Wijkagent werken te weinig in wijk
Wijkagenten werken te weinig in de eigen wijk. De bedoeling is dat ze 80 procent van hun tijd in hun eigen wijk bezig zijn, maar in de praktijk blijft dit steken bij 65 procent. Dat komt doordat de wijkagenten moeten bijspringen voor onder meer noodhulp en toezicht buiten hun wijk.
Dat blijkt uit een onderzoek dat politieminister Ernst Hirsch Ballin donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De agenten moeten buiten kantooruren vaak elders de gaten in de roosters vullen. Op zich doen de agenten daar niet moeilijk over, omdat ze ook op andere plaatsen nuttig werk kunnen doen, maar ze maken zich er wel zorgen over dat ze te weinig aan het werk in hun eigen wijk toekomen.
Administratieve ondersteuning
De problemen zouden kunnen worden verholpen door de politie meer armslag te geven voor noodhulp. Dat voorkomt dat wijkagenten de helpende hand moeten toesteken en ook nog eens met het papierwerk blijven zitten. De agenten erkennen dat ze hun gegevens goed moeten bijhouden. Maar wijkagenten zouden ook wel wat meer administratieve ondersteuning kunnen gebruiken, bevelen de onderzoekers aan.
Minister
Na de zomer wordt duidelijk wat de minister met de uitkomsten van het onderzoek gaat doen. Eerst mogen de korpsbeheerders nog zeggen wat ze ervan vinden.
Toen ik zelf bescherming zocht tegen een oververhitte buurman, heb ik drie keer moeten bellen voordat er iemand kwam; ze hadden het "druk met een evenement"....