Advertentie
sociaal / Nieuws

'Toekomst jeugdzorgaanbieders aandachtspunt in transitie'

Samen met staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) willen de provincies met de VNG om tafel om te voorkomen dat bij de overgang van jeugdzorg naar de gemeenten zorgaanbieders over de kop gaan.

08 maart 2013

Provincies maken zich zorgen over het tempo waarin de transitie van de jeugdzorg vordert en over de toekomst van jeugdzorgaanbieders en hun medewerkers. Dat bleek bij een bijeenkomst van provincies, stadsregio’s en staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) vandaag in Den Haag.

Failliet
Samen met staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) willen de provincies met de VNG om tafel om te voorkomen dat bij de overgang van jeugdzorg naar de gemeenten zorgaanbieders over de kop gaan. ‘De provincies hadden contracten met zorgaanbieders die aflopen nu de gemeenten verantwoordelijk worden’,  aldus de Flevolandse gedeputeerde en IPO-bestuurder Marc Witteman. ‘Er is veel onzekerheid bij de medewerkers en de instellingen over de toekomst. We moeten er samen voor zorgen dat die aanbieders niet failliet gaan, daar worden kwetsbare kinderen de dupe van.’ Volgens Witteman wil  Van Rijn hierbij een actieve rol spelen.

Voortgang
De provincies maken zich ook zorgen over het tempo waarin gemeenten bezig zijn zich voor te bereiden op de komst van de jeugdzorg. Ze staan daarin niet alleen. Gisteren stelde CDA-Kamerlid Mona Keijzer Kamervragen over de voortgang en eerder oordeelde de Transitiecommissie Jeugdzorg al dat de afgelopen twee jaar onvoldoende voortgang is geboekt. Witteman: ‘Wij zien dat ook. Heel veel gemeenten zijn goed bezig, maar vooral kleinere gemeenten dreigen achterop te raken en dat kan echt niet.’

Transitie voor opschaling
Gemeenten hebben nog een kleine twee jaar voordat de transitie een feit is (per 1-1-2015). Kleine gemeenten zullen dus aan de bak moeten. Maar ook het kabinet zal zich een beetje soepel moeten opstellen, vindt Witteman. Minister Plasterk wil dat gemeenten de decentralisaties oppakken in congruente samenwerkingsverbanden van 100 duizend inwoners. Witteman wil dat de plannen die er nu al liggen een kans moeten krijgen. ‘Gemeenten moeten niet gedwongen worden die plannen die er nu al zijn te veranderen. Daar is de termijn te krap voor.’ Als gemeenten per 2015 verantwoordelijk zijn, betekent dat dat er over een jaar al afspraken met zorgaanbieders gemaakt moeten worden. De transitie komt dus wat hem betreft voor de opschaling.

Jeugd-ggz
In de pilotprojecten die nu lopen voor de overgang van de jeugdzorg blijkt dat de Jeugd-ggz nog een ondergeschoven kindje is, zien ook de provincies. Witteman benadrukt dat de overgang hiervan naar de gemeente van essentieel belang is voor het slagen van de transitie. ‘Bij de vorige herziening is de jeugd ggz erbuiten gelaten en dat is één van de redenen waarom die transitie mislukt is’, zegt hij.

Te laat
De komende tijd zal gekeken worden wat de mogelijkheden zijn om het transitietraject te versnellen. Daarbij zullen de adviezen van de transitiecommissie ter harte genomen worden, benadrukt Witteman die daarbij herhaalt dat uitstel van de hele operatie geen optie is. ‘We zullen snelheid moeten maken, maar het is nog niet te laat.’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

F. van Vuren
De IPO is nooit verder gekomen dan spreekbuis zijn van de jeugdzorgsector. Daarom is de jeugdzorg ook alleen maar duurder en slechter geworden bij de provincies.



Het is goed dat de VNG een stuk alerter lijkt en veel argwanender is naar de sector. De VNG lijkt niet van plan Jeugdzorg Nederland carte blanche te geven en door te gaanmet de oude praktijken.



Jeugdzorg Nederland lobbiet zich nu een ongeluk. De IPO doet mee zoals gewoonlijk. Maar het zou natuurlijk bij de transitie allesbehalve om de huidige jeugdzorgaanbieders moeten gaan.



Die hebben het namelijk totaal voor zichzelf verpest, falen achter elkaar, er is nauwelijks kennis en kunde om de verantwoordelijkheden waar te maken. Daarom zijn nieuwe aanbieders die het beter en goedkoper doen broodnodig.



Het domste dat gemeenten nu kunnen doen, is zichzelf opnieuw aan de leiband van Jeugdzorg Nederland leggen. En ingaan op het gedram om meer duidelijkheid over na 2015.



Stelregel zou zijn, alleen op basis van lagere koten, bewezen effectiviteit en transparantie (gemeenten kan de kwaliteit van de zorg ten alle tijde controleren) worden aanbieders in de jeugdzorg nog geselecteerd.



dr. M. Wilke / partner 0-24rod, veranderkundig adviseur sociaal domein
Ik lees dit artikel als: we moeten voorkomen dat zorgaanbieders failliet gaan, want daar zouden clienten de dupe van worden. Op deze stelling wil ik reageren:



Allereerst gun ik het zorgaanbieders natuurlijk niet om failliet te gaan. Tegelijkertijd willen we de jeugdzorg afslanken en goedkoper maken. Dit doen we door beter aan te sluiten bij behoeften van burgers, het stimuleren van de lokale samenleving, te werken aan preventie, burgers te wijzen op eigen verantwoordelijkheid en ga zo maar door. Dat hiervan een mogelijke consequentie is dat een bepaalde zorgbehoefte niet meer nodig is, omdat het op een andere manier opgelost wordt, vinden we met zijn allen een wenselijk resultaat. Toch??



Dat daar mogelijk instellingen van om gaan vallen is onlosmakelijk verbonden met dit resultaat.

Ga nu niet zeggen dat de jeugdzorg moet afslanken en tegelijkertijd mogen instellingen niet failliet gaan. Dit gaat niet samen.





Advertentie