Advertentie
bestuur en organisatie / Redactioneel

Maak het hip

De twee jongvolwassenen in het gezin van Hans Bekkers zijn stemgerechtigd, maar de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart lieten ze welbewust aan zich voorbijgaan. De argumenten? In koor: niemand van mijn vrienden gaat. Gaan was gewoon niet hip.

09 mei 2014

Over iets meer dan anderhalve week kunnen we voor de tweede keer dit jaar naar de stembus. Op 22 mei mogen we een nieuw Europees Parlement kiezen. Een historisch lage opkomst dreigt.

Dat zegt wat, want in 2009, bij de laatste Europese verkiezingen nam al slechts 36,8 procent van de kiesgerechtigde Nederlanders actief aan de verkiezingen deel. In sommige gemeenten lag de opkomst nog boven de 50 procent (in Rozendaal zelfs boven de 65 procent). Serieuze uitschieters naar beneden waren Reiderland (26,2 procent) en Rucphen (22,3 procent).

Politicoloog André Krouwel deelde vijf jaar geleden, in het kader van een onderzoek naar de mogelijkheden voor opkomstbevordering, de niet stemmers in in zes typen: schuld-afschuivers, geëngageerde wegkijkers, principiële boycotters, nadenkende middenmotors, toekijkend afhakers en gealiëneerde buitenstaanders. Elk type had eigen redenen om op de dag van de verkiezingen thuis te blijven.

De twee jongvolwassenen in mijn gezin gaan als stemgerechtigden nu voor hun derde respectievelijk tweede verkiezingen. Dat wil zeggen, als ze gaan. De gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart lieten ze welbewust aan zich voorbijgaan. De argumenten? In koor: niemand van mijn vrienden gaat. Gaan was gewoon niet hip.

Ze zijn niet echt in één van de bovengenoemde categorieën te plaatsen. Als ze al ergens in zouden passen, is het in die van de toekijkende afhakers: goed op de hoogte van de politiek, maar om uiteenlopende redenen toch niet (meer) gaan stemmen. De beste strategie om ze toch van hun stemrecht gebruik te laten maken, zou het uitoefenen van sociale druk vanuit de directe omgeving zijn. Dat had, zo kan ik uit betrouwbare bron melden, niet het gewenste effect.

Ze bleken, als veel niet-stemmers, ook ongevoelig voor de meeste andere opkomstbevorderende maatregelen en middeltjes als het ouderwetse canvasssen, radio- en tv-spotjes, folders in de brievenbus, gratis openbaar vervoer, langere openstelling van de stemlokalen. De lijst is bijna eindeloos. Veel zoden zetten de meeste middelen niet aan de dijk, blijkt ook uit het onderzoek van Krouwel c.s.. Mailtjes en telefooncampagnes van politieke partijen  nog het minst. Het effect is nog het grootst bij met name de inzet van Kieskompas en Stemwijzer en het gebruiken van meer stemlokalen.

Wat zeker ook aanzienlijk effect zou sorteren, is stemmen per internet en smartphone mogelijk te maken, zo concluderen ook onderzoekers van I&O Research. Vooral mensen tot 35 jaar en kiesgerechtigden met een relatief laag opleidingsniveau –de groepen  die de stemhokjes links laten liggen – juichen het toe. Thuis gecheckt. ‘Ziek vet.’ Of woorden van gelijke strekking. ‘Zo’n stemhokje, zo vorige eeuw.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter / ambtenaar
Natuurlijk helpen deze nieuwe middelen om het stemmen te bevorderen, zeker bij jongeren. Maar ik denk dat het belangrijker is dat de politiek de stemmer wat te bieden heeft. We zijn de afgelopen jaren en worden nog steeds belazerd door politici die vaak boter op hun hoofd hebben en politieke beloftes niet nakomen. Sta voor wat je zegt!

Dan komt het met dat stemmen ook wel weer goed.
Evelien ten Cate / Programmamanager gemeente
Er zijn ook andere voorbeelden: mijn kind, 22, bioloog (bac) en sinds eind 2012 in het buitenland werkzaam als vrijwilliger, machtigt mij om te stemmen. Ik hoef hier zelf niets voor te doen; ze volgt de ontwikkelingen in Nl, ziet dat er verkiezingen aankomen en vraagt een machtigingsformulier aan. Haar vriend doet hetzelfde. Misschien uitzonderingen, maar niet uitzonderlijk. Ze hebben beiden in hun opvoeding meegenomen dat je zelf verantwoordelijk bent voor het tonen van belangstelling. Ik vind "hip maken" niet echt nodig. Zelf ben ik (niet meer jong-volwassen) bij de gemeenteraadsverkiezingen met grote tegenzin gaan stemmen. En dat had niet met hip te maken, maar met mijn tanende geloof en vertrouwen in de democratie.
Johan Amsterdam / burger
Het wijten aan de democratie lijkt me geen goede benadering. het moet geweten worden aan de manier waarop de democratie wordt ingevuld en aan de mogelijkheden die in het democratisch model geboden worden. Partijen die allemaal hetzelfde willen en op nuances verschillen zijn dodelijk. Dat is de hond of de kat. Het zou mooi zijn als de politiek meer op hoofdlijnen gaat besturen en niet op de cijfers achter de komma en de beslissingen per individueel geval. Dat is voor de markt, de ambtenaar en de rechter als er geen consensus bereikt wordt.

Democratie in de beperkte ruimte terwijl men stemt over het grotere geheel (Europa, en enigszins bij de provincie) maken de democratie niet beter. Partijen die zichzelf monddood maken omdat hun vertegenwoordiging niet handelt volgens belofte en daar geen duidelijk standpunt tegenover willen stellen ondergraven haar ook.

De gedachte aan zonder last of ruggespraak wordt in vorm omgekeerd. Het kan niet zo zijn dat een bestuur haar standpunten oplegt. Het kan ook niet zo zijn dat een politieke partij haar beleid door de leden laat accepteren omdat hun vertegenwoordigers aan de macht zijn. Beide vormen zijn de dood in de pot voor ene levendige democratie.

Als de politiek weer op globale principes politiek gaat maken dan zou het best weer wel interessant kunnen worden. Als daarbij hoort dat je verliest omdat je standpunten niet de principes vertegenwoordigen die het electoraat belangrijk vindt, het zij zo. Politiek is geen carrière, het is een maatschappelijk beslismodel. Daarom mag het ook niet totalitair worden, dat haalt de dynamiek weg.

Advertentie