Bouwbedrijven mogen asfaltcentrales samenvoegen

De grote bouwbedrijven BAM en Heijmans mogen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hun asfaltcentrales in een gemeenschappelijke onderneming onderbrengen. Volgens de mededingingswaakhond is er geen gevaar dat de fusie de markt zal verstoren.

Duurzaam

Dat maakte de ACM vrijdag bekend. De bouwbedrijven, naast woning- en utiliteitsbouw ook groot in de wegenbouw, hebben samen tien asfaltcentrales over het hele land, en willen die samenvoegen om de bezettingsgraad van de centrales te verbeteren en meer te kunnen investeren in nieuwe technieken en duurzamere asfaltproductie.

Concurrentie

De bouwbedrijven kondigden de fusie eind vorig jaar aan. In een groot deel van Nederland was de fusie voor de ACM geen probleem, omdat daar veel concurrerende centrales overblijven, en de beide bedrijven de prijzen voor asfalt niet zomaar kunnen verhogen of het aanbod beperkten. Maar in Oost-Brabant en Limburg, waar de Brabantse Asfalt Centrale in Helmond en de Asfalt Centrale Limburg in Stein willen fuseren, zijn minder concurrerende centrales, en kondigde de ACM een onderzoek aan.

Onderzoek

Uit dat onderzoek onder opdrachtgevende overheden als provincies en gemeenten, transporteurs en andere concurrenten in de sector bleek dat er genoeg concurrentie overblijft. Wat daarbij meespeelt is dat BAM en Heijmans voor een rendabele bedrijfsvoering afhankelijk blijven van de afname van asfalt door concurrenten. In een reactie laat de provincie Noord-Brabant, als wegbeheerder een belangrijke opdrachtgever in de wegenbouw, weten dat het samenvoegen van de asfaltcentrales een goede ontwikkeling is voor duurzaamheid en innovatie. ‘Zo kan er gerichter worden geïnvesteerd,’ aldus een woordvoerder.