Maak het hip
De twee jongvolwassenen in het gezin van Hans Bekkers zijn stemgerechtigd, maar de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart lieten ze welbewust aan zich voorbijgaan. De argumenten? In koor: niemand van mijn vrienden gaat. Gaan was gewoon niet hip.
Over iets meer dan anderhalve week kunnen we voor de tweede keer dit jaar naar de stembus. Op 22 mei mogen we een nieuw Europees Parlement kiezen. Een historisch lage opkomst dreigt.
Dat zegt wat, want in 2009, bij de laatste Europese verkiezingen nam al slechts 36,8 procent van de kiesgerechtigde Nederlanders actief aan de verkiezingen deel. In sommige gemeenten lag de opkomst nog boven de 50 procent (in Rozendaal zelfs boven de 65 procent). Serieuze uitschieters naar beneden waren Reiderland (26,2 procent) en Rucphen (22,3 procent).
Politicoloog André Krouwel deelde vijf jaar geleden, in het kader van een onderzoek naar de mogelijkheden voor opkomstbevordering, de niet stemmers in in zes typen: schuld-afschuivers, geëngageerde wegkijkers, principiële boycotters, nadenkende middenmotors, toekijkend afhakers en gealiëneerde buitenstaanders. Elk type had eigen redenen om op de dag van de verkiezingen thuis te blijven.
De twee jongvolwassenen in mijn gezin gaan als stemgerechtigden nu voor hun derde respectievelijk tweede verkiezingen. Dat wil zeggen, als ze gaan. De gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart lieten ze welbewust aan zich voorbijgaan. De argumenten? In koor: niemand van mijn vrienden gaat. Gaan was gewoon niet hip.
Ze zijn niet echt in één van de bovengenoemde categorieën te plaatsen. Als ze al ergens in zouden passen, is het in die van de toekijkende afhakers: goed op de hoogte van de politiek, maar om uiteenlopende redenen toch niet (meer) gaan stemmen. De beste strategie om ze toch van hun stemrecht gebruik te laten maken, zou het uitoefenen van sociale druk vanuit de directe omgeving zijn. Dat had, zo kan ik uit betrouwbare bron melden, niet het gewenste effect.
Ze bleken, als veel niet-stemmers, ook ongevoelig voor de meeste andere opkomstbevorderende maatregelen en middeltjes als het ouderwetse canvasssen, radio- en tv-spotjes, folders in de brievenbus, gratis openbaar vervoer, langere openstelling van de stemlokalen. De lijst is bijna eindeloos. Veel zoden zetten de meeste middelen niet aan de dijk, blijkt ook uit het onderzoek van Krouwel c.s.. Mailtjes en telefooncampagnes van politieke partijen nog het minst. Het effect is nog het grootst bij met name de inzet van Kieskompas en Stemwijzer en het gebruiken van meer stemlokalen.
Wat zeker ook aanzienlijk effect zou sorteren, is stemmen per internet en smartphone mogelijk te maken, zo concluderen ook onderzoekers van I&O Research. Vooral mensen tot 35 jaar en kiesgerechtigden met een relatief laag opleidingsniveau –de groepen die de stemhokjes links laten liggen – juichen het toe. Thuis gecheckt. ‘Ziek vet.’ Of woorden van gelijke strekking. ‘Zo’n stemhokje, zo vorige eeuw.’
Dan komt het met dat stemmen ook wel weer goed.