Advertentie

Zuid-Holland rijdt scheve schaats met Bibob

De provincie Zuid-Holland heeft volgens de Raad van State een uitglijder gemaakt door een milieuvergunning deels te weigeren met een beroep op de Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur).

29 juli 2011

De provincie Zuid-Holland heeft volgens de Raad van State een uitglijder gemaakt door een milieuvergunning deels te weigeren met een beroep op de Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur).

Op grond van de wet Bibob werd een recyclingbedrijf in Vlaardingen een deel van een milieuvergunning geweigerd. Het bedrijf mag zijn afvalverwerkende activiteiten uitvoeren, behalve voor zover het de verwerking van asbest betreft, zo besliste de provincie.


De wet Bibob maakt screening op criminele antecedenten van vergunningaanvragers mogelijk. Op zich biedt de wet een mogelijkheid om een vergunning te weigeren, of speciale voorschriften aan een vergunning te verlenen. In dit geval heeft de provincie echter procedurele fouten gemaakt bij het weigeren van de deelvergunning, zo oordeelt de Raad van State.

Bestuursorganen kunnen zelf een eerste Bibob-screening doen aan de hand van open bronnen. Blijven er vragen over, dan kan de gemeente of provincie zich wenden tot het Landelijk Bureau Bibob (LBB), dat ook in gesloten bronnen zoals documentatie van Justitie kan kijken. Volgens het LBB was in dit geval sprake van een ‘ernstige mate van gevaar’ dat het betrokken recyclingbedrijf zich schuldig zou maken aan criminele activiteiten.

De provincie kwam op grond van aanvullend eigen onderzoek echter tot de conclusie dat slechts sprake was van ‘mindere mate van gevaar’, en dan vooral voor wat betreft asbestverwerking. Op grond van die conclusie werd enkel het asbestdeel van de milieuvergunning geweigerd.


Dat kan niet, stelt de hoogste bestuursrechter: ‘mindere mate van gevaar’ biedt geen weigergrond voor een vergunning of een deel daarvan. Het is de Raad van State bovendien niet duidelijk of de provincie nu vindt dat ‘ernstig gevaar’ of ‘mindere mate van gevaar’ dreigt. Het besluit van de provincie is daarom vernietigd. Er moet een nieuw besluit worden genomen.

Adviezen
De provincie is volgens de Raad van State ook op een tweede punt in de fout gegaan. Na het oorspronkelijke advies van het LBB zijn nog twee aanvullende adviezen binnengekomen. Het recyclingbedrijf is ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om daar zijn zienswijze over te geven. Volgens de provincie was dit vanwege tijdsdruk, het bedrijf wilde een tijdige beslissing op de vergunningaanvraag om financiële schade te voorkomen. Bovendien hadden zich op grond van de aanvullende LBB-adviezen ‘geen nieuwe feiten of omstandigheden voorgedaan’, betoogde de provincie. Het zou louter gaan om ‘nadere specificaties’ van het eerste advies.

De Raad van State ziet dat toch anders: volgens dit orgaan stond wel degelijk nieuwe informatie in de aanvullende stukken en had de vergunningaanvrager die alsnog van commentaar moeten kunnen voorzien. De provincie Zuid-Holland laat via Jan van den Heuvel, hoofd milieudienst Rijnmond weten dat de uitspraak van de Raad van State ‘meer helderheid geeft over de interpretatie van de wet Bibob. Het bevoegd gezag zal, zoals de Raad van State opdraagt, een nieuw besluit nemen over de vergunning om asbesthoudend afval op te slaan.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie