Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

De 10 plagen van de energietransitie

In een essay maakt gemeenteambtenaar en BB-columnist Almar Otten een nieuwe versie van de Bijbelse plagen. Nu die van de energietransitie.

28 mei 2023
Woningen

Omarm de chaos, wees nieuwsgierig, reis bij voorkeur zonder navigatiesysteem en blijf lachen als alles anders loopt dan verwacht. Dat leek Almar Otten een goed recept voor een gelukkig leven als  gemeenteambtenaar in de energietransitie. Tot een collega bij de gemeente Deventer het woord ‘plaag’ in de mond nam. Wat blijkt: de tien Bijbelse plagen vormen een zeer bruikbare metafoor voor de gemeentelijke uitdagingen in de energietransitie.

Recruiter Rijksoverheid - Amsterdam

JS Consultancy
Recruiter Rijksoverheid - Amsterdam

Strategisch adviseur participatie, werk en inkomen

Gemeente Vijfheerenlanden
Strategisch adviseur participatie, werk en inkomen

Verzameling onheil

De tien Bijbelse plagen vormen een bonte verzameling onheil dat over de Egyptenaren wordt uitgestort. Achtereenvolgens verandert water in bloed, zijn er heel veel kikkers, muggen en steekvliegen, veroorzaakt veepest honger waardoor mensen zweren krijgen, gaat het hard hagelen, zorgen zwermen sprinkhanen voor duisternis en sterven ten slotte alle eerstgeborenen. De wetenschappelijke verklaringen voor dit onheil zijn terug te voeren naar veranderingen in natuurlijke omstandigheden. Een vergelijking met de energie- en klimaatcrisis vind ik daarom niet heel geforceerd.

Plaag 1: Netcongestie

Het Deventer stroomnet zit vol, op papier. Nieuwe bedrijven krijgen nog wel een stroomaansluiting, maar zelf opgewekte stroom kan niet worden terug geleverd. Dat stelt ons als gemeente voor grote dilemma’s. Moeten we zonneparken in het landelijk gebied verbieden om de resterende ruimte op het net te reserveren voor windmolens of zon op dak bij bedrijven? Moeten we als gemeente beleid gaan maken om de toegang op het net te sturen?
 

Moeten we als overheid investeren in oplossingen voor energieopslag?

Gaan we daar dan in opnemen dat we terughoudend moeten zijn met het plaatsen van laadpalen voor elektrisch vervoer, omdat we weten dat het stroomgebruik door elektrisch rijden gaat exploderen? Of gaan we alleen vergunningen verlenen als de opgewekte stroom niet aan het net wordt geleverd en dus ‘voor de meter’ moet worden gebruikt? Moeten we als overheid investeren in oplossingen voor energieopslag? Hoe dan ook zal de opwek van duurzame stroom de komende jaren moeten worden afgestemd op de beschikbare netcapaciteit. En dat zal zeker leiden tot wrijving tussen ambities en daadkracht.

Plaag 2: Windmolens

Wij hebben in Deventer sinds 2015 twee windmolens. De stemming in de raad over het bestemmingsplan was 19 voor, 18 tegen. Die verhouding is sindsdien niet wezenlijk veranderd en dus worstelen college en raad met de vraag of we meer windmolens willen. Nadat de pogingen om een burgerberaad over energie en klimaat te houden begin 2023 zijn gestrand, ligt het speelveld weer helemaal open, met de in de regionale energiestrategie (RES) vastgestelde verdeling 60/40 tussen wind en zon als stok achter de deur.

De ervaring heeft geleerd dat elk voorstel kan rekenen op stormachtige bezwaren

Gaan we als gemeente locaties aanwijzen, laten we de regie deels los en dagen we initiatiefnemers uit om met plannen en bijbehorende draagvlak te komen of stelt het bestuur dat extra windmolens binnen de gemeentegrens ongewenst zijn? De maatschappelijke en politieke meningen daarover bestrijken het hele spectrum. Wat wordt de volgende stap? De ervaring heeft geleerd dat elk voorstel kan rekenen op stormachtige bezwaren. Gaat het bestuur die bezwaren trotseren of ontwijken? Als ambtenaar wil ik graag duidelijkheid voor onze inwoners. Daarom pleit ik ervoor om niet weg te lopen voor het lastige vraagstuk van wind op land.

Plaag 3: De RES

De gedachte achter de RES is niet onlogisch: benader het vraagstuk van wind en zon op een regionale schaal. De uitvoering van dat idee, met name de democratische inbedding, blijkt echter niet eenvoudig. Zo werd er kortgeleden een Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de PlanMER vastgesteld door de RES-bestuurders. De procedure gaf de gemeenteraad zes weken om een zienswijze in te dienen. Dat past niet binnen een ordentelijk raadsproces. De kunstgreep was dat het college een zienswijze voorstelde aan de raad en dat het behorende raadsvoorstel als hamerstuk werd behandeld op de laatste dag van de reactietermijn.

Een zeer recente werksessie met de raad leidde tot veel vragen over de samenhang tussen de herziening van ons energieplan, de RES, de PlanMER, de provinciale omgevingsvisie en de gemeentelijke omgevingsvisie, waarin de RES mogelijk wordt opgenomen als omgevingsprogramma. Het maakte duidelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden. De verschillende parallelle sporen kunnen in het lokale democratische proces namelijk maar op één plek eindigen: in het moeras.

Laten we ons onttrekken aan de deadlines voor de RES

Als ik op dit moment gedwongen zou worden om een keus te maken, wist ik het wel. Laten we ons onttrekken aan de deadlines voor de RES. Dan kunnen we de verschillende opwek- en warmtevraagstukken binnen de gemeentegrenzen aanvliegen vanuit het proces om te komen tot een nieuw Energieplan. Dat plan gaat allang niet meer alleen over duurzaamheid en percentages CO2-reductie. Het gaat over onze lokale energievoorziening, zowel op korte, middellange als lange termijn. Dat lijkt me een beter startpunt voor het lokale debat over opwek dan de op rijks­niveau afgesproken 35 terawattuur zonne- en windenergie op land.

Lees het hele essay met de andere zeven plagen deze week in BB10 (inlog).  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie