Advertentie
financiën / Nieuws

Weinig invloed op belastingsamenwerking Limburg

29 Limburgse gemeenten en het waterschap hebben in de praktijk weinig invloed op het lokale samenwerkingsverband voor belastingsamenwerking. Er is 'werk aan de winkel', concluderen elf rekenkamers die opdracht gaven tot het onderzoeken van BsGW. Er zijn aanzienlijke kostenbesparingen, maar de kwaliteitsontwikkeling van dienstverlening is niet vast te stellen en no cure, no pay zorgt voor snel stijgende proceskosten.

18 juli 2021
Samenwerking-shutterstock-1321594085.jpg

29 Limburgse gemeenten en het waterschap hebben in de praktijk weinig invloed op het lokale samenwerkingsverband voor belastingsamenwerking. Er is 'werk aan de winkel', concluderen elf rekenkamers die opdracht gaven tot het onderzoeken van BsGW. Er zijn aanzienlijke kostenbesparingen, maar de kwaliteitsontwikkeling van dienstverlening is niet vast te stellen en no cure, no pay zorgt voor snel stijgende proceskosten.

Moeilijk invloed uitoefenen

‘De mogelijkheden van individuele deelnemers om invloed uit te oefenen op de (inhoudelijke en financiële) koers van BsGW is in de praktijk zeer beperkt’, is een van de conclusies. Door het grote aantal deelnemers is het met name voor kleine gemeenten moeilijk om invloed uit te oefenen op de besluitvorming. Er is eind 2020 een nieuwe gemeenschappelijke regeling in werking getreden, maar die beïnvloedt de mate van invloed van gemeenten niet.

 

Kostenbesparing

Bij de oprichting in 2011 (door Venlo en toentertijd twee waterschappen) werden drie doelen gesteld: kostenbesparing, het vergroten van de digitale dienstverlening en minimaal gelijkblijvende kwaliteit. ‘Het is aannemelijk dat de besparing die gemeenten hebben gerealiseerd door samenwerking in BsGW aanzienlijk is.’ Voor de meeste deelnemers was dat de voornaamste reden om aan de samenwerking mee te doen. Er is waarschijnlijk zo’n 105 miljoen euro bespaard.

 

Gefragmenteerde informatie

Of het doel van minimaal gelijkblijvende kwaliteit behaald is, is echter niet vast te stellen ‘door het ontbreken van een kwalitatieve nulmeting, gefragmenteerde informatie en ontoereikende indicatoren’. De kwaliteitsindicatoren zijn twijfelachtig omdat die een overwegend positieve score geven terwijl BsGW zelf in het ontwikkelplan aangeeft dat de organisatie door de ondergrens dreigt te zakken.

 

Klanttevredenheid

In het ontwikkelplan wordt geconstateerd ‘dat de focus van BsGW de afgelopen jaren (tot 2016) vooral heeft gelegen op uitbreiding van het aantal deelnemers’, schrijven de onderzoekers. In de jaren daarop blijkt uit klanttevredenheidsonderzoeken dat de klanttevredenheid daald van 7,1 in 2016 naar 5,7 in 2019, om in het tweede kwartaal van 2020 weer te herstellen naar 6,8. Voor de kwaliteit van het WOZ-proces krijgt BsGW een 3 van de Waarderingskamer, ‘lager dan de benchmarkorganisatie (score 4; goed) en ook lager dan de gemiddelde landelijke score (score 3,2)’.

 

No cure, no pay

BsGW heeft ‘zicht en grip’ op de kostenontwikkeling, ‘met uitzondering van de proceskosten’. De stijging van die kosten gebeurt sinds een wetswijziging die ruimte gaf aan no-cure-no-paybureaus (ncnp-bureaus) om voor inwoners bezwaar te maken tegen WOZ-beschikkingen. BsGW geeft aan dat dit een landelijk fenomeen is. ‘Daarnaast zijn er aanwijzingen dat BsGW meer tijd kwijt is aan een bezwaar dat door een ncnp-bureau wordt ingediend dan een bezwaar dat door een burger zelf wordt ingediend.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie