Advertentie
carrière / Achtergrond

Intern opleiden en over de grens werven

Het percentage moeilijk vervulbare vacatures bij gemeenten nam toe van 5,9 procent in 2015 naar 6,5 procent in 2016. Eén van de strategieën om je als gemeente van voldoende medewerkers te verzekeren, is ze zelf op te leiden. Maastricht werft in België. 

01 september 2017

Gemeenten anticiperen op ontstaan personeelstekorten

Gemeenten hadden vorig jaar ‘een fors hoger aantal openstaande vacatures’ dan een jaar eerder. Toch wil projectmanager Fred Jansen van het A+O fonds Gemeenten niet spreken van een overspannen arbeidsmarkt en al helemaal de vergelijking niet maken met de hoogconjunctuur ten tijde van de eerste millenniumjaren. ‘Integendeel, wij hebben juist de indruk dat de gemeentelijke arbeidsmarkt langzaam weer wat meer in beweging komt, door meer instroom, uitstroom en doorstroom.’

A+O fonds vraagt alle gemeenten elk jaar hoeveel openstaande vacatures er op 31 december waren, en hoeveel vacatures ‘moeilijk vervulbaar’ waren (langer dan een half jaar openstaand). Op basis van de ingekomen cijfers wordt uitgekeken naar patronen. Hangt het al dan niet kunnen invullen van vacatures samen met gemeentegrootte bijvoorbeeld? Of met de regio waarbinnen een gemeente ligt?

Jansen en zijn collega’s hebben in de vacaturecijfers over 2016 geen patroon kunnen ontdekken. Zeker, er zijn gemeenten die makkelijker dan de gemiddelde gemeente aan mensen komen, net zoals er gemeenten zijn die dat juist moeilijker afgaat. Maar, zegt Jansen: het is allemaal at random. ‘Bij afwijking van het gemiddelde bleek telkens weer sprake van een bijzondere omstandigheid. Dan heeft een gemeente in een reorganisatie gezeten bijvoorbeeld, waardoor tijdelijk geen mensen werden aangenomen. Of een vacaturestop is opgeheven, met meer instroom als gevolg.’

Is het voor gemeenten in het westen van het land lastiger om aan mensen te komen dan in de rest van het land, zoals in het onderwijs? De projectmanager: ‘Daar hebben we niet specifiek naar gekeken, maar de indruk is eerder andersom: gemeenten in het westen lijken juist makkelijker aan mensen te komen. Het aanbod aan mensen is er groter en daardoor is het eenvoudiger voor gemeenten.’

Leerwerkbedrijf
Groot zijn is interessant, merkt de gemeente Maastricht (122.000 inwoners), in dat geval vergeleken met de andere gemeenten in Zuid-Limburg. Algemeen directeur bedrijfsvoering en dienstverlening Marthè Rompen: ‘Als centrumgemeente met veel uitdagingen zijn we aantrekkelijk en hebben we vergeleken met de rest minder moeite om aan mensen te komen.’

Het is niet iets waar de laatste jaren verandering in is gekomen. Gevraagd naar veranderingen begint Rompen eerst over een verandering die hij voorziet voor de komende jaren: ‘We krijgen te maken met een enorme uitstroom bij de uitvoerende onderdelen, vooral bij stadsbeheer, onderhoud openbare ruimte en afvalinzameling. De gemiddelde leeftijd ligt er hoog; tot aan 2020 gaan er zo’n honderd collega’s met pensioen. Op een totaal van 395.’

De vacatures die zo ontstaan, krijgt Maastricht slechts mondjesmaat ingevuld, zegt Rompen, tevens loco-gemeentesecretaris: ‘De hoveniersopleiding levert dertig mensen per jaar, en dat is dan voor heel Limburg; veel te weinig als je met zo’n gat zit.’ Maastricht anticipeert op het tekort met het plan om mensen intern te gaan opleiden. Concreet: stadsbeheer wordt ook een leerwerkbedrijf, iets wat je in meer gemeenten ziet gebeuren. ‘Mensen die er een diploma halen en het goed doen, kunnen dan gewoon in dienst bij ons komen. Daarmee dienen we meteen een ander doel: mensen op achterstand perspectief bieden.’

Directiefuncties
Terug naar het nu: gaat het nu moeilijker dan pakweg twee jaar geleden? Rompen stapt over op de hogere echelons. Daar, zegt hij, heeft Maastricht nu inderdaad wat meer problemen dan eerder om aan mensen te komen. Het zijn de functies waarvoor standaard landelijk wordt geworven, en niet zelden zijn het van origine Limburgers die van boven de grote rivieren terugkeren voor zulke posten, vertelt Rompen.

Waarom Maastricht nu meer moeite heeft om aan managers en directiefuncties te komen, weet de loco-gemeentesecretaris niet: kan ook gewoon toeval zijn. ‘We hebben trouwens ook iets geleerd, namelijk dat we ook over de grens kunnen werven, onder Nederlandstalige Belgen. Dat realiseerden we ons, nadat het was gelukt om een vrouw uit Tongeren aan te stellen als de nieuwe directeur stedelijke ontwikkeling en economie.’

Bij de hogere technische functies ziet Rompen meer verklaring; hij legt de link met de aantrekkende economie: ‘Voor die functies ben je in concurrentie met het bedrijfsleven, dat merk je nu weer goed.’ Maastricht heeft de voorbije jaren ook moeite gehad om het sociale domein te bemensen – wat alles te maken had met de decentralisaties –, maar dat is nu wel zo’n beetje voorbij, zegt Rompen.

’s Lands eerste stad die de Maas op weg naar de zee aandoet heeft een ‘succesvol’ traineeprogramma, waaruit jaarlijks ongeveer drie jonge mensen de organisatie instromen. Ook zijn er geregeld mensen die voor vast komen na op projectbasis te zijn ingehuurd. Dat is allemaal mooi en zeer welkom, zegt Rompen, en een deel van hen stroomt uiteindelijk door richting het management. ‘Maar om huidige vacante topfuncties in te vullen, moet je extern; zulke kandidaten moeten onder meer beschikken over een sterk ontwikkelde sensibiliteit voor politiek- bestuurlijke vraagstukken en ze moeten ervaring hebben het leidinggeven.’

Traineeprogramma
Hoofd HRM Edwin Kuil van de gemeente Utrecht (335.000 inwoners) zegt dat er vorig jaar ongeveer 450 nieuwe collega’s de organisatie zijn binnengekomen, van wie 350 onder de 35 jaar. ‘Mijn indruk is dat dat niet heel veel ingewikkelder is verlopen dan voorgaande jaren.’

Daarbinnen blijven data- en ict-functies ‘en bijvoorbeeld ook een arts in de jeugdzorg’ lastiger te vervullen dan de rest, door de concurrentie. ‘De vraag naar zulke mensen is enorm’, zegt Kuil. Er zijn best processen die wat vertraging oplopen door een tijdelijk gebrek aan mensen, maar lang duurt dat nooit en erdoor in de problemen raken doet Utrecht niet. ‘Dat komt omdat je het voorziet. Als je mensen nodig hebt om datamodellen te maken dan wéét je gewoon: dikke kans dat het lastig wordt. Daar speel je op in, door te kijken of je de mensen alsnog intern hebt, en als dat niet het geval blijkt, door externen in te huren, of door de vraag neer te leggen bij de leverancier die het project gaat doen. Dan wordt het ook opgelost.’

Een andere oplossing is zelf mensen gaan opleiden, aldus het HRM-hoofd. Daarbij gaat het onder anderen over data-scientists: tien, het afgelopen jaar. Verder heeft Utrecht een traineeprogramma waar jaarlijks 30 à 35 mensen instromen. ‘Dit jaar hadden we ruim 800 aanmeldingen. Daaraan zie je dat een gemeente nog altijd zeer in trek is als werkgever. Ook als je naar de motivatie van de kandidaten kijkt trouwens: de meesten willen juist vanuit maatschappelijke betrokkenheid bij ons werken. Maar ook daarin zie ik niet meteen een verandering ten opzichte van jaren geleden.’


Minder werklozen
Doordat het aantal vacatures oploopt, terwijl het aantal mensen dat werkloos is afneemt, neemt de spanning op de arbeidsmarkt toe. Tegenover elke openstaande vacature staan volgens het CBS nu gemiddeld 2,2 personen die geen betaald werk hebben maar daar wel direct voor beschikbaar zijn en ook naar werk zoeken. Een jaar eerder waren dat er nog 3,6. ‘Toch is de arbeidsmarkt nog niet zo krap als in 2008. Toen waren er per openstaande vacature 1,3 werklozen’, aldus het CBS.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie