Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Positieve veiligheid

Tien jaar werkte hij in diverse rollen bij de politie. Dat leerde Richard de Vries dat een veiligere leefomgeving niet ontstaat door hard ingrijpen. Zachtere methoden kunnen veel efficiënter en effectiever zijn. Dat hanteren van positieve veiligheid vereist wel een omslag in denken bij beleidsmedewerkers en professionals.

14 mei 2021
veiligheid---camera.jpg

Essay door Richard de Vries*

 

Het is ongeveer vijf jaar geleden dat ik tijdens mijn dagelijkse surveillanceronde op mijn dienstfiets door de Haagse Schilderswijk fietste en de meldkamer via mijn oortje hoorde zeggen “13-01 wilt u naar de Schalk Burgerstraat gaan, daar staat een aantal jongeren met een bal tegen een muur te schoppen, bewoners hebben daar last van.” Als een goed diender betaamt, ben ik ter plaatse gegaan en trof drie jongens aan die in het zonnetje aan het voetballen waren. Ruimte is schaars in de drukbevolkte Schilderswijk en een zijmuur van een flat wordt dan al snel een geschikt object.

Nadat ik de jongens had uitgelegd dat de hoekbewoner hoofdpijn kreeg van het gebonk en de jongeren had verzocht om ergens anders te gaan voetballen, vervolgde ik mijn wijkronde. Na ongeveer vijftien minuten kreeg ik de melding om naar de Delagoa- straat te gaan, om de hoek bij de Schalk Burgerstraat. Daar zou nu een aantal jongeren met een voetbal tegen een muurtje aan het schoppen zijn.

Gedurende mijn dienstjaren bij de politie werd het steeds duidelijker. De werkwijze van wegsturen, beboeten of aanhouden is geen efficiënte manier voor het creëren van een veiligere leefomgeving. Overlast verplaatst zich door de wijk: een heengezonden arrestant wordt de volgende dag weer aangehouden en de beboete persoon rijdt een week later weer te hard. Je kunt hier spreken van een waterbedeffect. Je drukt ergens een probleem weg, maar dat probleem komt elders net zo hard weer omhoog. Bovengenoemde werkwijze houdt zichzelf in stand in een vicieuze cirkel van wegdrukken- verplaatsen en weer wegdrukken.

Veranderkundige Hans Vermaak spreekt over werkingsmechanismes die zichzelf fixeren. Vastgeroeste handelingspatronen die elkaar in stand houden. De legitimiteit van die werkwijze wordt nog eens versterkt door enkelvoudige perspectieven zoals ‘deze manier werkt al jaren’ en bevestigende verhalen (anekdotische kennis), waarbij het aantal uitgeschreven proces-verbalen en het aantal arrestaties middels staafdiagrammen wordt gekoppeld aan de mate van veiligheid in de wijk.

Anders
De manier waarop in het algemeen met veiligheid wordt omgegaan kan anders. Zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Dus niet repressie en regelgeving als motivator maar een intrinsieke motivatie die ervoor zorgt dat een gemeenschap zich veilig, prettig en verbonden voelt met zowel de sociale als de fysieke omgeving. Deze manier van het creëren van veiligheid wordt ook wel positieve veiligheid genoemd. Het gaat hierbij om het stimuleren van de zachtere principes van samenleven waarin zaken als verbinding, empathie, eigenaarschap en betrokkenheid een prettige en veilige omgeving creëren.

Volgens Marc Schuilenburg – een filosoof en jurist die doceert aan de afdeling strafrecht en criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam – ontstaat veiligheid door verbinding, betrokkenheid, empathie en zorg. Sociale waarden dragen bij aan de ervaring van een prettige en veilige omgeving. De dominante visie op veiligheid gaat uit van het bestrijden van onveiligheid door handhaving van wet- en regelgeving. Dit beeld over veiligheid komt voort uit het mensbeeld van Thomas Hobbes, een Engelse filosoof uit de zestiende eeuw. Hij zag de mens als een van nature kwaadaardig, egoïstisch wezen dat uit is op zelfbelang. Om deze kwade inborst in bedwang te houden moeten wetten en strafrechtelijke uitvoeringen strikt worden gehandhaafd. Alleen dan kan de veiligheid voor de maatschappij worden gegarandeerd.

Het gedachtegoed van Hobbes is van grote invloed geweest op de manier waarop naar veiligheid wordt gekeken. Als we echter gaan kijken naar de betekenis van het woord veiligheid is daar een hele andere betekenis van af te leiden. Het Oudfriese woord ‘felig’, waar het woord veiligheid van afgeleid is, betekent beschut zijn en verwijst naar trouw en dierbaar.

Deze positievere connotatie met het woord veiligheid wordt gedeeld door de Franse filosoof Matthieu Ricard. In meerdere onderzoeken heeft hij aangetoond dat er weinig tot geen wetenschappelijk bewijs is voor het gewelddadige mensbeeld van Hobbes. Uiteraard kent de mens gewelddadig gedrag, maar de rode draad is vreedzaam samenwerken om een veilige samenleving te creëren. Bioloog Frans de Waal omschrijft in The Age of Empathy dat een samenleving is gebaseerd op verbindingen.

Het vormen van verbinding is diep verankerd in evolutionaire processen. Binnen deze verbinding zijn van nature voorgeprogrammeerde gedragseigenschappen als empathisch vermogen, zorg voor de ander, en hulp bieden belangrijke aspecten bij het vormen van gemeenschappelijke verbanden, zoals historicus Rutger Bregman aantoont in zijn bestseller De meeste mensen deugen.

Thuis voelen
Dit betekent dat veiligheid zich net zo goed vormt rondom zachtere principes van samenleven en hierin kunnen bijdragen aan een prettige en veilige omgeving. Het ervaren van empathie, het gevoel ergens bij te horen, en zorg behoren tot diepgewortelde behoeften van de mens. Dit vertaalt zich in het ergens thuis voelen, binding hebben met je woonomgeving, en relaties met andere bewoners. Je kunt bij positieve veiligheid beter spreken van het versterken van een veilige omgeving door te faciliteren, dan het bestrijden van onveiligheid door regelgeving en handhaving.

We leven tegenwoordig in een wereld waarin meerdere groepen zich buitengesloten voelen en het gevoel missen een volwaardig deel van de samenleving te zijn. Je ziet dat terug in protesten van Black Lives Matter en berichten over gentrification. De overheid wil een inclusieve samenleving, een samenleving waarin iedereen meedoet en zich niet buitengesloten voelt. In de praktijk zie je dat het reguliere veiligheidsbeleid juist leidt tot exclusie. Bepaalde bevolkingsgroepen worden buitengesloten, denk hierbij aan daklozen, hangjongeren en ongedocumenteerden.

Steeds meer groeperingen keren zich af van de overheid (gele hesjes, Viruswaanzin) en etnisch profileren in achterstandswijken was enige tijd geleden een hot topic. Al die groepen hebben behoefte aan de van nature voorgeprogrammeerde positieve gedragseigenschappen als ergens bijhoren (verbinding), gehoord worden (empathie) en het gevoel dat er iemand voor hen zorgt. Regelgeving is niet het beste middel bij het verwezenlijken van deze sociale basisbehoeften.

Hoe zorg je voor geborgenheid, zorg en vertrouwen? Een praktijkvoorbeeld. Stel je een straat voor met aan de ene zijde oude arbeiderswoningen en aan de ander zijde de achterkanten van winkels met dichtgetimmerde ramen vol graffiti. In de straat ervaarden de bewoners erg veel overlast van uitgaande en schoolgaande jongeren die hun straat gebruikten om te wildplassen, gestolen goederen te stallen, alcohol te drinken en graffiti te spuiten.

De straat zag er vies en smoezelig uit en volgens de bewoners werd hun steeg regelmatig vergeleken met een achterbuurt. Trots voor de straat was zowel door de bewoners als de mensen die er doorheen liepen ver te zoeken. De straat straalde geen eigenaarschap en toezicht uit. Bewoners hielden hun gordijnen dicht om zo min mogelijk mee te krijgen van wat er buiten gebeurde en overlastgevenden deden waar ze op dat moment zin in hadden.

Stickers
Diverse reguliere middelen waren ingezet om de overlast te verminderen. Zo zijn er camera’s opgehangen en is de politie frequenter gaan surveilleren. Niets bleek echter te helpen en de bewoners waren het vertrouwen in de gemeente verloren. Totdat de gemeente een innovatiever middel ging inzetten, positieve gedragsbeinvloeding. In co-creatie met bewoners en een adviesbureau zijn diverse stickers ontwikkeld die op de dichtgetimmerde ruiten werden geplakt. Het waren stickers van net onderhouden woningen waarbij bewoners trots uit de ramen keken. Het gevolg van deze kleine ingreep was groot. De straat kreeg een verzorgde indruk en straalde eigenaarschap en toezicht uit. De straat communiceert nu ‘wij zijn trots op de straat en houden toezicht’. Dit gevoel van eigenaarschap straalde ook uit op de bewoners. Ze kregen weer het gevoel van dit is onze straat, we zijn daar zuinig op. Dat de bewoners het eigenaarschap terugkregen van de straat bleek onder andere uit het feit dat zij de gemeente hadden gevraagd om een potje verf, zodat ze samen met de buurt de graffiti konden overschilderen.

Omdat de bewoners het gevoel van eigenaarschap terugkregen en de straat dat ook daadwerkelijk uitstraalde, werd de overlast aanzienlijk minder en voelden bewoners zich veiliger. Zelfs de graffiti die de gemeente voorheen maandelijks liet verwijderen keerde niet meer terug. Overlastgevers kregen het gevoel dat er sociale controle in de straat was en gingen zich positiever gedragen. Je ziet in bovenstaand voorbeeld dat met een paar simpele creatieve toepassingen een gevoel van trots en eigenaarschap kan worden gecreëerd en het vertrouwen in de gemeente verbeterd. Iets dat met regelgeving, toezicht en handhaving niet is gelukt. Vermaak benoemt deze kleine slimme interventies als small wins, kleine stapjes die als een ware olievlek grotere verbeteringen in beweging zetten.

1,2 miljard
Het huidige veiligheidsbeleid kost de overheid niet alleen veel, het levert ook veel op. De veiligheidsindustrie is een miljardenindustrie. Alleen al de tien grootste particuliere beveiligers hadden in 2019 een totaalomzet van 1,2 miljard euro. Daar komen dan nog de leveranciers bij van veiligheidsapparatuur als alarmsystemen, sloten en camera’s. Maar ook de overheid verdient veel geld aan het huidige veiligheidsbeleid. In 2013 alleen al 1,1 miljard euro aan verkeersboetes. Je ziet dus dat er aan het vasthouden van reguliere veiligheidsmethodieken economische voordelen kleven en dat het in stand houden van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens voor veel partijen belangrijk is. Vasthouden aan het vertrouwde kan ook meespelen. Het aanpassen van de visie op veiligheid is een tweede orde verandering, met een onzekere uitkomst. Als beleidsmedewerker moet je je begeven op onontgonnen terrein.

Het veiligheidsbeleid van de afgelopen decennia is sterk bepaald door het beteugelen van slechte menselijke eigenschappen. De negatieve gevolgen van dit beleid zijn de laatste jaren pijnlijk zichtbaar geworden en uiten zich in verdeeldheid, het gevoel buitengesloten te worden en een verminderd veiligheidsgevoel. Etnisch profileren en de Black Lives Matter-beweging zijn hier voorbeelden van. De rek is eruit, burgers zijn regelmoe en de legitimiteit van de overheid staat onder druk. Er zijn te veel factoren die bijdragen aan het veiligheidsprobleem, zoals armoede, laaggeletterdheid, verslavingsproblemen en werkloosheid.

Gelukkig zijn er ambassadeurs opgestaan als De Waal, Ricard en Schuilenburg, die een positief tegengeluid hebben laten horen. Zachtere methoden die een gevoel van verbinding, eigenaarschap en zorg stimuleren zijn veel effectiever. Veiligheid die niet met regelgeving wordt gerealiseerd, maar door een positieve en sociale omgeving. Een omgeving die ervoor zorgt dat we vanuit een intrinsieke motivatie veilig en overlastvrij met elkaar omgegaan.

Intrinsieke motivatie
In het begin van dit betoog stelde ik de vraag: zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Ik denk dat het tijd wordt om het anders te doen. Een veiligheidsbeleid dat zijn kern vindt in zachtere, natuurlijke, positieve gedragseigenschappen.

Als we deze natuurlijke menselijke behoeften kunnen verankeren in een veiligheidsbeleid, gaan mensen vanuit hun intrinsieke motivatie veiliger gedrag vertonen en zal vanzelf het vertrouwen in de overheid groter worden. Ik kan inzien dat het kiezen van andere sturingsmechanismes beangstigend kan zijn. Je begeeft je op onbekend terrein, waarbij de uitkomst niet vaststaat. Het is echter op vele punten zichtbaar dat het huidige veiligheidsbeleid tegen zijn grenzen aanloopt en niet meer matcht met de behoeften en vraagstukken uit de samenleving. Als we gezamenlijk willen strijden voor een leefbare samenleving, en dat is toch vaak de intrinsieke motivatie van een veiligheidsprofessional, is de omslag van denken nodig en wat mij betreft een logische keuze.

* Richard de Vries adviseur positieve gedragsbeïnvloeding en leefbaarheid bij het adviesbureau Urban Senses in Vlaardingen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie