‘Nú nationale aanpak nodig voor breedband in buitengebieden’
Provinciale initiatieven om buitengebieden van snel internet te voorzien zijn mooi, maar niet afdoende om het platteland leefbaar te houden, stelt professor Dirk Strijker. Er is Haagse actie nodig.
Provinciale initiatieven om buitengebieden van snel internet te voorzien zijn mooi, maar niet afdoende om het platteland leefbaar te houden, stelt professor Dirk Strijker. Er is Haagse actie nodig.
Aanpak Overijssel
De provincie Overijssel heeft ingestemd met een voorstel om snel internet uit te rollen in de buitengebieden. In eerste instantie laat men dat over aan marktpartijen, maar mochten die er niet uitkomen, dan komt er een ‘koepelorganisatie’ voor aanleg, exploitatie en beheer van de voorzieningen, los van de provincie, die 56 miljoen euro beschikbaar heeft.
Willekeurige lappendeken
Dirk Strijker, bijzonder hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen, juicht dit soort initiatieven toe, maar vindt ze niet genoeg. “Er zijn allerlei initiatieven, met name in Friesland en Gelderland waar geld beschikbaar is, maar daardoor ontstaat een lappendeken van plekken waar toevallig en willekeurig al of niet snel internet wordt aangelegd. Er is nationale sturing nodig.”
Leefbaarheid in geding
Het ontbreken van goede internetaansluitingen op het platteland en in kleine kernen (naar schatting een kwart miljoen adressen) is een nijpender probleem dan gedacht, stelt Strijker. “We moeten op vrij korte termijn snel internet in die buitengebieden hebben. Het kan met het wegvallen van allerlei voorzieningen op het platteland júist een alternatief bieden.” Strijker ziet behoefte bij boeren (die bijvoorbeeld steeds vaker geavanceerde melkrobots op afstand moeten aansturen), de zorg (waar het beroep op 'e-health' alleen maar zal groeien), het onderwijs en de ‘data-intensieve’ burger. Voorkomen moet worden dat die naar de steden trekken waar wél fatsoenlijk internet is. De leefbaarheid van de buitengebieden is daarmee volgens hem op korte termijn in het geding.
'Nieuwe techniek'
Ondertussen heeft het probleem van het ontbreken van goed internet geen echte eigenaar en wordt het nogal eens vooruit geschoven. “Eén van de argumenten om het vooruit te schuiven is dat er ‘nieuwe techniek’ komt die kabels overbodig zou maken. Maar die nieuwe techniek wordt steevast in stedelijke gebieden uitgerold. Er zijn nog steeds plekken waar je niet eens fatsoenlijk kunt béllen of waar geen coax in de grond ligt.”
Haags probleem
Hoe het precies moet, weet Strijker niet, maar ‘Den Haag’ moet wel actie ondernemen om niet-willekeurig en landelijk de witte plekken in te vullen. “Het zou kunnen met wet- en regelgeving, met extra geld of het afromen van geld elders, maar er moet echt wat gebeuren.”
Als je een geheel dekkend glasvezelnet wilt aanleggen inclusief het buitengebied, dan moeten er in onze gemeente 6.100 adressen worden aangesloten. Daarvan zijn 5.500 woonadressen (bedrijfswoningen) meegeteld. Dan is de keuze voor alleen verstedelijkt gebied voor de meeste aanbieders een logische economische afweging.
Het rijk en de provincies zouden hierin voortouw moeten nemen! Er moeten middelen beschikbaar komen om de aanleg van dekkende netwerken te stimuleren. Een garantstelling voor de aanloop is vaak al voldoende. De gemeente Boekel heeft bewezen dat het kan.
Met vriendelijke groet.
Dirk Jan van Mourik