Beledigen wethouder door raadslid is geen vrijheid van meningsuiting
Een beroep op vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief voor een raadslid om een wethouder een pathologische leugenaar te noemen.

Een gemeenteraadslid dat een wethouder beledigt, krijgt daarvoor een taakstraf. Dat vecht hij aan bij de Hoge Raad, want: vrijheid van meningsuiting. Die houdt de veroordeling in stand omdat de beledigingen geen enkel publiek debat diende.
Tijdens een openbare gemeenteraadsvergadering van de gemeente Sittard-Geleen zegt een raadslid dat een wethouder in het verleden rapporten had vervalst. Daarbij kondigt hij aan dit via sociale media te gaan delen omdat hij in de raad en in het college daarover geen gehoor vindt. De wethouder zou in zijn ogen een blok aan het been zijn bij zaken als vertrouwen, misstanden en bestuurscultuur. Het raadslid voegt de daad bij het woord en schrijft op de Facebookpagina van zijn fractie dat hij zich niet door ‘corrupte bestuurders laat voorliegen of de mond snoeren’. De wethouder voelt zich door de uitlatingen in de raadsvergadering en op Facebook ‘aangerand in zijn eer en goede naam’, en doet aangifte van smaad en belediging.
‘Pathologische leugenaar’
Het gaat in deze zaak om drie zinnetjes op Facebook: de wethouder ‘moet verantwoorden voor valsheid in geschriften en liegen in de raad’, hij is een ‘professionele pathologische leugenaar’ waarbij hij ‘over lijken gaat om zijn leugens te verbergen. Daarvoor gebruikt hij lokale media, zijn loyale GOB-leger, de coalitie, de secretaris, heel veel ambtenaren, een complete juridische afdeling en uiteraard de burgemeesters die hem alle ruimte geven om zijn onaantastbare status te behouden’.
Geen smaad
Het raadslid, dat in de oppositie zit, moet voorkomen, maar de rechtbank Limburg spreekt hem vrij. Vervolgens gaat de officier van justitie in hoger beroep bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Smaad is niet aan de orde, aldus het hof. Smaad is wanneer iemand met een negatief bericht de goede naam van een ander wil beschadigen door het vertellen van de waarheid (bij laster wordt de goede naam bezoedeld met leugens). Het Facebookbericht waarin staat dat ‘de wethouder zich moet verantwoorden voor valsheid in geschriften en liegen in de raad’ acht het hof te weinig concreet. Daarom wordt het raadslid vrijgesproken van smaad.
Belediging
Volgens zijn advocaat moet het raadslid ook worden vrijgesproken van belediging. Een veroordeling daarvoor zou immers in strijd zijn met het recht op vrijheid van meningsuiting, dat gegarandeerd is in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daar is het hof het niet mee eens: van belang is of de gewraakte uitlatingen een bijdrage kunnen leveren aan het publieke debat of als deze een uiting zijn van artistieke expressie. Ook moet worden beoordeeld of de uitlatingen niet onnodig grievend zijn.
Vrijheid van meningsuiting
Volgens het hof leveren de Facebookberichten geen bijdrage aan het publieke of maatschappelijke debat. De berichten zijn eenzijdige uitlatingen van het raadslid die zonder enige context of onderbouwing op een openbare Facebookpagina zijn geplaatst. Hiertegen kan de wethouder zich niet verdedigen. Die berichten zijn, zo vindt het hof, louter grievend, strekken ertoe de wethouder in een kwaad daglicht te stellen en tasten onmiskenbaar de eer en goede naam van die wethouder aan. Dit alles getuigt van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag. ‘Ambtenaren met een publieke taak, zoals wethouders, behoren te kunnen functioneren zonder daarbij op een dergelijke wijze, zonder enige context of onderbouwing, beledigd te worden’, aldus het hof. Het raadslid wordt veroordeeld tot een taakstraf van twintig uren of anders tien dagen hechtenis.
Ongefundeerde aanval
Daar is het raadslid het principieel mee oneens, en gaat in cassatieberoep bij de Hoge Raad. Hij valt voornamelijk over de vrijheid van meningsuiting die het hof te veel zou hebben beperkt. Maar ook dat baat hem niet. Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof terecht geoordeeld dat de uitlatingen van het raadslid niet vallen onder de bescherming van artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en als belediging kunnen worden gekwalificeerd. De reden? De uitlatingen kunnen geen bijdrage leveren aan het publieke debat en hebben niet de bedoeling een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen. Dit is een ongefundeerde persoonlijke aanval op de wethouder. De Hoge Raad laat de veroordeling in stand, zoals ook de advocaat-generaal al eerder concludeerde.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.