Telecomcode kan rol gemeenten ‘iets groter maken’

De Europese Unie eist betere communicatienetwerken, ook op het platteland, dus er komt een wijziging van de Telecommunicatiewet. Momenteel loopt hiervoor een internetconsultatie. 'De rol van gemeenten kan hierdoor iets groter worden’, zegt hoogleraar Jan Smits van de TU Eindhoven.

Onvoldoende investeringen

Het doel van deze Telecomcode, die wordt geïmplementeerd met een wijziging van de Telecommunicatiewet, is onder andere om te zorgen dat ‘alle burgers en bedrijven een brede toegang hebben tot netwerken met een hoge capaciteit voor een redelijke prijs’, blijkt uit het Integraal afwegingskader (IAK). In heel de EU is ‘sprake van onvoldoende investeringen in met name rurale gebieden.’ De wetswijziging moet zorgen voor investeringen in snelle breedbandnetwerken.

Meer zicht

Overheidsinstanties moeten toegang verlenen tot publieke infrastructuur, zoals verkeerslichten, voor de plaatsing van small cells (mini-zendmasten met tientallen tot honderden meters bereik). Een gevolg van de wetswijziging voor bedrijven is dat aanbieders nieuwe verplichtingen krijgen. ‘Steeds meer bedrijven willen zenders en ontvangers ophangen en dan komen ze bij gemeenten uit’, zegt hoogleraar Smits. ‘Gemeenten mogen dat niet tegenhouden, maar met deze wetgeving krijgen ze iets meer zicht op de te installeren infrastructuur.’

Vrij directief

Smits begrijpt niet waarom de internetconsultatie (die open is tot 9 september) überhaupt plaatsvindt. ‘Brussel is vrij directief. Maar in Nederland wordt dan gekeken hoe we het op onze eigen manier kunnen inrichten. Dat kan zorgen voor veel problemen.’

In de pas

De EU voert deze wijzigingen door om te zorgen dat ‘de regulering in de pas loopt met de technologische- en marktontwikkelingen, innovatie stimuleert en eindgebruikers goed beschermt’, staat in het IAK. ‘Met een wijziging van de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde lagere regelgeving wordt deze Telecomcode geïmplementeerd.’

Ongelijkheid

Smits stoort zich verder aan wat hij ‘ongelijkheid’ noemt tussen landelijke aanbieders en kleine gemeenten. ‘Een landelijke partij komt dan aan in een gemeente, doet het trucje voor de zoveelste keer, en praat met een wethouder die er vermoedelijk niets van weet.’

Gezondheid

Uit sommige reacties op de consultatie blijkt dat er zorgen zijn over gezondheidsrisico’s. Of en in hoeverre die risico’s er zijn, blijft een punt van discussie. In april schreef het kabinet dat uit onderzoeken blijkt dat er geen gezondheidseffecten zijn zolang de blootstelling onder de limieten blijft, maar er blijven twijfels bestaan. Smits zegt: ‘Ik ben geen arts, maar vermoedelijk zijn er geen gezondheidsrisico’s vanwege de frequenties die gebruikt zullen gaan worden.’