Metropoolregio mag geen provincie in provincie worden

De Zuid-Hollandse commissaris van de koning Jaap Smit wil geen ruzie met de metropoolregio, maar wil evenmin dat zij een provincie in een provincie wordt. Ook gaat hij de discussie over de toekomst van de provincie niet uit de weg, maar vindt het onterecht om provincies bij het grof vuil neer te zetten. 

Krachten bundelen

Dat stelt Smit in een interview in Binnenlands Bestuur. Rotterdam en Den Haag vormen vanaf januari een samenwerkingsverband van 24 gemeenten: de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Smit: ‘Wij hebben de metropool wel nodig en zij ons ook. Ik heb tegen de burgemeesters van Rotterdam en Den Haag gezegd: “Denk met mij mee over het geheel van Zuid-Holland, zodat we onze krachten kunnen bundelen en de metropool een rol kan spelen binnen het totaal.”

Risico

Het risico bestaat dat de Metropoolregio zich op het terrein van de provincie begeeft, erkent de commissaris van de koning. ‘Met economie, vervoer en wellicht ruimte is men bezig om een provincie in een provincie te maken. Dat moet je niet willen.’ Hij snapt de neiging van de metropool om te zeggen: we regelen het hier verder zelf wel. Maar, zo ‘waarschuwt’ Smit: ‘Zij zullen ook begrijpen dat ik niet wil dat er wordt gewerkt aan een provincie in een provincie.’

Over straat rollebollen

‘Ik zit hier niet belangrijk te wezen, maar ik vervul de rol die mij is toegedicht ten behoeve van de inwoners van Zuid-Holland. Daarbij heb ik mij te verstaan met een aantal partijen en het laatste wat die moeten doen is over straat rollebollen. Dat wil niet zeggen dat ik om de lieve vrede te bewaren op mijn rug ga liggen en zonder slag of stoot aanneem wat ze voorstellen, maar ruzie maken heeft ook weinig zin. Ik wil dat we respectvol omgaan met elkaars verantwoordelijkheden en dat de focus van Rotterdam en Den Haag groter is dan alleen hun metropool. De metropool ligt namelijk in de provincie en niet andersom.’

Grofvuil

Smit gaat geen enkele discussie uit de weg over de manier waarop het land moet worden besturen. ‘Alleen vind ik wél dat we veel te gemakkelijk instituties die ons land prettig en overzichtelijk hebben gemaakt, op dinsdag bij de stoeprand zetten voor het grofvuil. Dat geldt ook voor de provincie, de minst zichtbare bestuurslaag in ons land.’

Balans

Die is volgens hem het minst onzichtbaar omdat ‘hier niet de waan van de dag regeert. We nemen de tijd om over de langere termijn na te denken’, aldus Smit. Daarmee is de provincie allerminst minder waard. ‘Ik vind het juist essentieel dat er een middenbestuur is dat de balans tussen het grote nationale en het kleine lokale bestuur op een goede manier in de gaten houdt.’

Lees het hele interview in Binnenlands Bestuur nr. 20