als succesfactoren noemen gemeenten met ervaring met de gedragsaanwijzing de duidelijke regierol van de gemeente en de samenwerking met ketenpartners over taken en verantwoordelijkheden. Goede afspraken over gegevensuitwisseling zijn niet bepaald een succesfactor.

Te weinig handhavingscapaciteit
Als belangrijkste knelpunten noemen deze gemeenten de handhavingscapaciteit (52 procent) en de uitwisseling van persoons- en zaakgegevens (43 procent). Verder heeft ongeveer een kwart van de gemeenten behoefte aan nadere ondersteuning bij de toepassing van de wet. Het gaat dan om meer juridische en praktische kennis en om kennisdeling met andere gemeenten en ketenpartijen. Dat is ook een van de aandachtspunten voor de minister. Ze wil gemeenten blijven faciliteren bij de toepassing van de Wet aanpak woonoverlast en legt dit neer bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Ze vraagt ook om extra aandacht voor de achterblijvende samenwerking met zorgpartners en meer duidelijkheid over gegevensuitwisseling. Samenwerking tussen lokale ketenpartners wil ze verder stimuleren via een informatietraject met Aedes, VNG, de Woonbond, de Autoriteit woningcorporaties en de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties.

Geen wondermiddel
Gemeenten noemen het instrumentarium van de wet geen wondermiddel om ernstige woonoverlast aan te pakken. De ernstige overlast in doorgaans complexe situaties vragen vaak om een veelvormige en multidisciplinaire aanpak. De gedragsaanwijzing is daar een onderdeel van, met als sterk punt dat hij op specifieke gedragingen kan worden toegesneden en zo preciezer is dan andere maatregelen als gebieds- of contactverboden. Verschillende gemeenten hebben de wet toegepast voor overlast die wordt veroorzaakt door mensen met psychische problemen die zorg vereisen. Gemeenten zijn hier terughoudend met het opleggen van sancties vanwege angst voor escalatie van problemen in plaats van vermindering.

Overlastsituaties ‘ernstig en complex’
Bijkomend ongewenst effect kan zijn dat de gemeente (en de zorginstellingen) het contact met de overlastgever kwijtraken. Een vijfde van de gemeenten vindt dat de wet een geschikt instrument is voor overlastgevers met psychische problemen, maar de meesten aarzelen daarover (47 procent) of zijn negatief (31 procent). Ollongren is het met de gemeenten en onderzoekers eens dat de wet geen wondermiddel is. ‘De overlastsituaties waar het hier om gaat zijn ernstig en complex en oplossingen worden meestal niet met inzet van één instrument bereikt. Dat geldt ook voor de gedragsaanwijzing.’ In 2022 ontvangt de Tweede Kamer de reguliere evaluatie van de wet.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie