Advertentie
digitaal / Achtergrond

‘Er moet nu echt duidelijkheid gaan komen’

Bijna vijf jaar zat Astrid Oosenbrug namens de PvdA voor ict-zaken in de Tweede Kamer. Ze maakt zich boos over het feit dat tal van marktpartijen, ondanks wanprestaties, nog steeds hun gang kunnen gaan bij de overheid. ‘Ik wil een parlementaire enquête.’

22 februari 2019
ict-medewerker.jpg

Astrid Oosenbrug wil parlementaire enquête ICT-aanbestedingen

Het is een moeizame combinatie: overheid en open source software. Dat is op zich best vreemd, want je zou van overheden verwachten dat ze juist inzetten op zaken als innovatie, concurrentiekracht en kostenbesparingen. Zaken die je een-op-een kunt koppelen aan open source software. Maar echt opschieten doet het gebruik ervan binnen de overheid niet. Dat terwijl in het commerciële domein open source inmiddels haast niet meer weg te denken is in primaire of kernprocessen.

Volgens Astrid Oosenbrug, bestuursvoorzitter van de stichting Open Source & Overheid (OS&O), heeft de geringe animo van de overheid voor open source software voor een groot deel te maken met oude gewoonten. ‘Bij aanbestedingen van ict-projecten zijn het vrijwel altijd oplossingen uit de hoek van de closed source software, die er met de buit vandoor gaan. Officieel moeten open source-oplossingen een even grote kans krijgen, maar dat is vaak een wassen neus. Via-via hoor ik dat in meerdere gevallen open source-oplossingen al op voorhand buitenspel zijn gezet.’

Best vreemd, vindt Oosenbrug, ‘want elders in de wereld is het gebruik van open source software lang en breed geaccepteerd. In Nederland heerst nog steeds een cultuur dat er onderling afspraken worden gemaakt en dat de overheid coûte que coûte zaken blijft doen met bepaalde bedrijven. In het parlementair onderzoek naar ict-projecten bij de overheid, de commissie- Elias, kwam dat nogmaals naar voren. Het probleem was dat mensen tijdens de verhoren niet onder ede gehoord konden worden, waardoor ook bepaalde feiten niet boven tafel kwamen.’

Angst
Het is niet alleen de ‘vertrouwde cultuur’ die ertoe bijdraagt dat het gebruik van open source software bij de Nederlandse overheid niet doorbreekt. Volgens Oosenbrug komt het ook omdat het ontbreekt aan bestuurlijk lef. Met name in de top van overheidsorganisaties. ‘Ik denk dat er veel angst zit. Angst om een baan kwijt te raken, angst om een bewindspersoon in verlegenheid te brengen of angst dat de eigen partij beschadigd wordt. Allemaal factoren waar heel Nederland last van heeft, ook omdat we het wel hebben over belastinggeld. Ik betaal met alle liefde mijn belastinggeld. Zeker als ik zie dat er goede dingen mee gedaan worden. Dat is anders als ik weet dat dat geld naar één of andere grote ict-boer gaat en het ook nog eens niets oplevert’, aldus Oosenbrug.

Ze is met name gepikeerd over ict-marktpartijen die er een potje van maken. ‘Er zijn marktpartijen die toch steeds weer boven komen drijven bij overheidsaanbestedingen. Hoe kun je als overheid marktpartijen die meerdere keren de fout in zijn gegaan, meerdere keren ver over budget zijn gegaan en aantoonbaar grove fouten hebben gemaakt, toch weer gewoon een opdracht gunnen? Ik vind dat absolute waanzin.’

Om het beleid ten aanzien van ict-projecten bij de overheid echt aan te pakken, zou Astrid Oosenbrug graag zien dat er een parlementaire enquête komt. ‘Als het gaat om ict-projecten en software, verspillen we in Nederland veel geld. Dat gaat inmiddels over miljoenen, misschien wel over miljarden euro’s. Moet je nagaan waar we dat geld aan zouden kunnen besteden. Aan zorg of aan onderwijs bijvoorbeeld.’

Het kan best zijn, stelt Oosenbrug, dat haar gevoel of vermoeden niet klopt en dat ze er naast zit. ‘Maar dan wil ik het wel zwart op wit hebben. Het moet uitgezocht worden, maar dan ook écht. Daarom mijn pleidooi voor een parlementaire enquête. Dat biedt de mogelijkheid om mensen onder ede te horen, iets wat bij het parlementair onderzoek van de commissie-Elias niet kon.’ Als ander verschil ten opzichte van het eerdere onderzoek benoemt ze dat je bij een enquête ook bewijsstukken kunt opvragen.

