Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Dodenmars voor Delfts ensemble

Herindelingen maken veel gemeentehuizen overbodig. Eer serie over hun ongewisse lot. Deze week het voormalig gemeentehuis van Ochten.

11 maart 2016

Het voormalig gemeentehuis van Ochten is niet meer. Slopers werkten het de afgelopen weken vakkundig tegen de vlakte. Waar nu een gat is, komt een straks een supermarkt. ‘Deze sloop had nooit moeten gebeuren.’ Eerste deel van een serie over overbodige gemeentehuizen.

Afgedankt
Herindelingen maken veel gemeentehuizen overbodig. Eer serie over hun ongewisse lot.

Kobus van Ingen staat deze laatste donderdagochtend van februari in het dorpscentrum van Ochten, op een groot plein waarvan een derde part is ­omheind met hekwerk. Het hek staat om een grote, langwerpige kuil heen; een gat dat is achtergelaten door het voormalige gemeentehuis. December jongstleden is het gesloopt.

Amateurhistoricus Van Ingen, aangesloten bij de Historische Kring Kesteren & Omstreken, wijst naar enkele huizen in de straat naar de dijk. ‘Stuk voor stuk Delftse school. Zoals het gemeentehuis zelf ook was. Dat maakte het tot een ensemble en daar heb je er in deze stijl niet veel van in Nederland. Deze sloop had nooit moeten gebeuren.’

Ochten (4.500 inwoners) is een van de plaatsen die goeddeels opnieuw gebouwd moesten worden, nadat ze in het laatste jaar van de oorlog in de frontlinie hadden gelegen, aan Duitse kant, die bijgevolg door geallieerde troepen aan flarden werden geschoten. ‘Ochten staat in de top-3 van meest getroffen dorpen. Negentig procent van de bebouwing werd verwoest.’

In landelijk gebied werd de wederopbouw vaker uitgevoerd in Delftse stijl, die uitblinkt eenvoud. ‘Maar met enige speelsheid toch: vaak rode dakpannen, vaak een naar voren uitstekend raam en vaak een opvallend brede achtertuin doordat de woningen breed waren.’ En ook het gemeentehuis (architect J. Evers, opgeleverd in 1952) had zo zijn bijzonderheden: ‘De aanbouw voor de brandweerauto stond in een hoek van dertig graden op het hoofdgebouw. Kom daar eens op.’

De gemeente Neder-Betuwe (23.000 inwoners), waar Ochten onder valt, telt zo’n 300 objecten die tot de Delftse School kunnen worden gerekend, veelal woningen. Daarvan staan een rijtje huizen en het gemeentehuis in Opheusden op de gemeentelijke monumentenlijst. En het oude gemeentehuis in Ochten, tot voor vijf jaar terug dan. Wat bracht het gemeentebestuur ertoe dit ‘toonbeeld van naoorlogse herbouw’ neer te halen?

Van Ingen kent de motieven: jongeren trekken weg, Ochten loopt leeg; een tij dat met een vernieuwd, meer geconcentreerd hart aan winkels en voorzieningen wellicht te keren is. Komt bij: er kwam maar geen koper voor het gemeentehuis dat sinds de herindeling in 2002 vooral leeg stond. Het pand begon te verkrotten en leegstand op zo’n plek wil je niet.

Op instorten
Van Ingen vraagt zich af of het gemeentebestuur wel voldoende hard heeft getrokken aan verkoop. Werd niet al langer geredeneerd dat deze plek zónder pand méér zou opbrengen? Er komt nu een Aldi, die verderop in de straat uit zijn jasje is gegroeid. Grappend: ‘Dat is dus de tweede keer dat de zaak hier is neergegaan door toedoen van de Duitsers.’

De Aldi had toch gekund waar nu het dorpshuis annex zalencentrum zit? Dat zit aan hetzelfde dorpsplein en maakt ook deel uit van het centrumplan. En dan het dorpshuis in het oude gemeentehuis. Van Ingen: ‘Dát hadden ze moeten doen.’

Van Ingen weet dat die variant meer had gekost. Maar: mag erfgoed misschien iets kosten? ‘Bovendien is dit een prominente plek voor enkele generaties bewoners geweest: ze zijn er getrouwd, hebben de kinderen er aangegeven.’

Maar ook met werkgroep en een actie die ruim vijfhonderd handtekeningen opleverde, was geen poot aan de grond te krijgen in het gemeentehuis. Van Ingen wijst op de politieke verhoudingen. ‘SGP en PvdA zijn de grootste fracties, met een meerderheid in de raad: twaalf van de negentien zetels. Normaal gesproken zijn het partijen die zich bekommeren om erfgoed, maar hier zitten ze in het college, vóór 2014 trouwens met de ChristenUnie in plaats van het CDA nu.’

Het college heeft wat hem betreft een bedenkelijke rol gespeeld. Toen de Aldi zich in 2011 meldde, hebben B en W de spoedprocedure ingezet om het gemeentehuis van de gemeentelijke monumentenlijst te halen. ‘Hoezo spoed? Dat gemeentehuis stond echt niet op instorten hoor.’

Zo kon de monumentencommissie worden gepasseerd, met Van Ingen als een van de leden. ‘Het argument was dat die niet meer bestond. Hoe kan dat? Wij zijn pas in 2013 opgeheven. Punt was gewoon dat wij negatief geadviseerd zouden hebben en bij de raad bezwaar zouden maken als het college dat advies naast zich had neergelegd. Dat wilde ze voorkomen, want dan was het in openbaarheid gekomen.’

Beschermde status
Eind 2012, toen het winkelconcentratieplan aan de raad werd voorgelegd, bleek het gemeentehuis tot veler verbazing ontdaan van beschermde status. De in allerijl opgerichte werkgroep vroeg de voorzieningenrechter in Arnhem om schorsing van het plan. ‘Daarbij maakten we een kapitale fout: we richten ons bezwaar tegen het college. Dat had de raad moeten zijn. Het verzoek werd niet ontvankelijk verklaard. Verder procederen? Kijk, als er nu één raadsfractie was geweest die ons had ­gesteund… maar het bleef overal bij mooie woorden. Zonder draagvlak zagen we dat niet zitten. Binnen de gemeenteraad bestaat een totaal gebrek aan interesse voor erfgoed.’

Volgens wethouder Hans Keuken (SGP) bestond de monumentencommissie ‘formeel’ niet meer, toen het college in 2011 een ‘conform de gemeentelijke verordening een formeel juist besluit’ nam om het pand van de monumentenstatus te ontdoen. En hoefde het daaraan geen ruchtbaarheid te geven; het was in lijn met wat de gemeenteraad eerder had besloten. ‘In 2002 heeft ze aangegeven geen problemen te hebben met eventuele sloop. Inzet is altijd behoud geweest, maar als zich na al die jaren geen koper meldt, houdt het een keer op. Er was al vandalisme en zo’n leegstaand pand is nog eens gevoelig voor brandstichting ook.’

De Aldi in het oude gemeentehuis onderbrengen, was volgens Keuken geen haalbare kaart, en de ‘vele’ pogingen die werden ondernomen om het dorpshuis/zalencentrum ernaartoe te verplaatsen, bleken tevergeefs. En dwingen kun je een (commerciële) uitbater niet, legt de wethouder uit. ‘Ik hoop dat de mensen inzien dat er geen andere optie was dan ingaan op de enige partij die zich meldde: de projectontwikkelaar die iets met de Aldi wilde doen.’ Het liefst rakelt hij de zaak niet meer op. ‘Ik heb al genoeg over me heen gekregen. Mijn moeder kreeg te horen dat mijn vader, die ook raadslid en wethouder is geweest, zich in zijn graf zou omdraaien als hij van de sloop zou horen.’

Moet je zoiets van waarde niet tegen elke prijs behouden, door er bijvoorbeeld sociaal-culturele voorzieningen in onder te brengen? ‘Dat is een mooie gedachte, maar ik heb te maken met de realiteit. We zijn verschillende jaren artikel-12-gemeente geweest en hebben te maken met forse bezuinigingen en reorganisaties. Ons personeel zat vanaf de herindeling in 2002 in porto-cabins, dus lag er de wens voor een vernieuwd, uitgebreid gemeentehuis in Opheusden op tafel. De financiering daarvan werd deels gedekt door de opbrengst van het oude gemeentehuis. Voor een bestuurder soms een prisoner’s dilemma.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie