'Referendum niet met DigiD'

Het elektronisch inzamelen van handtekeningen bij een raadgevend referendum kan in principe niet vergemakkelijkt worden met DigiD als authenticatiemechanisme. Dat schrijft Minister Guusje Ter Horst van BZK in een brief aan de Kamer.

Tijdens een debat in de Tweede Kamer over het raadgevend referendum was haar gevraagd na te gaan of en hoe er een betrouwbaar systeem te gebruiken is voor het elektronisch inzamelen van handtekeningen voor de aanvraag van een referendum en voor de uitvoering ervan. We beschikken immers al over DigiD als betrouwbaar middel om de identiteit van betrokkenen vast te stellen.

Op het eerste gezicht lijkt DigiD inderdaad geschikt voor het indienen en ondersteunen van een referendum, stelt Ter Horst. Een daarvoor te bouwen applicatie, die bijvoorbeeld koppelt met het GBA om te kijken of iemand (nog) gerechtigd is een inleidend verzoek of een ondersteuningsverklaring in te dienen, zou vrij eenvoudig met het DigiD-systeem te koppelen zijn.

Maar het ligt toch gecompliceerder, stelt zij. “De reden daarvan is kort gezegd, dat elke belastingaangifte of beschikkingaanvraag een afzonderlijk proces is, waarin een onverhoopte fout of vergissing voor ieder die daardoor is getroffen, zo nodig achteraf kan worden hersteld. Bij referendumverzoeken en ondersteuningsverklaringen ligt dit anders. Hier gaat het in feite telkens om één enkel, zeer omvangrijk proces waaraan een groot aantal burgers min of meer tegelijkertijd deelneemt. “ Een referendumproces vergt op veel punten vergelijkbare waarborgen als het gewone verkiezingsproces, stelt zij. En als er ook maar ergens twijfel rijst over de betrouwbaarheid van verzoeken of verklaringen of de manier waarop die elektronisch zijn verwerkt, dan kan het proces niet zomaar even opnieuw worden begonnen.

Anticiperend op vragen of de minder ‘zware’ status van raadgevende referendums wellicht met minder garanties toekan, stelt Ter Horst dat dat politieke keuzes zijn. (FB)