Kamp: ondanks urgentie geen apart banenplan

Minister Henk Kamp van Sociale Zaken noemt ´een gevoel van urgentie' nodig in de aanpak van de toenemende werkloosheid. Maar volgens hem gaat het kabinet nu niet een apart banenplan optuigen.

Eén groot banenplan
Volgens Kamp is het regeerakkoord van het minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV ´een groot banenplan´. Dat zei de VVD-bewindsman in een debat met de Tweede Kamer over het arbeidsmarktbeleid.

Banenmotor
Om de economisch mindere vooruitzichten het hoofd te bieden is het volgens hem vooral zaak om de overheidsfinanciën met bezuinigingen en hervormingen weer op orde te krijgen, het koopkrachtverlies daarbij voor mensen zo veel mogelijk te beperken en de ´banenmotor die het bedrijfsleven heet´ de ruimte te geven.

Nederland doet het goed
Vooral oppositiepartijen PvdA, SP, D66, GroenLinks en de ChristenUnie dringen aan op extra maatregelen en hervormingen op de arbeidsmarkt om de oplopende werkloosheid tegen te gaan. Maar volgens Kamp doet Nederland het al goed ten opzichte van andere Europese landen. Wel sloot de VVD-bewindsman zich aan bij CDA-Kamerlid Mirjam Sterk, die vreest dat problemen toenemen als het beschikbare personeel in Nederland niet beter gaat aansluiten bij de vraag van werkgevers. Zo kunnen technische bedrijven nu al lastig geschikte arbeidskrachten vinden.

Jeugdwerkloosheid

Staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) noemde ook een nieuw actieplan tegen de stijgende jeugdwerkloosheid 'op dit moment niet aan de orde'. FNV Jong had hierom gevraagd. De bond vreest dat dit jaar de jeugdwerkloosheid stijgt tot rond de 10 procent, twee maal zo hoog als het gemiddelde.

250 miljoen euro

De Krom gaat wel met FNV Jong praten. Maar hij wil eerst effecten zien van het actieplan tegen jeugdwerkloosheid van het vorige kabinet. Zo wees hij er op dat veel van de 250 miljoen euro uit dit actieplan is geïnvesteerd in betere scholing van jongeren en in samenwerking tussen het onderwijs, bedrijfsleven en uitkeringsinstanties in de regio. Dat moet onder meer zorgen voor betere afstemming van het aanbod aan personeel op de vraag van werkgevers.