Advertentie
financiën / Nieuws

Onderschatting Amsterdamse begroting opgelopen tot 1,4 miljard

Het wordt voor de gemeenteraad steeds lastiger om overzicht te houden, signaleert de rekenkamer.

14 oktober 2024
Begroting rekenmachine Shutterstock
Shutterstock

De onderschatting van de baten en lasten in de begroting is in Amsterdam de laatste jaren uitgegroeid naar jaarlijks meer dan een miljard euro. In 2023 werd er zelfs 1,4 miljard meer uitgegeven dan vooraf gepland. De rekenkamer signaleert dat het afnemen van de voorspellende waarde van de begroting de grip van de gemeenteraad op de gemeentelijke financiën verzwakt.

Strategisch beleidsadviseur mobiliteit

Gemeente Uithoorn
Strategisch beleidsadviseur mobiliteit

Accounthouder Omgevingsvergunningen en milieu

Gemeente Bloemendaal
Accounthouder Omgevingsvergunningen en milieu

Landelijk

Het is geen uniek Amsterdams probleem, de onderschatting van de baten en lasten en de grote verschillen tussen begroting en jaarrekening. Gemeenten begroten in de periode 2017-2021 elk jaar gezamenlijk een tekort van meer dan een miljard euro, maar dat bleek achteraf steeds mee te vallen. Het verschil tussen begroting en jaarrekening groeit. In 2021 bedroeg het zelfs een meevaller van 3 miljard euro, voornamelijk veroorzaakt doordat het rijk pas laat bekend maakt welke middelen beschikbaar komen.

Programma's

Zo ook in Amsterdam. De gemeente geeft ieder jaar veel meer geld uit dan vooraf begroot, maar er komt ook steeds veel meer geld binnen. Uit het onderzoek van de rekenkamer blijkt dat veruit de meeste onzekerheid zit in het sociaal domein. De programma's met de grootste onderschattingen zijn Werk, inkomen en participatie, met een gemiddelde onderschatting van 207 miljoen euro, en Volksgezondheid, jeugd en zorg (gemiddelde onderschatting: 153 miljoen euro). Gedurende het jaar worden de ramingen steeds accurater.

Systematische beschouwing

Een volledig nauwkeurige begroting is niet realistisch, erkent ook de rekenkamer. Toch is de huidige situatie, waarbij de onderschatting oploopt tot 1,4 miljard euro per jaar, volgens de rekenkamer niet wenselijk: De verschillen zijn op dit moment niet goed navolgbaar en niet inzichtelijk voor de raad. Het Amsterdamse college doet haar best incidentele verschillen te benoemen en te verklaren, maar er is geen systematische beschouwing over de ramingsproblemen.

College

Een begroting met een omvang van 6,7 miljard, en een jaarrekening van 8,1 miljard: het verschil is dusdanig dat de rekenkamer twijfelt aan de mate waarin raadsleden nog goed kunnen sturen. Het college laat in een reactie op het rapport weten het patroon te herkennen, maar zegt ook dat er nu eenmaal een bepaalde mate van onzekerheid is. ‘Het streven is om zo realistisch mogelijk te ramen, maar deze onzekerheid vormt een inherent onderdeel van het begrotingsproces.’

Incidenteel

Een systematische benadering is volgens B&W lastig, omdat hoewel de onderschatting een patroon laat zien, de oorzaken steeds afwijkend zijn. Als voorbeeld noemt het college de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. ‘Het snelle herstel van het toerisme en de economie na corona en extra middelen uit het gemeentefonds brachten ons meer baten dan we konden voorzien.’ Ook zegt Amsterdam liever te onderschatten, dan achteraf met een tekort te worden geconfronteerd. Het college zegt wel toe de navolgbaarheid van de afwijkingen in de jaarstukken te verbeteren.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Op zichzelf is het niet zo erg om in een begrotingsjaar meer geld te ontvangen dan uit te geven. Het overschot van de gemeenterekening vloeit namelijk terug naar de algemene middelen waardoor gemeenteschulden kunnen worden verminderd. In het daarop volgende begrotingsjaar ontstaat dan meer ruimte om uit te geven en/of te investeren. Het risico van het overschrijden van de gemeentebegroting wordt hierdoor juist beperkt(er).
Advertentie