Huizinga mag verder met ov-chipkaart

Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer) in haar aanpak van de problemen met de ov-chipkaart.

De staatssecretaris benadrukte gisteren in het debat met de Kamer dat de kaart, anders dan sommige media berichtten, niet gekraakt is. “De chip is gekraakt, maar de ov-chipkaart niet. Dat heeft te maken met de extra beveiligingsmaatregelen die op de kaart zitten.”

Over de aard en daarmee de kosten van de maatregelen voor een veiliger kaart kon zij nog niets zeggen. De Kamer zaagde haar daarover door. Huizinga wil de resultaten afwachten van een contra-expertise op een TNO-onderzoek, die op dit moment wordt gemaakt door een instituut in Londen. Dit tweede onderzoek naar de beveiliging van de chipkaart moet in april klaar zijn.

Huizinga wilde in afwachting van de dubbelcheck geen uitspraken doen over de gevolgen van de problemen voor de planning. Het is de bedoeling dat de ov-chipkaart vanaf 1 januari 2009 landelijk wordt ingevoerd. De strippenkaart moet op die datum het veld ruimen.

De ChristenUnie-politica zei opnieuw dat ze de strippenkaart pas afschaft als de ov-chipkaart goed genoeg functioneert. Deskundigen ramen de kosten van het langer in de lucht houden van twee systemen op 50 miljoen euro per jaar. Het is nog onduidelijk hoeveel extra geld een betere beveiliging kost.

Huizinga wilde geen enkele raming maken en net zo min zeggen wie die kosten betalen, of dat de ov-bedrijven zijn of de overheid. Arriva, Connexxion en Veolia willen niet opdraaien voor financiële tegenvallers, onder meer omdat het Rijk de afgelopen jaren al tientallen miljoenen euro’s op het openbaar vervoer heeft bezuinigd.

De staatssecreatris verwacht nog een pittige discussie met de vervoerders. “De komende weken worden de kosten inzichtelijk gemaakt en moet duidelijk worden wie wat betaalt. Daarbij zullen harde noten gekraakt worden.” Voor 1 juli krijgt de Kamer uitsluitsel. (ANP)