Advertentie
sociaal / Nieuws

Toekomst Bureaus Jeugdzorg ongewis

De Bureaus Jeugdzorg moeten zich ontwikkelen tot regionale organisaties en zich in opdracht van gemeenten ontfermen over zware multiprobleemgezinnen.

25 november 2011

Dat stelt Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg (BJZ) in de agglomeratie Amsterdam. De bureaus nemen nu op grond van de hulpvraag en de problematiek van de cliënt een besluit over de meest geschikte aangewezen behandeling. Regels en procedures moeten voor gelijke behandeling van cliënten zorgen, waardoor de indicatiestelling als vanzelf bureaucratisch werd. De BJZ’s zijn behalve met bureaucratie steeds meer synoniem verklaard met wachtlijsten, ernstige incidenten (‘Savannah’) en te zware (dus dure) indicatie. Mede daarom dient de indicatiestelling door BJZ’s te sneuvelen, oordeelde vorig jaar een parlementaire werkgroep die de toekomst van de jeugdzorg ‘verkende’. Het kabinet nam die conclusie over, blijkt uit de beleidsbrief. Maar volgens Gerritsen stoelt de reputatie van de BJZ’s als ‘indicatiefabriek’ niet op de praktijk van nu. ‘Wij hebben de indicatiestelling al lang afgeschaft en vervangen door verwijzingen’.

Gerritsen wijst erop dat de BJZ’s zelf nooit om het indicatiesysteem hebben gevraagd. Aanvankelijk hield het ‘vrijwillige deel’ van de bureaus zich vooral bezig met laagdrempelige jeugdhulpverlening, zoals nu de Centra voor Jeugd en Gezin. Op last van de overheid verschoven de taken steeds meer richting diagnostiek en indicatiestelling voor specialistische jeugdzorg. De onafhankelijke BJZ’s schatten in of de leef- en opvoedsituatie van jeugdigen zo penibel is, dat ondertoezichtstelling nodig is. Dat advies wordt vervolgens getoetst door de Raad voor de Kinderbescherming, waarna de zaak mogelijk doorgaat naar de rechter. Die extra toetsing zal blijven: het voortbestaan van de Raad staat volgens het kabinet niet ter discussie.

Toekomst
De toekomst van de BJZ’s daarentegen staat wel onder druk. Volgens Gerritsen moeten ze zich ontwikkelen tot regionale organisaties, die in opdracht van gemeenten specialistische taken op zich nemen met betrekking tot zware multiprobleemgezinnen. Niet als ‘gewone’ zorgaanbieder, maar ‘verlengde overheid’, stelt Gerritsen.

Het document en de politieke discussie over de BJZ’s bevatten in Gerritsens ogen een denkfout: ‘Namelijk dat alle vrijwillige hulpverlening bij de Bureaus Jeugdzorg wérkelijk vrijwillig is. Van onze cliënten behoort 75 procent tot het ‘vrijwillig gedwongen deel’, waarbij hulpverlening voorkómt dat zij naar het justitiële deel doorstromen. Dat zijn zware probleemgezinnen met ouders die meewerken omdat ze inzien dat ze anders gedwongen worden. Als je die groep bij de Centra voor Jeugd en Gezin binnenhaalt, breng je een hoogdrempelige doelgroep binnen bij een laagdrempelige voorziening. Wij hebben steeds gezegd dat je die groep bij elkaar moet houden.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie