Advertentie
financiën / Nieuws

Touwtrekken met ondergrondse kabels

De kans bestaat dat de rechter na de lantaarnpalen het gehele elektriciteitsnetwerk toewijst aan de provincies en de gemeenten. Regionale beheerders als Liander en Enexis hebben dan het nakijken.

16 maart 2012

Bij de rechtbank in Groningen loopt momenteel een bodemprocedure over de vraag wie de juridische eigenaar is van het netwerk van ondergrondse elektriciteitskabels. Is dat de regionale netbeheerder, waar het eigendom momenteel berust, of zijn dat de provincies en gemeenten?

Het antwoord op deze vraag kan grote gevolgen hebben voor beheer en onderhoud van deze netten.

Tot voor kort zag netwerkbeheerder Enexis alle 140.000 lantaarns in Groningen en Drenthe als haar eigendom. Onderhoud en beheer werden ook al sinds 1986 door het bedrijf uitgevoerd. Tot de provincies en de gemeenten begin dit jaar het contract met werkmaatschappij Ziut van Enexis opzegden.

‘Gedwongen winkelnering’ stelden de overheden. Ze gaven een tijdelijke opdracht aan een derde partij en bereiden voor juni dit jaar Europese aanbesteding voor. Ze willen tegelijkertijd onderhoud en beheer splitsen. Verwachte besparing: 3 miljoen euro op de huidige 15 miljoen euro per jaar.

Enexis spande daarop een kort geding aan maar werd in het ongelijk gesteld: de lantaarnpalen kunnen technisch van het net worden losgekoppeld en behoren volgens de rechtbank daarom niet tot het netwerk. Mede omdat de oude eigendomsafspraken waar Enexis zich op beriep nooit op schrift zijn vastgelegd, kregen provincies en gemeenten het eigendom toegewezen.

Daarmee kwam een einde aan de feitelijke monopoliepositie van Ziut. Of het bedrijf meedoet aan de aanbesteding van het onderhouds- of beheercontract is nog onduidelijk.

Geen olievlek

‘Het onderhoud en beheer van het bovengrondse deel van openbare verlichting wordt op de meeste plekken al jarenlang aanbesteed, deze uitspraak zal dus geen olievlekwerking hebben’, aldus hoogleraar intelligente elektriciteitsnetwerken Han Slootweg van de TU Eindhoven. Hij is ook Enexis- medewerker, maar spreekt niet namens het bedrijf. Interessantere kwestie is volgens hem hoe de rechter zal oordelen in een nog lopende bodemprocedure over het eigendom van het ondergrondse kabelnet dat de lantaarnpalen van elektriciteit voorziet.

‘Tot nu toe gaat iedereen ervan uit dat het elektriciteitsnet in bezit is van regionale beheerders als Liander en Enexis. Als de rechter oordeelt dat de provincies en gemeenten eigenaar zijn van dat deel van het netwerk dat de openbare verlichting van energie voorziet, dan kan dat grote gevolgen hebben voor beheer en onderhoud. De kabels die de lantaarnpalen voeden, zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met het laagspanningsnet.’

De hoogleraar schetst daarbij twee hoofdlijnen: de rechter wijst het elektriciteitsnet toe aan gemeenten en provincies voor zover dit lantaarnpalen voedt, of de rechter wijst hen het hele elektriciteitsnetwerk toe omdat het netwerk één geheel vormt. In het eerste geval voorziet de hoogleraar veel onduidelijkheid, om niet te spreken van chaos. ‘Als je per kabel een andere beheerder hebt, wie is dan verantwoordelijk als er een storing is? Het onderhoud door de gemeente of provincie raakt dan direct de prestaties en de staat van het net dat verder door de netbeheerder wordt beheerd. Dat maakt het allemaal erg lastig.’

Eilandjes

Mocht het hele netwerk toevallen aan de overheden, dan is de situatie volgens Slootweg theoretisch overzichtelijker. ‘Dan kun je het beheer namelijk per lokaal netwerk organiseren. Dat zijn redelijk op zich zelf staande eilandjes. Je hebt er dan niet onmiddellijk last van als de buren het onderhoud laten versloffen.’

Maar vreest hij dan dat de lokale overheden dat zouden doen als zij zelf het beheer overnemen? ‘Laten we zeggen dat de nationale politiek niet voor niets heeft gezegd dat de netwerken van dusdanig strategisch belang zijn dat deze niet in handen van de markt mogen vallen. Het lijkt mij dan ook geen goede zaak als het onderhoudsbudget moet concurreren met dat van de plaatselijke sporthal of een nieuw zwembad.’

Ook denkt Slootweg niet dat de tucht van de markt per se tot kostenbesparingen zal leiden. Deze tucht wordt namelijk ook nu al gevoeld. Nederland kent een systeem waarbij de netbeheerders elk hun eigen gebied hebben. Ze treden weliswaar niet direct met elkaar in concurrentie, maar wel ‘virtueel’: elke paar jaar legt de energiekamer van de NMa de tarieven van de netbeheerders naast elkaar en middelt de prijs. Dit gemiddelde wordt het nieuwe transporttarief voor de komende periode.

‘Alle bedrijven zullen onder het gemiddelde kostenniveau willen uitkomen, omdat ze anders minder winst maken’, zegt Slootweg. ‘Dat leidt vanzelf tot efficiënt werken. De tarieven zijn de laatste jaren dan ook fors gedaald.’

Gezakt

De prijzen zijn zelfs zo gezakt dat de NMa inmiddels tariefstijgingen toestaat. De tarieven van Enexis mochten met ingang van dit jaar met zo’n 10 procent stijgen. Enexis heeft de stijging echter beperkt tot de inflatiecorrectie en dus een groot deel van de door de NMa gegeven ruimte onbenut gelaten.

Het netwerkbeheer is volgens Slootweg gebaseerd op drie pijlers: betrouwbaarheid, prijs en duurzaamheid. ‘Deze drie verhouden zich tot elkaar. Ga je te veel op prijs werken, dan komen de andere twee makkelijk in de knel. Ons land heeft een van de meest betrouwbare netwerken ter wereld, tegen een alleszins redelijk tarief. Moet je dat vanwege een juridisch geschil over het eigendomsrecht in gevaar brengen?’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie