Weg uit het Stadhuis
Wethouder Mary Fiers (43) is de invloedrijkste vrouw van Eindhoven, vindt het stadsblad Frits. Maar zo gedraagt ze zich niet. Joviaal, informeel en wars van dikdoenerij probeert ze het bestuur dichter bij de Eindhovenaren te brengen.
Het komt voor dat mensen een beetje teleurgesteld reageren als ze mij ontmoeten. Je ziet ze denken: is dat nou de wethouder? Ze verwachten dat een man in een pak uit een dikke dienstauto komt zetten, en vervolgens stapt er een blonde vrouw uit een Mini. Informeel, zonder een gevolg van ambtenaren. Eigenlijk is dat wel goed’, lacht de Eindhovense wethouder Mary Fiers (43).
Waarom dat goed is? Ze kijkt rond in café-restaurant Usine in het hart van haar stad, en zegt: ‘Omdat het aangeeft dat ik geen pretenties heb en dicht op de burgers wil staan. Tijdens mijn spreekuur heb ik ook geen dossiers op mijn bureau liggen en is er geen legioen ambtenaren opgetrommeld. Ik vraag bezoekers ook nooit vooraf waarvoor ze komen. Ik wil zelf van de mensen horen wat er aan de hand is en daarna gaan we op onderzoek uit.
Organiseer ik het andersom, dan weet ik precies wat voor circus er ontstaat. Iedereen gaat het spreekuur zitten voorbereiden en voor je het weet ligt er een integrale ambtelijke notitie voor een spreekuurgesprek op tafel. Helemaal niet nodig en het gaat eigenlijk ook nooit fout. Bovendien gaat het er vaak om dat mensen gewoon willen dat er iemand naar hen luistert. Als de behandelend ambtenaar, met wie ze al 5 jaar in de clinch liggen, naast mij zit, dan wordt zo’n gesprek niks.’
We zitten op verzoek van wethouder Mary Fiers (PvdA, wonen, wijken, vergunningverlening, ruimte en burgerparticipatie) in café-restaurant Usine, in de zevenhoekige Lichttoren in het hart van de stad. Ooit het gloeilampencentrum van Philips, nu woon-, werk- en ontmoetingscomplex. Toonbeeld van de Eindhovense vernieuwingsdrang, vindt Fiers.
Geboren en getogen om de hoek in Bladel, maar al 25 jaar gelukkig in Eindhoven en vorig jaar door het stadsblad Frits uitgeroepen tot invloedrijkste vrouw van de stad, vertelt Fiers wat Eindhoven zo bijzonder maakt: ‘Je wordt er misschien niet direct verliefd op, maar als je er bent ga je er ontzettend van houden. Het is geen stad van uiterlijk vertoon, maar van innerlijke kracht.
Er is letterlijk en figuurlijk ruimte. Eindhoven weet zich ondanks alle crises, van DAF tot Philips en de huidige financiële malaise, altijd te vernieuwen door denkkracht te combineren met daadkracht. De stad heeft van nature niets mee: geen grondstoffen, geen haven, dus moeten de mensen het doen. Dat heeft voor een creatieve geest gezorgd. Mensen zoeken elkaar op en bedenken dingen en voeren ze hier uit. Dat vind ik niet alleen, dat vindt ook het Intelligent Community Forum (ICF) in New York, dat de Brainport Regio Eindhoven vorig jaar uitriep tot slimste regio van 2011.’
Lijsttrekker
Mary Fiers is sinds 2006 wethouder in Eindhoven. In 2010 was ze bij de gemeenteraadsverkiezingen lijsttrekker voor de PvdA. De partij verloor net als bijna overal in het land zetels, maar bleef wel de grootste van de stad. Het lijsttrekkerschap beviel haar goed, en de stad keek er niet van op. Fiers: ‘Leuk om te doen. En ook wel natuurlijk. Het was niet zo van: hé, wie hebben we daar? Nooit gezien en opeens komt ze langs om met ons te praten. Ik probeer als bestuurder 50 procent van mijn tijd buiten het stadhuis te zijn. Dat lukt niet, maar 40 procent haal ik wel. Dat is ook de ondergrens hoor.’
Fiers is onophoudelijk met haar 3.300 volgers in de weer op Twitter (@wethouderfiers) om te berichten wat er in en buiten Eindhoven gebeurt. De portefeuille burgerparticipatie, voor menig wethouder een ‘motje’, is haar kortom op het lijf geschreven. Ze nodigt bezoekers van haar pagina op eindhoven.nl/maryfiers uit voor een koffiegesprek, een werkbezoek (‘Als u voor de koffie zorgt, neem ik wat lekkers mee!’), een middagje meekijken, of een bezoek aan haar spreekuur.
