Advertentie
carrière / Column

‘Judeonationalisme’ als nieuwe beschavingsretoriek

Politici moeten zich niet laten verleiden tot instrumenteel gebruik van antisemitisme, want hiermee is de joodse gemeenschap niet geholpen.

07 maart 2024

Sinds de oorlog in Gaza staat antisemitisme weer op de politieke agenda. Joodse mensen in Nederland hebben steeds meer met antisemitisme te maken in hun dagelijks leven, maar daar gaat het meestal niet over als er in de politiek over antisemitisme wordt gesproken. Antisemitisme wordt wel vaak als weerwoord geboden tegen Palestina-demonstraties. In deze column bied ik een overzicht van wetenschappelijke onderzoeken die laten zien dat we kritisch moeten zijn op politici die antisemitisme gebruiken om hun eigen politieke agenda te bevorderen.

Niet alleen is het onoprecht, het schaadt zowel joden als moslims door een zogenaamd beschaafde rechtvaardiging te bieden voor het tegenwerken van de politieke standpunten van moslims, standpunten die sowieso al ondervertegenwoordigd zijn in de politiek. Politici en opiniemakers gebruiken al decennialang ‘beschavingsretoriek’ om kritiek op culturele buitenstaanders te rechtvaardigen. Door zich te beroepen op rechtvaardige, beschaafde en liberale onderwerpen zoals gendergelijkheid, LHBTI-rechten en vrijheid van meningsuiting, lijkt het bekritiseren van culturele anderen meer gerechtvaardigd.

Wanneer LHBTI-rechten worden aangezwengeld om kritiek te uiten op culturele anderen, zoals moslims, wordt dat homonationalisme genoemd. Dit artikel noemt Pim Fortuyn de eerste politicus die succesvol een homonationalistische agenda voorstond. Maar er zijn ook andere vormen van beschavingsretoriek denkbaar: bijvoorbeeld wanneer vrouwenrechten worden gebruikt om een nationalistische agenda te bevorderen wordt dat femonationalisme genoemd. Dit gebeurde onder andere door Republikeinse Amerikanen om de invasie van Afghanistan en Irak te rechtvaardigen.

De wetenschappelijke literatuur over homonationalisme, femonationalisme en de meer algemene beschavingsretoriek heeft lang gediscussieerd over de vraag of bezorgdheid over LGBTI- en vrouwenrechten oprecht of instrumenteel is. ‘Interpretivistische’ onderzoekers beargumenteerden lang dat LHBTI- en vrouwenrechten juist instrumenteel gebruikt worden om een nationalistische agenda te bevorderen. Echter, er was lang geen empirisch bewijs voor.

Het is volledig mogelijk dat ‘judeonationalisme’ instrumenteel wordt gebruikt om een nationalistische agenda verder te bevorderen

Maar in dit artikel toon ik aan dat degenen die het meest waarschijnlijk tegen adoptie door koppels van hetzelfde geslacht zijn, ook degenen zijn die moslimpolitici het vaakst stereotyperen als homofoob. En vice versa: degenen die voorstanders zijn van regenbooggezinnen, zijn minder geneigd om moslimpolitici te stereotyperen als zijnde homofoob. Een ander recent onderzoek toont met een slim experimenteel onderzoeksdesign aan dat LHBTI-rechten daadwerkelijk instrumenteel gebruikt worden, als strategie om moslims te bekritiseren. LHBTI-rechten als discursief wapen tegen moslims en andere culturele buitenstaanders.

Sinds de oorlog in Gaza is echter het wapen steeds vaker antisemitisme. In navolging op de literatuur van het homonationalisme en femonationalisme noem ik dit ‘judeonationalisme’. Hiermee lijkt antisemitisme een nieuw veelvoorkomend ‘beschavings’wapen’ dat tegen moslims wordt gebruikt. Als het onderzoek naar homonationalisme enige indicatie is, dan is het volledig mogelijk dat ‘judeonationalisme’ ook instrumenteel wordt gebruikt om een nationalistische agenda verder te bevorderen.

Recent onderzoek onderstreept een sterke connectie tussen de vijandigheid tegenover moslims en de vijandigheid tegenover joden, en hoe radicale groepen online de verspreiding van haat voor beide groepen organiseren door regelmatig te wisselen van doelwit: de ene keer zijn moslims de vijanden, de andere keer joden. Ander onderzoek toont aan dat racisme tegen moslims en antisemitisme een culturele logica delen, waarbij racisme tegen moslims sterker is, maar antisemitisme voortkomt uit anti-moslim attitudes. Versterkte anti-moslim attitudes kunnen neveneffecten hebben: het produceren van meer antisemitisme. Dat is uiteindelijk voordelig voor extreemrechtse nationalistische groepen die etnocentrisme propageren. In het nadeel zijn dan zowel joden als moslims.

Met andere woorden, laat je niet verleiden tot het instrumentele gebruik van antisemitisme. Het ene moment lijkt het alsof de joodse gemeenschap hiermee geholpen is, maar het andere moment is juist de joodse bevolking het doelwit, of welke andere groep dan ook.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nico Bos
Discussie hierover is een heet hangijzer. De conclusie is dat cultuurverschillen in een geforceerde multiculturele samenleving geen succes wordt als men ZICHZELF als groep binnen onze samenleving blijvend discrimineert met duidelijk waarneembare kenmerken, symbolen, meningen en (afwijkende) gedragingen. Daar zijn door cultureel antropologen al dikke boeken over geschreven. zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Culturele_evolutie
Advertentie