Astrid Oosenbrug heeft lang genoeg meegelopen in ‘Den Haag’ om te weten dat haar pleidooi voor een parlementaire enquête vermoedelijk niet op al te veel sympathie kan rekenen. ‘Mijn gevoel zegt dat politiek Den Haag het niet aandurft om die stap te zetten, ook al begrijpen ze misschien dat het belangrijk is. Er is een te grote angst om de eigen bewindspersoon naar huis te sturen. Dat is een vervelende positie waar wij ons, als politiek, in gemanoeuvreerd hebben. Het echte dualisme bestaat in mijn ogen niet meer, niet in politiek Den Haag.’

Idealen
Oosenbrug merkte het zelf toen haar PvdA nog in de coalitie zat met de VVD. ‘Destijds heb ik nog wel een poging gedaan om aandacht te krijgen voor dit onderwerp, maar het werd niet nodig geacht. Ook al omdat we net de commissie- Elias achter de rug hadden. Met de kennis van nu had ik toentertijd misschien steviger moeten vasthouden aan mijn idealen, maar waarschijnlijk had de partij ook dan gezegd dat ze de coalitie niet op het spel zetten voor zoiets onbenulligs als ict.’

Het is inmiddels twee jaar geleden dat Oosenbrug uit de Tweede Kamer vertrok. Vrijwillig. In september 2016 maakte zij bekend in maart 2017 niet terug te zullen keren. Spijt van die stap heeft Oosenbrug niet. Sterker: zij heeft het gevoel dat zij van buitenaf meer kan betekenen dan in de Kamer zelf. ‘Ik was geen briljant debater en in de Kamer is dat wel belangrijk. Ik was op de inhoud, ben een redelijke denker en stelde te veel vragen. In de Kamer werkt dat anders.

Vaak genoeg heb ik gehoord dat ik lastig was, maar het leuke is wel dat ik nu af en toe te horen krijg dat ik destijds gelijk had. Zo zei Ronald Plasterk, toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, bij mijn afscheid: ‘Je bent in ieder geval een Kamerlid dat met terugwerkende kracht kan zeggen dat zij gelijk had.’ Het is mooi dat Plasterk dat zei, maar ik zat niet in de Kamer voor mijzelf. Ik zat daar voor de rest van Nederland en ik zag dat er structureel erg veel geld werd verbrast.’

ICT-affiniteit
De voormalig systeembeheerder constateert dat er onder de huidige leden van de Tweede Kamer niet veel zijn die affiniteit met ict hebben. ‘Dan heb je het over een enkeling. Dat is jammer, want het betekent ook dat er weinig inhoudelijke vragen worden gesteld en alles bij het oude blijft. Eigenlijk had ik gehoopt dat de Piratenpartij met één zetel in de Kamer zou komen en dan zou fungeren als luis in de pels bij het onderwerp ict. Helaas is dat niet gebeurd.’

Toch lijkt er binnen de overheid iets te veranderen. Gemeenten zetten al twee decennia kleine stappen richting de inzet van open source software. Mogelijk dat Common Ground, de gemeenschappelijke visie op ict-infrastructuur voor gegevensverkeer binnen en tussen gemeenten, zorgt voor een extra versnelling. Binnen Common Ground is het gebruik van open source software een belangrijke rode draad.

Ook is Oosenbrug positief als het gaat om het gebruik van open standaarden binnen de overheid. ‘In de afgelopen jaren is er op dat punt het nodige veranderd. In positieve zin. Open standaarden spelen een voorname rol in de GDI, de generieke digitale overheid, waar nu aan wordt gewerkt. De GDI valt in de toekomst voor een groot deel onder de Wet digitale overheid. Dat betekent dat er ook op gecontroleerd en gehandhaafd moet worden.

Het is nog wel even de vraag wie hier toezicht op gaat houden of verantwoordelijk voor gaat worden.’ Wat haar betreft gebeurt dat door het ministerie van Binnenlandse Zaken, ‘of wijzen zij een partij aan die dat voor hen doet. Sowieso betekent het voor overheden, zoals gemeenten, dat zij werk moeten maken van open standaarden. Ik snap dat dat best lastig is, want maar al te vaak wordt het ictwerk bij gemeenten gedaan door mensen die het er bestuurlijk ‘even bij’ doen. In dat kader doe ik een oproep aan ict’ers om zich aan te melden voor een rol in het openbaar bestuur.

Denk en praat mee. Als ict’ers zijn wij vaak nogal andersdenkend, hebben overal een mening over en oplossingen voor, maar gaan we niet om tafel zitten om ook echt stappen te zetten. Mijn voorstel is dat wel te doen. Ik heb bijna vijf jaar in de Tweede Kamer gezeten, soms met lange tanden, maar ik heb mij wel overal tegenaan bemoeid. Ook al vonden zij mij soms lastig, ik heb af en toe daadwerkelijk het verschil kunnen maken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie