Advertentie
sociaal / Nieuws

Reële tarieven jeugd-ggz geen zaak van minister

Gemeenten moeten reële tarieven voor jeugd-ggz betalen, vindt minister De Jonge (VWS). Hij gaat zich daar echter niet mee bemoeien. Dat is in eerste instantie een zaak van aanbieders en gemeenten.

26 april 2019
contract.jpg

Minister De Jonge (VWS) ziet geen rol voor zichzelf weggelegd om te zorgen voor reële tarieven voor de jeugd-ggz. Dat is in eerste instantie een zaak van aanbieders en gemeenten. Wel vindt hij dat gemeenten reële tarieven moeten betalen.

Stevig gesprek

Dat stelt De Jonge in antwoord op vragen van PvdA-Kamerlid Atje Kuiken. ‘Ik vind het belangrijk dat aanbieders zelf een stevig gesprek voeren met gemeenten als zij vinden dat zij het voor het geboden tarief echt niet in staat zijn om de noodzakelijke kwaliteit te leveren’, aldus de minister.

Waarborgen

De aanbieders zijn primair verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun organisaties, stelt de minister verder. ‘Het is in een decentraal stelsel aan gemeenten en aanbieders om tot overeenstemming te komen over het reële tarief gegeven de specifieke omstandigheden en wensen.’ In de Jeugdwet zijn daarnaast waarborgen opgenomen ‘waarmee gezorgd moet worden dat gemeenten voldoende hoge tarieven hanteren, zodat de kwaliteit van de jeugdhulp van hoog niveau blijft’.

Geschillen

Als gemeenten en aanbieders er niet uitkomen, kunnen zij aankloppen bij de Jeugdautoriteit, die per 1 januari in het leven is geroepen. Deze bemiddelt onder meer rondom de inkoop van jeugdhulp. Ook is er sinds dit jaar de geschillencommissie Sociaal Domein. Deze buigt zich onder meer over geschillen tussen gemeenten en aanbieders over gesloten inkoopcontracten, over bijvoorbeeld het tarief.

Rekeninstrument

Aanleiding voor de Kamervragen van Kuiken waren de uitkomsten van het benchmarkonderzoek van Berenschot naar kostprijzen onder zestien aanbieders van jeugd-ggz. Zij vertegenwoordigen ongeveer de helft van alle jeugd-ggz die wordt geboden. Daaruit bleek dat de aanbieders gemiddeld een verlies van drie procent over 2017 boekten. Naar aanleiding van de benchmark heeft Berenschot in opdracht van GGZ Nederland een onafhankelijk rekeninstrument ontwikkeld waarmee gemeenten en aanbieders het ‘goede gesprek’ kunnen voeren om tot reële tarieven te komen. Die is vertaald in een handreiking.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Arjan de Roon
Bekende reactie van deze minister, weglopen voor verantwoordelijkheid. Jeugd ggz had nooit overgeheveld moeten worden naar de gemeenten. Minister verwijst altijd maar naar de zorgaanbieders en gemeenten, terwijl landelijke politiek dit heeft geregeld! Ook zijn actieplannen met ontbrekende financiële. onderbouwing. Er moet van alles worden opgetuigd om te zorgen dat er eerlijke kostprijs wordt betaald. Hoe pervers en krom wil je het hebben. Tijd voor een parlementaire enquete!
Arjan de Roon
Bekende reactie van deze minister, weglopen voor verantwoordelijkheid. Jeugd ggz had nooit overgeheveld moeten worden naar de gemeenten. Minister verwijst altijd maar naar de zorgaanbieders en gemeenten, terwijl landelijke politiek dit heeft geregeld! Ook zijn actieplannen met ontbrekende financiële. onderbouwing. Er moet van alles worden opgetuigd om te zorgen dat er eerlijke kostprijs wordt betaald. Hoe pervers en krom wil je het hebben. Tijd voor een parlementaire enquete!
Arjan de Roon
Bekende reactie van deze minister, weglopen voor verantwoordelijkheid. Jeugd ggz had nooit overgeheveld moeten worden naar de gemeenten. Minister verwijst altijd maar naar de zorgaanbieders en gemeenten, terwijl landelijke politiek dit heeft geregeld! Ook zijn actieplannen met ontbrekende financiële. onderbouwing. Er moet van alles worden opgetuigd om te zorgen dat er eerlijke kostprijs wordt betaald. Hoe pervers en krom wil je het hebben. Tijd voor een parlementaire enquete!
Frank
Jammer van deze ambigue opstelling van de minister. Wat zijn dan reëele tarieven ? Alles kost geld en het gaat toch om nuttige besteding van het belastinggeld, van burgers voor burgers?
Ries Oonk
Het Berenschot rapport rammelt aan alle kanten. Het is simpelweg een uitvraag naar wat een beperkt aantal GGz instellingen zelf als kostprijs hanteert, waar vaak nog hun werkwijze van voor de transitie van taken onder ligt. Jeugd GGz is gedecentraliseerd met als bedoeling dat de sector (en de gemeente) op een andere wijze zou moeten gaan werken - dus meer samenwerking met de gemeente, meer ambulantisering, minder klinisch. Er zijn een aantal gemeenten waar wordt bewezen dat dit echt mogelijk is, met als effect betere zorg (eerder en efficiënter) tegen een lagere kostprijs. Deze - lagere - tarieven lijken mij dan ook de reële tarieven, niet de Berenschot tarieven.
Advertentie