Advertentie
sociaal / Nieuws

Stap van schuldenbewind naar budgetbeheer vaak te groot

Voor veel burgers met problematische schulden is de stap van beschermingsbewind naar budgetbeheer te groot.

14 februari 2016

Voor veel burgers met problematische schulden is de stap van beschermingsbewind naar budgetbeheer te groot. Dat zegt Tom van Timmeren, teammanager Budgetbeheer en Kredietbank bij de gemeente Apeldoorn.

Zijn gemeente ontwikkelde ‘Budgetbeheer Plus (BBR+), waarbij de gemeentelijke kredietbank (‘Stadsbank’) extra en indien nodig langdurig intensieve ondersteuning biedt, soms met inschakeling van vrijwilligers- en hulpverleninginstanties. Bij ‘gewoon’ budgetbeheer wordt de cliënt geacht met een steuntje in de rug financieel zelfredzaam te zijn. Voorwaarde voor deze vrijwillige vorm van schuldhulpverlening is dat de cliënt ‘leerbaar is’. 

Financieel belang
‘Met BBR+ kan worden voorkomen dat de klant in het duurdere beschermingsbewind terecht komt of blijft hangen’, zegt de Apeldoornse wethouder (PvdA) Johan Kruithof. En daar hebben gemeenten een direct financieel belang bij. In 2014 zijn na een wetswijziging voor rechters ‘verkwisting’ en/of ‘problematische schulden’ toegevoegd als gronden om beschermingsbewind (zogenoemd ‘schuldenbewind’) op te leggen. De kosten worden verhaald op de onderbewindgestelde, maar als deze de bewindvoering niet kan betalen, mag er volgens de wet een beroep op de Bijzondere Bijstand worden gedaan.

Armoedebeleid onder druk
Gemeenten betalen zich nu scheel aan bijzondere bijstand, zoveel vaak dat de uitvoering van het overige lokale armoede- en schuldhulpbeleid onder druk staat. Zo zag Apeldoorn de kosten voor beschermingsbewind in 2015 met 50 procent toenemen ten opzichte van 2014 (van bijna €877.000 naar €1,4 miljoen), waarmee ze ruim drie keer zo hoog waren als in 2012. Leeuwarden kreeg in 2015 een kostenstijging voor de kiezen van ruim 30 procent (van €1,4 miljoen in 2014 naar ruim €1,8 miljoen); naar verwachting gaat daar in 2016 het gehele budget bijzondere bijstand op aan beschermingsbewind. In Arnhem exploderen de kosten van ruim €1,9 miljoen in 2014 tot ruim €2,8 miljoen, met de prognose dat het niveau in 2016 oploopt tot €3,3 miljoen. (bron: VNG)

Nodeloos lang
Bewindvoerders moeten jaarlijks verantwoording afleggen over hun activiteiten bij de rechtbank. Na vijf jaar beoordeelt de rechter of het beschermingsbewind wordt voortgezet of opgeheven. ‘Maar als niemand wat vraagt kan het beschermingsbewind in principe duren voor de rest van het leven’, zegt Van Timmeren. Zijn indruk is dat de onderbewindstelling van cliënten met problematische schulden vaak nodeloos lang duurt. ‘Met een deel van hen kan met voorliggende voorzieningen hetzelfde of zelfs méér bereikt worden. Het is voor een bewindvoerder, vanuit zijn eigen portemonnee gedacht, niet voordelig mee te werken aan de route richting zelfstandigheid, want dan is hij op den duur een klant kwijt.’

Zorginstellingen
Vergrijzing en toename van psychische en financiële problemen zijn niet de enige verklaring van het uit de pan rijzen van de kosten voor beschermingsbewind. Tot 2012 was het nog staande praktijk dat zorginstellingen de privéfinanciën van bewoners beheerden. Met het oog op eventuele belangenconflicten mag dat niet meer, maar ze kunnen sindsdien wel beschermingsbewind aanvragen voor cliënten. Tussentijds werden ook de kwaliteitseisen voor bewindvoerders opgeschroefd, met als gevolg dat die gemiddeld 20 procent hogere tarieven rekenen.

Evaluatie
Rechters zijn volgens Van Timmeren geneigd verzoeken om beschermingsbewind bewind te honoreren, ‘omdat ze redeneren vanuit het belang van de cliënt en niet beschikken over andere wettelijke instrumenten.’ Inmiddels heeft de Tweede Kamer in een motie aangedrongen de wet zo te herzien dat rechters in het geval van een verzoek om beschermingsbewind bij problematische schulden eerst advies vragen bij gemeenten en beoordelen of lichtere instrumenten toereikend zijn, of een meer tijdelijke voorziening.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur magazine van vrijdag 12 februari (inlog)

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Martin Rellum Marcus / Beschermingswindvoerder
De wetgever heeft met de wijzigingen in de wet schuldenaanpak. Juist meer budget taken bij de bewindvoerder neergelegd dit samen met de wijziging verantwoordelijkheid gemeenten. Als dit alles goed word uitgevoerd bespaard dit aan alle kanten geld en tijd.. Het is juist daar waar het nu aan ontbreekt. . Leer hoe hiermee om te gaan en informeer elkaar binnen de regio waar jij actief bent
Cees Rootjes / bewindvoerder-budgetbeheerder-budgetcoach
De ondertoon in het artikel dat bewindvoerders als het ware adverteren met de boodschap van: “Kom bij mij onder bewind, de 2e voor de halve prijs” is niet alleen misplaatst maar ook feitelijk onjuist. Het zijn niet de bewindvoerders die de oorzaak zijn van de toename van beschermingsbewind maar de mensen zelf en de rechtelijke macht die verzoeken tot onderbewindstelling honoreren. Voorts wordt gerefereerd aan de kwaliteitseisen voor bewindvoerders, die vanaf 1 april a.s. gaan gelden, en die oorzaak zouden zijn dat bewindvoerders hun tarieven met gemiddeld 20% hebben verhoogd. Wederom een misvatting. De tarieven voor bewindvoerders worden vastgesteld door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en zijn per cliënt vastgesteld op 17 uur per jaar, bij een meerpersoonshuishouden komt daar 17 uur bij maar krijgt een bewindvoerder 60% van 17 uur + 17 uur. Indien sprake is van een schuldensituatie komt daar 22 uur en bij meerpersoonshuishoudens is de berekening wederom 60% van 22 uur+22 uur.

Het is inderdaad correct dat de kosten van bewind meestal niet op de cliënt kunnen worden verhaald en dat een beroep wordt gedaan op bijzondere bijstand. Dat door de stijging van het aantal beschermingsbewinden de uitgaven van gemeenten fors stijgen is correct maar dat bewindvoerders te verwijten is nonsens.

Een volgend verwijt richting de bewindvoerders is dat in het algemeen beschermingsbewind te lang doorloopt. Het antwoord op de vraag hoe lang een beschermingsbewind moet duren wordt gegeven door de rechter. Ik sluit niet uit dat er bewindvoerders zijn die vanuit eigen belang niet al te enthousiast zullen bepleiten dat het bewind kan worden opgeheven maar aan de andere kant kan een rechter op basis van de jaarlijkse rekening en verantwoording, die een bewindvoerder moet opstellen, zelf een afweging maken of bewind al dan niet langer noodzakelijk is.

In een motie heeft de Tweede Kamer bij de verantwoordelijk Staatssecretaris bepleit om de wet zodanig te herzien dat rechters in het geval van een verzoek om beschermingsbewind bij problematische schulden eerst advies vragen bij gemeenten. Een in mijn ogen vreemde motie die zich slecht verhoudt met de trias politica, de scheiding der machten, omdat daardoor de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht kan worden aangetast. De Staatssecretaris komt dit najaar met een evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en zal bij die gelegenheid, naar ik aanneem, ook reageren op de motie.



Zoals eerder opgemerkt is het beroep van bewindvoerder thans een vrij beroep. Iedereen kan op dit moment bewindvoerder worden. Dat gaat, zoals opgemerkt, per 1 april a.s. veranderen omdat er wettelijke kwaliteitseisen gaan gelden. Op dat moment wordt het kaf van het koren gescheiden. Of dat direct gaat leiden tot een kwaliteitsverbetering moet worden afgewacht omdat een bewindvoerder die voldoet aan de kwaliteitseisen evengoed een slecht bewindvoerder voor zijn cliënt kan zijn. In een recente uitzending van het programma “De Monitor” hebben we kennis kunnen maken met voorbeelden van slecht bewind. Dat gemeenten een mogelijkheid krijgen om in gevallen van slecht bewind een procedure bij de rechter te starten om de bewindvoerder van zijn of haar taak te ontheffen zou ik mij kunnen voorstellen.



Een betere methode vind ik dat bewindvoerders en de lokale overheid beter met elkaar gaan samenwerken en veel meer inzetten op preventie in de sfeer van budgetcoaching. Budgetcoaching wordt vaak pas ingezet als sprake is van problematische schulden. Naar mijn mening moet al in een stadium dat sprake is van een moeizame financiële situatie, zonder dat er al schulden zijn, ingezet worden coaching waardoor mensen leren beter om te gaan met hun financiën en ook meer gebruik gaan maken van voorliggende voorzieningen. Uit het rapport “Geld op de plank” van het SCP blijkt dat er sprake van veel “niet gebruik” van voorliggende voorzieningen. Oorzaak daarvan liggen in het gebrek aan voorlichting en de ingewikkeldheid van de regelgeving.



Conclusie van het verhaal is dat de kosten voor schuldhulp inderdaad de pan uit rijzen maar het wel erg eenzijdig en onjuist is om daarvoor bewindvoerders verantwoordelijk te stellen. Immers bewindvoerders leggen geen bewind op dat doet de rechter. Meer samenwerking tussen lokale overheid en bewindvoerders, in een rol als budgetcoach, is dringend gewenst om meer preventief te gaan optreden zodat – wellicht – een problematische schuldensituatie kan worden voorkomen. Ik sta daar als bewindvoerder zeer open voor. Mijn doelstelling is niet mijn eigen portemonnee maar die van de burger.

Advertentie