Advertentie
ruimte en milieu / Column

Chemofobie

Wat een ramp, die giframp die zich in augustus 2006 in Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust, voltrok. Een tanker van grondstoffenhandelaar Trafigura, de Probo Koala, legde in de haven van Abidjan aan en loste daar raffinaderijafval. Gevolg: 15 Ivorianen verloren het leven, en ontelbaar velen – misschien wel tienduizenden - werden vergiftigd.

27 oktober 2009

Althans, dat was het verhaal. In verschillende kranten en bladen hebben we journalisten in bewogen bewoordingen verslag zien doen van de rampspoed die meedogenloze westerse kapitalisten de arme bevolking van een Afrikaans ontwikkelingsland hadden aangedaan. ‘Europa vergiftigt Afrika’ was de tekst die GreenPeace op de romp van de Probo Koala schilderde. Op foto’s hebben we Ivorianen gezien met huidzweren en andere aandoeningen, en mannen in witte pakken en gasmaskers. We zagen ook poelen met smerige drab en borden met daarop doodshoofden.

Om de nood enigszins te lenigen heeft Trafigura (gevestigd in Amsterdam) tot twee maal toe een miljoenenschikking getroffen: met de autoriteiten van Ivoorkust en met een advocatenkantoor dat de belangen van de slachtoffers behartigde. Eindelijk gerechtigheid, zo leek het. De hele zaak leek nog repercussies te hebben voor de Amsterdamse wethouder Marijke Vos (Milieu/GroenLinks) omdat zij de Probo Koala vanuit Amsterdam naar Abidjan had laten vertrekken. De PvdA-fractie in de Tweede kamer was ‘woedend en beschaamd’ over het incident, en woordvoerder Diederik Samson riep op 20 september 2007 in de Tweede Kamer: ‘Wij hoeven de echte boeven natuurlijk niet te zoeken, want die zitten bij het bedrijf Trafigura. Grijp die personen en breng hen voor het gerecht.’

Maar er was eigenlijk niet veel aan de hand. Het opinieweekblad Opinio betoogde dat al in januari 2007, het overtuigende bewijs is onlangs geleverd door NRC-journalist Karel Knip in de NRC van 18 oktober 2009. Tussen de dumping van het afval en de sterfgevallen bleek geen verband te bestaan. Een bepaald gas had wel een weerzinwekkende stank verspreid en daarmee een vals gevoel van giftigheid. Hoe kan het dan dat er in Abidjan zo’n paniek was uitgebroken, dat GreenPeace tot acties overging, Trafigura werd vervolgd en alle media zo alarmistisch over de lozingen rapporteerden?

Waarschijnlijk heeft het alles te maken met een specifieke angst, chemofobie geheten. Zodra het woord ‘chemisch’ valt, lijkt een objectieve weergave van de feiten te sneuvelen. Wie de gebeurtenissen rond de Probo Koala en verschillende andere incidenten van de laatste decennia nader bekijkt, ziet een terugkerend patroon: de gevaren en schadelijke effecten van chemische stoffen worden stelselmatig overdreven en uitvergroot.

 

Daaruit blijkt dat onze cultuur nog steeds niet verlost is van de romantische verheerlijking van het natuurlijke. Met sommige producten van de chemische industrie moet natuurlijk zorgvuldig en voorzichtig worden omgegaan, zoals de grote ramp in het Indiase Bhopal in 1984 duidelijk aantoonde. Maar we zouden bijna vergeten hoeveel we ook aan de chemie te danken hebben en hoezeer de groeiende beheersing van de chemie ons leven langer, gezonder, comfortabeler en veiliger heeft gemaakt.

 


Het zou helpen wanneer ook alle andere media zouden erkennen dat de berichtgeving over de Probo Koala op spookverhalen berustte, en dat chemofobie een slechte raadgever is.

 

Bart Jan Spruyt

 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

frans / ambtenaar
De één verheerlijkt het natuurlijke, de ander het onnatuurlijke. Chemie heeft ons opgezadeld met rommel waar de evolutie ons nog niet op heeft voorbereid. Laten we wel wezen, tot ´75 was het slecht gesteld met onze lucht, water en bodem tot de pleuris uitbrak in Lekkerkerk. Een beetje milieuhysterie kan geen kwaad.
valentijn / burger
Geachte heer Spruyt,

Ik verwacht van een jurist een wat zorgvuldiger wijze van redeneren. Dat geen verband tussen doden en gifdumping is aangetoond, wil nog niet zeggen dat het spookverhalen zijn geweest. Hiermee stel ik niet dat er wel een verband is geweest.
Wel stel ik dat uw conclusie: het zijn dus spookverhalen, en alles is te herleiden tot 'chemofobie' schandalig kort door de bocht is.

Mij is bijvoorbeeld niet bekend of er sprake is geweest van stoffen die kortdurig een giftige werking hebben gehad. In het onderzoek wordt met name ingegaan op de sterfgevallen. Mij is niets bekend over potentieel ziekmakende effecten van de gassen, al dan niet met blijvend letsel. Verder is enige voorzichtigheid over de zorgvuldigheid van het onderzoek gepast. Het zou prima goed onderzoek kunnen zijn geweest. Maar zeker is dat vooralsnog niet.

Verder zijn er uiteraard krachten in het spel die een potentieel causaal verband tussen de gassen en de sterfgevallen liever niet als wel aan het licht gebracht zien. Ook dat maant tot enige voorzichtigheid.

U lijkt een meer genuanceerde houding voor te staan richting chemische industrie. Uw eenzijdige opstelling is daarmee slecht verenigbaar.
Advertentie