Fiers: ‘De gemeente is een monopolist. We moeten dus goed luisteren naar wat er in de samenleving speelt en niet doen alsof. Het openbaar bestuur gebeurt op straat. Daarom moet een bestuurder toegankelijk zijn voor inwoners van de stad en ervoor waken niet op basis van dossiers te besturen. Juist door in de stad te zijn, krijg je dingen mee die je van zijn levensdagen op het stadhuis niet tegenkomt. Het is ook slimme politiek: je loopt tegen verzet op als je alleen maar beleid maakt op het stadhuis.’
Straatgeluid
Het stadhuis is een wereld op zich en onvermijdelijk in zichzelf gekeerd, maar ook daar probeert wethouder Fiers het geluid van de straat door de gangen te laten klinken. ‘Omdat dat geluid echt niet altijd onredelijk of zelfzuchtig is en omdat je sowieso de andere kant van het verhaal hoort’, zegt ze. Of omdat het stadhuis in al zijn starheid vergeet dat de publieke zaak gediend moet worden, en niet het belang van de bureaucratie.
Fiers vertelt: ‘Ik kreeg gisteren een bizar dossier op mijn bureau. Een buurtvereniging met een leefbaarheidsbudget had bedacht dat het uiteindelijk goedkoper was om een tent te kopen dan om er iedere keer een te huren. Na 3 jaar zou de investering zich hebben terugbetaald. Maar dan moesten ze wel iets doen dat niet in de verordening pastte. Toch gedaan. En dan komen ze bij het gemeenteloket en worden er weggestuurd. Niet volgens de regels. De buurtvereniging stapt naar de bezwarencommissie, waar ze ook nul op het rekest krijgen.
Uiteindelijk komt het dossier bij mij en dan denk ik: het kan toch niet de bedoeling zijn dat we een buurtvereniging die geld bespaart van het kastje naar de muur sturen en laten doodlopen? Er zat nota bene een hardheidsclausule in de verordening. We hadden dus al in een vroeg stadium ja kunnen zeggen tegen het initiatief van die buurtvereniging. Ik draai nu de beslissing terug en die mensen krijgen dat geld, maar wat zonde van de dure ambtenarenuren die we eraan hebben besteed en de ergernis die we hebben gewekt bij goedwillende buurtbewoners die alleen maar slim zijn.’
Kafka
De overheid is er in Fiers’ filosofie heel simpel om goede dingen mogelijk te maken en om onwenselijke dingen onmogelijk te maken. ‘En dat betekent dat ik minstens zo veel met ambtenaren in het gemeentehuis moet praten als met vertegenwoordigers van buurtverenigingen. Want ambtenaren balen net zo goed van Kafka-achtige toestanden’, aldus Fiers. Ze vervolgt: ‘Het kan niet dat we het binnenskamers met elkaar eens zijn dat een beslissing eigenlijk heel zot is, maar dat we er niets aan doen omdat we het nu eenmaal zo hebben geregeld. Regel het dan anders. Dat moet bij bestuurders en bij ambtenaren, van beleid tot loket, tussen de oren komen zitten.’
Nieuwe zotte ‘tentzaken’ zullen er trouwens niet meer op Fiers’ bureau ploffen, want Eindhoven heeft dit jaar de subsidieverordening voor buurtbudgetten veranderd. Kern daarvan is dat de gemeente meer op basis van vertrouwen subsidies verleent.’ Wethouder Fiers: ‘De buurtorganisaties maken een jaarplan als onderdeel van het buurtcontract. Dat is meteen hun subsidieaanvraag. Aan het einde van het jaar is er geen bonnetjescontrole meer. We hebben een andere controlesysteem in het leven geroepen: de ene bewonersorganisaties controleert de andere. Het mooie hiervan is dat bewoners van elkaar leren.’
Buren die buren controleren, linke soep of een slim idee? Wethouder Fiers daarover: ‘We hebben het er met de gemeenteraad over gehad. Raad, weet goed, we geven geld uit op basis van een half A-4tje uit een buurtcontract. Met deze verordening geven we mensen vertrouwen; bonnetjes controleren we niet meer. Het kan best om een ton gaan.
Misschien dat het een keer fout gaat, maar de vraag is of wij ons systeem moeten inrichten op de paar boosdoeners of op het gros van de goedwillenden. We hebben ook tegen de gemeenteraad gezegd: als het ergens misgaat, moeten jullie niet meteen alle regels in ere herstellen en de wethouder opknopen. Ik ben niet zo bang voor enorme uitglijders. Mijn ervaring is dat buurtverenigingen ieder dubbeltje omdraaien. Waar wij zonder boe of bah duizenden euro’s uitgeven, houden zij bestuursvergaderingen over 25 euro. Buurtbewoners kunnen ook controleren wat hun bestuur uitspookt. Het buurtplan is openbaar en zij weten beter dan wie ook of de activiteiten in hun buurt iets voorstellen. Een ambtenaar niet. En een nieuwe Mercedes voor de deur valt heel snel op. Buurtcontrole werkt beter dan een ambtenaar in het stadhuis, want die leid je met een vals bonnetje gemakkelijk om de tuin.’
Verslavend
Mary Fiers is nu aan haar tweede termijn bezig. Of ze een derde ambtstermijn ambieert? Wethouder Fiers: ‘Dit werk is verslavend. Het wethouderschap heeft als enige publieke functie een ideale combinatie van denken en doen. In een grote stad gaat het over gebiedsontwikkelingen en over kleine dingen dichtbij. Maar een wethouder moet niet te lang op het pluche zitten. Dat is voor niemand goed. Het burgemeesterschap is niets voor mij. Als het toch zou moeten, dan alleen van Bladel en van Eindhoven. Met die plekken heb ik iets. Ik zou er ook niet aan moeten denken om ingevlogen te worden als wethouder van buiten. Goed dat het kan, maar het is niets voor mij. Er moet een warme band zijn.’
CV
Mary Fiers (Bladel, 5 oktober 1968) studeerde in Tilburg beleids-en organisatiewetenschappen. Ze werkte 9 jaar als operatieassistente en teamcoördinator chirurgie in het Maxima Medisch Centrum en daarna als leidinggevende bij de verslavingszorg Novadic-Kentron Brabant. Fiers was van 2002 tot 2006 lid van de Eindhovense gemeenteraad voor de PvdA, waarna ze in 2006 wethouder werd voor wonen en ruimte. In 2010 werd Fiers wethouder voor wonen, wijken en burgerparticipatie.
‘Het buitenland blijft kriebelen’
Wat is je grootste succes?
De buurtcontracten. Symbool voor het feit dat je ook als grote internationaal georiënteerde stad oog kunt hebben voor het kleine. Het buurtcontract draait om vertrouwen. We creëren wijktafels, niet om te overleggen, maar om concrete afspraken te maken. Alle partijen schrijven met elkaar op wat er gaat gebeuren. Soms leuk: geld voor de wijkvereniging, meer parkeerplaatsen; soms minder leuk: sloop of daklozenopvang.
Je grootste mislukking?
De enige keer dat ik het Jeugdjournaal heb gehaald. De kwestie van het heiwerk in het Stadionkwartier in 2009. Buurtbewoners werden er helemaal gek van. We hadden de vergunning afgegeven en stillegging had ons erg veel juridische en fi nanciële ellende bezorgd, maar ik voelde helemaal mee met die wijkbewoners. Dat schuurde aan de binnenkant.
Wie is je politieke voorbeeld?
Wethouder Jan Hamming in Tilburg. Hij vult het wethouderschap onconventioneel in. En ik vind onze burgemeester Rob van Gijzel een voorbeeld. Hij gaat echt vol passie voor Eindhoven. Dat hoort bij een bestuurder. Natuurlijk, een burgemeester moet lobbyen en dingen regelen, maar uiteindelijk gaat het om hartstocht en betrokkenheid.
Je vliegt eruit, en dan?
Ik sluit niet uit dat ik dan enorme afkickverschijnselen krijg. Ik weet het eigenlijk wel zeker. Niemand die belt, niemand die je nodig heeft. Opeens heel veel vrije tijd. Ik was operatieassistente, maar dat is wel een afgesloten hoofdstuk. Mooi werk, maar een operatieafdeling is een erg naar binnen gekeerd en specialistisch vakgebied. Dat was ook de reden voor mij om naar het verslavingswerk te gaan, waar je met beide benen in de samenleving staat. Ik heb altijd in het buitenland willen werken, daar waar de nood hoog is, bijvoorbeeld voor Artsen zonder Grenzen of het Rode Kruis. Ervoor zorgen dat onze wereld een klein beetje mooier wordt, dat wil ik.
Met vriendelijke groet.
Nelly en Cor Fiers