Waterschappen naderen einde
Opheffing van waterschappen is één van de scenario’s van de ambtelijke bezuinigingswerkgroep openbaar bestuur. Politieke steun voor behoud brokkelt af.
Waren PvdA, SP, GroenLinks, PVV en D66 al langer in meer of mindere mate voor opheffing van de waterschappen, de VVD is naar verluidt nu ook om. Daardoor is er geen meerderheid meer voor instandhouding van de waterschappen.
Risico
Dat is van belang, aangezien de commissie-Kalden, één van de negentien ambtelijke heroverwegingswerkgroepen, voorstelt de waterschappen bij provincies of Rijk onder te brengen. Volgens voorzitter Peter Glas van de Unie van Waterschappen levert opheffing slechts 23 miljoen euro op, terwijl het risico op overstromingen fors toeneemt.
Leer hieronder de artikelen Waterschappen: 'Spetter op een gloeiende plaat' en Geen politieke steun meer voor waterschappen uit Binnenlands Bestuur nummer 11, 19 maart 2010.
Reacties: 26
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Laten ze liever het geld bij de banken terughalen i.p.v. onzinnige besluiten te emen!
Wat bereik je er mee?
Ik ben bang dat de waterschappen gelijk hebben. Misschien leidt afschaffen wel tot minder kosten, maar de maatschappelijke kosten nemen flink toe wanneer de veiligheid afneemt.
Grootste voorstelbare ramp in NL is watersnood. Daar kan je je nu al niet voor verzekeren (reden dat sommige bedrijven zich niet in NL vestigen).
Één rampje extra en die beoogde bezuiniging is penny wise, pound foolise
Dus NIET overhevelen naar een andere overbodige bestuurslaag, maar meteen ook al die zinloze geldverspillende provincies opheffen.
Wat technisch gedaan moet worden, zoals pompen, muskusratten vangen e.d. kan naar een gedeconcentreerde rijksdienst en wat politiek gedaan moet worden, zoals wat milieuzorg, bij de gemeenten onderbrengen. Krijgen al die zinlose gemeentelijke herindelingen vanwege de "bestuurskracht" tegelijk alsnog zin en inhoud. Klaartje Peeters blijft actueel.
Mocht het helaas toch tot opheffen komen , dan onderbrengen bij rijkswaterstaat alstublieft , Provincies moeten geen taakuitbreiding , eerder opheffen of fuseren.
Ik heb in bijna 20 jaar genoeg meegemaakt bij diverse instanties. Hoeveel mensen weten dat RWS op dit moment bezig is om de volledige kustbewaking uit te besteden (incl controle) bij sommige waterschappen is dit al het geval. Tijd voor een 1953 storm om de prioriteiten weer eens scherp te krijgen.
Rest het probleem van de democratische legitimiteit en de hoge kosten van eigenstandige belastingheffing en verkiezingen. Hier zijn andere oplossingen voor, bijvoorbeeld door bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit provincies, rijk, gemeenten en/of maatschappelijke organisaties. Kostendekking kan plaatsvinden vanuit belastingopbrengsten en projectfinanciering door belanghebbenden.
Waterschappen hebben voldoende in huis om te laten zien dat ze bestaansrecht hebben. Dat vraagt echter wel om nadrukkelijker het maatschappelijk belang van professioneel waterbeheer voor het voetlicht te brengen. Niet - zoals vanouds – vanuit een verongelijkte houding, maar vanuit een constructieve en vooral ook open houding naar alle partners en het publiek.
Mochten de waterschappen opgeheven worden dan gaan de inhoudelijk werkende ambtenaren gewoon over naar de nieuwe uitvoerder. Dezelfde mensen met dezelfde kwaliteiten blijven hetzelfde werk doen.
Echter het is de politiek die de beslissingen neemt of de veiligheid of de economie voorrang krijgt. Voorbeeld: Q-koorts farce.
gewetensvraag: hoeveel betaal jij voor je vlees, kaas en brood. Weet jij wat daar allemaal inzit? Vind je een ziekenhuis te duur worden als het op een 2 laags parkeergarage gebouwd word en daardoor 30% duurder word? Die garage is om te voorkomen dat het direct onder water komt tijdens een overstroming. Kiezen is altijd lastig.
Het is toch echt "Penny wise, pound foolish".
Glossy infofolders afschaffen, waarin elk jaar weer op dezelfde dure wijze wordt uitgelegd waarom we belasting moeten betalen. Raar toch dat je dat moet uitleggen!?
Houd het zo goedkoop mogelijk. Geen buitenlandse snoepreisjes met als smoes watermanagement meer naar Uruzgan. Kantoren sluiten. Geen gekozen bestuurders meer. Scheelt weer verkiezingen (kwam toch bijna niemand stemmen). Wat is de relatie van een waterschap met de politiek?
Maar ik zal het allemaal wel verkeerd zien.
De gevestigde politieke partijen hebben zich echter wel over de verkiezingen ontfermt en daarmee in de regenten cirkel weer rond. Bedenk wel dat die 27 waterschappen ongeveer 12.000 ambtenaren aan de gang houden. Volgens de regenten zelf moeten we daar blij mee zijn want in de vorige eeuw waren er nog 1200 waterschappen!
Maar een van de primaire taken van de Waterschappen, ons beschermen tegen overstromingen, wordt niet eens naar behoren wordt uitgevoerd: tijdens de inaugurele rede door prof.dr.ir. Pier Vellinga bij de aanvaarding van de leerstoel ‘Klimaatverandering, Water en Veiligheid’ bij de Universiteit van Wageningen in oktober 2008 zei deze: “Onze veiligheid ten aanzien van overstroming is niet op orde; 24 % van de dijken voldoen niet aan de Deltanorm en van 36% weten we dat niet zeker:” De komst van een Delta Commissaris moet daar verbetering in brengen. Die moet, zo lees ik in een persbericht ‘de samenwerking tussen ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen gestalte geven’, wat dat ook moge betekenen. Hoe minder partijen hoe beter!
De waterschappen dragen jaarlijks 100 miljoen euro bij aan de rijkskas.
Op deze manier zouden veel loketjes en subsidiestromen en heffingen gebundeld kunnen worden in een de gemeentes overkoepelend orgaan dat zorgdraagt voor het operationeel landschapsbeheer, met als financiering een bestemmingsheffing voor ingezetenen die van het landschap profiteren, zoals recreatiebedrijven en huiseigenaren. Hierbij zijn dan ook direct argariers, bedrijven en particulere grondeigenaren als uitvoerders tegen betaling in te schakelen. Zo voorkom je tevens de eeuwige discussie over ongeoorloofde overheidssteun voor boeren bij het uitvoeren van Blauw-Groene diensten.
Het is in ieder geval het overwegen waard, voor we een organisatie die gedurende meer dan honderd jaar haar nut meer dan heeft bewezen aan de straat zetten.
Hoe is de wettelijke positie van waterschappen geregeld? De commentaren van waterstaats- en waterschapsrechtskundigen Van den Berg, Van Hall en Van Rijswick komen er op neer, dat er in hfdst. 7 van de Grondwet van 1983 sprake is van een eigenstandige staatsrechtelijke positie van de waterschappen, zoals geregeld in de organieke Waterschapswet van 1991, nadien gewijzigd in de nieuwe Wet modernisering waterschapsbesturen die eind 2007 in werking is getreden. Doelen van deze nieuwe wet zijn: het vergroten van de democratische legitimatie, de transparantie, vereenvoudiging en modernisering van de bestuurlijke en financiële structuur van de waterschappen.
Om deze wetswijziging verder te implementeren is eind 2008 het Waterschapsbesluit in werking getreden, waarbij het personenstelsel m.b.t. verkiezing van waterschapsbesturen is gewijzigd in een lijstenstelsel. Daarmee hebben politieke en andere groeperingen wettelijk de mogelijkheid gekregen om namens de belangengroep der ingezetenen (lees: alle burgers van Nederland) kandidaten voor de waterschapsbesturen voor te dragen. Dat is terecht, omdat immers ook ingezeten waterschapsbelasting moeten betalen. En in waterschapsland geldt al eeuwen de bestuurlijke trits: belang – betaling – zeggenschap. Voor de tweede wereldoorlog hadden alleen grondbezitters (het ongebouwd, vooral boeren) zeggenschap, want zij hadden het meeste belang bij een goed waterbeheer. Maar omdat na WO-II in toenemende mate het inzicht is doorgebroken, dat niet alleen boeren, maar ook andere buitenlui en burgers algemeen belang hebben bij schoon water en droge voeten, is de wettelijk gelegitimeerde democratisering van de waterschapsbesturen een logische ontwikkeling.
De Waterschapswet regelt het provinciale en overige toezicht op de waterschapsbesturen, maar vernieting van besluiten van deze besturen kan volgens Gw art. 133, lid 3 alleen geschieden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Juist dit algemene belang van waterschapsbesturen heeft prof.dr. Cees Veerman als voorzitter van de Deltacommissie, nog eens krachtig onderbouwd in een opiniebijdrage van 11 januari 2010: ‘Opheffing waterschappen levert niemand winst op.’ Het is dan ook niet verstandig om waterschappen op basis van flinterdunne bezuinigingsargumenten eenzijdig af te schaffen. Dat riekt naar machtspolitiek denken en dat moeten we in waterland Nederland niet willen.
Opheffen van gekozen waterschapsbesturen levert hoogstens 20 miljoen euro op en zou de net ingezette democratiseringslijn (water is immers een belang voor alle burgers c.q. ingezetenen) voortijdig afbreken. Goed waterbeheer is beter te borgen door een gekozen functioneel waterbestuur, dan onder te brengen bij een algemeen (provinciaal) bestuur, dat immers per provincie geneigd is andere prioriteiten te stellen. En dat is om twee redenen niet aan te raden: 1. met het oog op een strak geregisseerd nieuw Deltaplan, waarbij behalve de waterveiligheid, water als drager en voeder van de Nederlandse Delta, een (inter)nationaal belang dient, dat het provinciale belang te boven gaat; 2.met het oog op de voordelen van de operatie Storm van de UvW: doelmatig waterbeheer. Laat de waterschappen blijven doen waar ze al sinds de Middeleeuwen goed in zijn: zorg voor duurzaam waterbeheer ook in de 21e eeuw.
Waarom zou je in godsnaam een goed systeem als de waterschappen bij de provincies onderbrengen? Omdat dit in het meest gunstige geval het astronomische bedrag van 23 miljoen euro oplevert? Dat is toch een druppel op een gloeiende plaat, in het meest gunstige geval!
Vooral kleine gemeenten zullen meer en meer probleem krijgen met rioolbeheer en totaal afhankelijk worden van adviesbureaus.
Niet te lang mee wachten dus.
Het zal alleen maar meer geld gaan kosten door de toenemenen bureaucratie die er bij provincie of rijk is, en de kerntaken zullen niet meer worden uitgevoerd in het belang van veiligheid, maar alleen maar als er geld is, en de politiek geen andere prioriteiten heeft. Dat moet je absoluut voorkomen!
Waterveiligheid moet uit de politiek blijven om dit goed te kunnen waarborgen. Ze voeren het beleid uit wat in de politiek gemaakt worden en aan die normen moeten ze voldoen.
Waterschapsverkiezingen afschaffen, die waren opgelegd door de landelijke politiek ivm hun bestaansrecht, nu niet gaan zeggen dat het niet aanslaat, want het is niet het idee van de waterschappen.
23 miljoen is idd een druppel op de gloeiende plaat. Je lijikt het te kunnen besparen, maar dit is slechts eenmalig. Beter kan je structureel bezuiningen binnen het waterbeheer zelf. Daar staat tegenover dat de politiek dan ook niet steeds de regels moet veranderen en de de normen moet verhogen. Of niet zeuren dat het geld kost.
“Opheffen van gekozen waterschapsbesturen levert hoogstens 20 miljoen euro op en zou de net ingezette democratiseringslijn (water is immers een belang voor alle burgers c.q. ingezetenen) voortijdig afbreken. Goed waterbeheer is beter te borgen door een gekozen functioneel waterbestuur, dan onder te brengen bij een algemeen (provinciaal) bestuur, dat immers per provincie geneigd is andere prioriteiten te stellen.”
- De 20 mln euro is een leuk Unie-getal dat ruimharig wordt verspreid binnen de waterschapsbesturen en pers, maar raakt kant noch wal. Een kleine blik op de waterschapsbegrotingen leert dat bijvoorbeeld het Wetterskip Fryslân EUR 1,7 mln kosten aan bestuur doorbelast en EUR 4,3 mln aan stafkosten (bron: begroting 2010). Zo gaf Delfland bijv. in 2008 2,8 mln uit aan bestuur en 2,3 mln aan externe communicatie. Dan heb ik het nog niet over de overige ondersteunende diensten. Ook bij andere waterschappen gaat het bij een voorzichtige inschatting mbt kosten bestuur en externe communicatie zeker om ca 5 mln per waterschap. Dit 5x26 levert toch 130 mln EUR op. Ook bij bijvoorbeeld de provincies kan het nodige bespaard worden. Zoals bijvoorbeeld bij het toezicht op de waterschappen en benodigde waterkennis. Ook kan veel afstemming, bestuurlijke toestanden worden vermeden. Zo is er de nodige synergie te halen.
- ‘Prioriteiten stellen’ is inspelen op onderbuikgevoelens. Dit blijkt ook uit onlangs rondgestuurde pamflet “Kerngegevens waterschappen” van de Unie. In dit pamflet wordt ook begonnen met de bescherming tegen overstromingen. Uit het pamflet blijkt dat de waterschappen jaarlijks 2,3 mld aan belastingen innen. Van dit bedrag geven de waterschappen slechts 5 tot 10% uit aan de aanleg en het beheer van waterkeringen (lees: dijken, kades etc.). Voor Wetterskip is dit inclusief doorbelasting van stafkosten slechts 9,5 mln EUR op een begroting van ruim 116 mln. Dit is makkelijk door een bestemmingsheffing -een heffing die niet voor iets anders dan waterveiligheid gebruikt mag worden- zeker te stellen.
Ik zou nl graag zien dat de andere kosten voor het waterbeheer worden afgewogen tegen bijvoorbeeld een fietspad of ouderen zorg! Wateraanvoerprojecten of bijvoorbeeld beekherstel (Veluwe) mogen best ter discussie worden gesteld.
Ongeveer 40-50% van het waterschapsgeld -in totaal 1,3 mld EUR- gaat jaarlijks naar afvalwaterzuivering. Dit is een bedrijfsmatige taak die bij uitstek in een NV-vorm gegoten kan worden samen met de riolering (ruim 1,6 mld). Daar valt de nodige te halen. Grove schatting: 500-700 mln op jaarbasis. Voor een gemeente is het van belang dat niet een medeoverheid (zoals waterschappen zie aanbod Unie in het kader van actie Storm) de rioleringszorg overneemt. Met een bedrijf kan de gemeente beter baas in eigen huis (lees: openbare ruimte) blijven.
- Wat betreft de democratisering
Het waterschap is in essentie een functioneel bestuur. Dit terwijl er integrale opgaven in de fysieke leefomgeving liggen. Daar ligt de uitdaging. Dit vereist afstemming tussen RO, economie én water. Waterschappen zijn de afgelopen jaren ook steeds beleidsmatiger gaan opereren (veel RO) en zijn door schaalvergroting steeds verder komen af te staan tot de algemene democratie. Het lijstenstelsel levert alleen maar meer gedoe op met de provincies. Immers de bestuurders van de waterschappen - ik neem aan u ook Rein Ferwerda- hebben een verkiezingsprogramma. Als een agrarisch getint college wordt gekozen -deze kans is groot vanwege organisatiegraad buitengebied, NLTO, kwaliteitszetels, geringe belangstelling stedelijk gebied- botst het collegeprogramma snel met de belangen van de algemene democratie. Deze politisering van het waterschapsbestuur kan ik niet positief noemen. Het waterbeheer verdient mi geen specifiek politiek bestuur!
Het waterschap zou m.i. een strikt uitvoerende organisatie moeten worden die wel in de regio is ingebed. Een gedeconcentreerde Rijksdienst voldoet hieraan niet; nog los van decentraal tenzij…
RWS kan bestaan vanwege de afstand van het hoofdsysteem tot de lokale en regionale problematiek (politiek). Een gedeconcentreerde rijksdienst als landelijke waterbeheerder verstoort het evenwicht tussen gemeente, provincie en rijk. Immers een dergelijke rijksdienst opereert vanuit het rijk met centrale bevoegdheden.