Advertentie
sociaal / Nieuws

‘2009 reële deadline kinddossier’

Informatie-achterstand, vragen over aanbesteding, dreigend geldgebrek: overal in het land wordt gewerkt aan de invoering van elektronische kinddossiers.

29 augustus 2008

De digitalisering van de jeugdgezondheidszorg is ‘op stoom’. Overal werken gemeenten en jeugdzorginstellingen aan de invoering van elektronische kinddossiers. Dat zegt Lineke Jonkers, projectleider van de ondersteuningsorganisatie die moet helpen bij dit proces. Vorig jaar liep de invoering van één landelijk elektronisch kinddossier (EKD) spaak op de aanbesteding. Minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) besloot toen dat de GGD’en en thuiszorginstellingen, verantwoordelijk voor de consultatiebureaus, zelf aan de gang moesten met de dossiers, onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Ze hebben daarvoor de tijd tot eind 2009. Elk kind krijgt dan vanaf het eerste contactmoment met de JGZ een digitaal dossier. Het Rijk werkt aan een landelijke ‘kop’, die uitwisseling tussen instellingen mogelijk maakt.

 

De oorspronkelijke planning was dat 1 januari 2009 alle instellingen een EKD moesten hebben. Onlangs heeft de minister gezegd dat op die datum iedereen met de invoering bezig moet zijn. Hoe zit dat?

 

Bijna overal moet de aanschaf van een softwarepakket worden aanbesteed (afhankelijk van het bedrag, red.) en dat duurt al gauw enkele maanden. Het duurde bovendien even voor bij iedereen de noodzaak om in actie te komen was doorgedrongen. In het begin waren veel gemeenten toch wat terughoudend, gezien de koerswijzigingen de laatste jaren rond het EKD. Het algemene beeld is dat gemeenten en de JGZ op een goede manier bezig zijn.

 

Waar gaan de meeste vragen over?

 

Vooral bij gemeenten is sprake van een informatie-achterstand, bij de instellingen leeft het onderwerp al langer. Vragen gaan vooral over de aanbesteding, hoe procedures moeten worden ingericht en het opstellen van de begroting.

 

Zo’n honderd GGD’en en thuiszorginstellingen, samen de jeugdgezondheidszorg, moeten met een EKD gaan werken. Krijgen we nu ook honderd verschillende EKD’s?

 

Nee. Sowieso is er maar een beperkt aantal softwaresystemen op de markt en er is vastgelegd welke gegevens ieder EKD moet bevatten om uitwisseling mogelijk te maken. Maar bovendien zien we dat er veel wordt samengewerkt. Veel GGD-regio’s besteden samen aan, vaak ook in samenwerking met de thuiszorg.’

 

Thuiszorg, verantwoordelijk voor kinderen tot 4 jaar, en de GGD, verantwoordelijk voor de jeugd vanaf 4 jaar, liggen met elkaar overhoop. De thuiszorg verwijt de GGD haar aandeel in de jeugdgezondheidszorg te willen afsnoepen. Heeft dat nog weerslag?

 

In sommige regio’s speelt dit wel. In de kern is invoering van zo’n EKD niet een heel ingewikkeld proces. Maar het gaat dwars door deze discussie heen en dat maakt het er niet eenvoudiger op.

 

De deadline is nu eind 2009. Is dat reëel?

 

Het is een reële deadline, maar er zal hard aan moeten worden getrokken. En er moet ook kritisch gekeken worden of er niet toch wat geld bij moet. Er is nog geld over van de stichting EKD. nl, die het landelijke EKD moest realiseren, en de minister heeft ook toegezegd dat dat naar de gemeenten gaat. Maar dan nog is een extra impuls belangrijk, met name voor de eenmalige kosten van de invoering. Hoeveel geld er nodig is zal blijken als de gemeenten hun begrotingen opmaken en we weten hoeveel geld ze in het EKD stoppen. Er zijn nu soms felle discussies tussen gemeenten en instellingen over de kosten. De automatisering in de JGZ is jaren verwaarloosd en dat moet in één keer worden ingehaald. Daarbij vragen gemeenten terecht hoeveel geld puur met het EKD te maken heeft en hoeveel met die algehele automatiseringsslag. Maar aan de andere kant: gemeenten zijn ook zelf verantwoordelijk voor die instellingen die nu zo achter lopen.

 

Kennis en kosten delen

 

In Oost-en Noord Nederland werken vier GGD’en en zes thuiszorginstellingen samen aan de invoering van één gezamenlijk kinddossier voor bijna een half miljoen kinderen. ‘De voordelen van samenwerking zijn evident’, vertelt projectleider Lejo Bouma. ‘We delen zo de kennis en de kosten. De kosten van een enkel aanbestedingstraject zijn door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten geschat op zo’n 40 duizend euro. Wij doen het voor een klein beetje meer met zijn allen en kunnen de kosten door tien delen.’

 

Welke gegevens in ieder geval moeten worden vastgelegd is landelijk bepaald. Bouma: ‘Naast de basisdataset die we moeten gebruiken, heeft ook iedere deelnemer zijn eigen opvattingen over wat daarnaast wel en niet in het dossier moet. Dat hebben we opgelost door dat soort vraagstukken voor te leggen aan een panel van honderd medewerkers. Hun mening is doorslaggevend.’ Wat het traject verder complex maakt is dat met iedere gemeente weer apart afspraken over het EKD moeten worden gemaakt, ook over geld, vertelt hij. ‘Het streven is eind 2009 het EKD operationeel te hebben. Of het lukt? We doen wat we kunnen, binnen de mogelijkheden die we hebben. Als het niet precies op dat moment klaar is, zijn we in ieder geval een eind op weg.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie