Advertentie

‘Iets minder Oekaze-kramp zou de democratie goed doen’

Er moet een einde komen aan de neerwaartse spiraal van polarisatie en wantrouwen tussen Kamerleden, kabinet en ambtenaren. Daartoe moet een breed gesprek worden gevoerd over de ministeriële verantwoordelijkheid en de rol van ambtenaren en politiek daarbij. Als ambtenaren kopschuw worden, is dat slecht voor de overheid en de democratie. Er moet meer aandacht komen voor het ambtelijk vakmanschap.

24 juni 2020
Maarten-Schurink---foto-Arenda-Oomen.jpg

Er moet een einde komen aan de neerwaartse spiraal van polarisatie en wantrouwen tussen Kamerleden, kabinet en ambtenaren. Daartoe moet een breed gesprek worden gevoerd over de ministeriële verantwoordelijkheid en de rol van ambtenaren en politiek daarbij. Als ambtenaren kopschuw worden, is dat slecht voor de overheid en de democratie. Er moet meer aandacht komen voor het ambtelijk vakmanschap.

Feiten op tafel

Dat stelt Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij reageert daarmee op het vorige week uitgebrachte ongevraagde advies van de Raad van State (RvS) over mi­nis­te­riële ver­ant­woor­de­lijk­heid. Een goed advies, vindt Schurink, al worden in het advies ook stevige noten gekraakt over de rol van ambtenaren. Die zouden niet snel genoeg relevante informatie kunnen geven en informatie onder de pet houden. De Toeslagenaffaire is daarvan een schrijnend voorbeeld. Schurink is helder over het geven van informatie. ‘Het kan niet dat een ambtenaar informatie niet levert. Het is in strijd met de eed die we hebben afgelegd of de belofte die we hebben gedaan en de gedragscode die we hebben onderschreven. Wij zijn neutrale uitvoerders van datgene wat ons door de politiek wordt opgedragen. Op het moment dat daar iets misgaat en dat er feiten boven tafel moeten komen, dan zijn wij diegenen die de feiten op tafel moeten leggen, welke ze ook zijn.’

Samenspel verruwd

De RvS stelt onder meer dat het samenspel tussen Kamerleden, kabinet en ambtenaren in toenemende mate niet goed werkt en is verruwd. Herkenbaar, stelt Schurink. ‘Voor de ambtelijke organisatie geldt dat onbekend onbemind maakt. Voor ons als ambtelijke organisatie is het heel belangrijk om duidelijk te maken op welke manier we ons werk doen en welke waarden daarbij van belang zijn. Denk aan neutraliteit, aan het gegeven dat je moet kunnen werken voor elke politieke baas, dat je de wetten moet beschermen. Dat moet je integer doen. We laten niet of te weinig zien hoe we ons werk doen. We moeten meer laten zien wat ons vak inhoudt en welke dilemma’s we daarbij tegenkomen.’

Wantrouwen

Er is sprake van een neergaande spiraal, constateert de Raad van State. Incidenten worden breed uitgemeten, er heerst in toenemende mate wantrouwen over de juistheid van de informatie die de Kamer krijgt en ambtenaren kunnen niet snel genoeg alle relevante informatie leveren. ‘Er moet meer openheid worden betracht bij relevante informatie rondom besluitvorming’, stelt Schurink. ‘Want alleen dan kan er in het openbaar door de minister of staatssecretaris verantwoording worden afgelegd.’ De bewindspersoon is immers uiteindelijk verantwoordelijk en niet een ambtenaar, al constateert de Raad van State dat ook ambtenaren steeds vaker openlijk onder vuur liggen. ‘Een openbaar functioneringsgesprek van een ambtenaar is geen goed idee. Dat schaadt de democratie’, vindt Schurink. ‘Want de minister legt verantwoording af in de Kamer en in de media, en niet de ambtenaar.’ Ambtenaren zijn natuurlijk wel verantwoordelijk voor hetgeen ze doen. ‘Ik vind dat we daar maximaal op aanspreekbaar zijn. Als ik dingen niet goed doe, wil ik daar op aangesproken worden, maar wel door de minister.’

Kopschuw

De informatiehonger, en het wantrouwen, van politiek en media leidt er steeds vaker toe dat alle onderliggende stukken tot mailtjes van beleidsmedewerkers aan toe worden opgevraagd, via onder meer een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De SG is bang dat ambtenaren daardoor kopschuw worden. ‘Ambtenaren moeten vrij kunnen adviseren over alle mogelijke opties die je je maar kunt bedenken. We schrijven niet alleen de varianten op die door de politieke baas worden gewenst, maar we schrijven meer varianten op zodat er een politieke keuze kan worden gemaakt. Daar zitten soms heel extreme opties bij. Ik vind dat ambtenaren de vrijheid moeten hebben om alle opties die ze vanuit hun professionaliteit denkbaar vinden, op te schrijven.’ Hij geeft daarmee niet aan dat die Wob van tafel moet. ‘De wet is duidelijk op dat punt, maar we moeten het patroon dat is ontstaan wel doorbreken. Want ambtenaren kunnen niet vrijelijk adviseren als ze zich moeten afvragen of ze beleidsopties wel kunnen opschrijven.’     

Verantwoording

Dat gesprek moet daarom ook gaan over het achterliggende wantrouwen, over de informatievoorziening en over de ministeriële verantwoordelijkheid. ‘Het is de verantwoordelijkheid van de minister om feiten en argumenten en alles wat verder relevant is aan de Kamer te laten weten, zodat de Kamer daar een eigen oordeel over kan geven.’ Ambtenaren hebben daarin een belangrijke rol, benadrukt Schurink. ‘Ik zie dat we niet altijd goed genoeg in zijn staat om feiten die relevant zijn, snel boven tafel te krijgen. Dat moet beter. Maar er is ook meer openheid nodig rondom besluitvorming. Alleen dan kan in het openbaar verantwoording worden afgelegd.’

Uitvoerbaar

Ook moet meer en scherper aandacht worden besteed aan uitvoeringstoetsen bij wetgeving. ‘We besteden te weinig tijd aan het duidelijk maken wanneer iets onvoldoende kan. De Raad van State schrijft dat we systematisch aandacht moeten geven aan de uitvoering. Dat is mij als oud-uitvoerder uit het hart gegrepen. Beleid moet simpel uitlegbaar en goed uitvoerbaar zijn. Dat is in het belang van de politiek en het vertrouwen in de overheid.’

Oekaze-kramp

Zou het helpen als de Oekaze van Kok de ijskast in gaat; de regel dat politici niet rechtstreeks met ambtenaren mogen praten? Schurink: ‘Er is wel een beetje Oekaze-kramp, maar of hij in de ijskast moet, weet ik niet. De Oekaze laat overigens best wat ruimte. Er staat in dat er contact mag zijn tussen een ambtenaar en een Kamerlid, maar dat de minister dat wel goed moet vinden. Bij voorkeur moet het gesprek ook in aanwezigheid van de minister plaatsvinden.’ In de ogen van Schurink kan het het politieke debat en de democratie versterken als ambtenaren vaker in de Kamer duidelijk maken hoe de feiten in elkaar zitten. Ambtenaren moeten er wel voor waken niet op de stoel van de politiek of de minister te gaan zitten. ‘Ambtenaren kunnen goed uitleggen welke stappen er zijn genomen en welke beleidsopties er waren. Ik denk dat het enorm zou helpen als we als ambtenaar die feiten vaker kunnen presenteren. Iets minder Oekaze-kramp zou de democratie goed doen. We kunnen de feiten goed voor het voetlicht brengen waarna de politieke meningsvorming kan plaatsvinden.’ Daarin kan het rijk leren van gemeenten, zegt Schurink. ‘Daar is het veel gebruikelijker dat ambtenaren in raadscommissies het woord voeren, zonder dat de politieke verantwoordelijkheid ter discussie staat. Vanuit eerdere functies heb ik daar goede ervaringen mee.’

Spelregels onderlinge verhouding

De Raad van State adviseert een protocol op te stellen met spelregels voor de onderlinge verhouding tussen ambtenaren en bewindslieden. Over de werking daarvan moet periodiek met het parlement worden gedebatteerd. ‘Ook daarvoor is eerst een gesprek nodig tussen politiek, ambtenaren en wat mij betreft ook de media’, vindt Schurink. ‘Pas als je dat gesprek hebt gevoerd, kun je goed met elkaar afspreken wat we wel en niet willen doen. Het gesprek over hoe we met elkaar omgaan, moet ook regelmatig worden herhaald.’

Vrijelijk adviseren

Als opmaat naar het brede gesprek dat in de ogen van de Raad van State moet worden gevoerd, wil Schurink binnen zijn eigen ministerie en breder in de rijksdienst het gesprek gaan voeren over de invulling van het ambtelijk vakmanschap. Over waarom vrijelijk adviseren zo belangrijk is en tegen welke dilemma’s ambtenaren aanlopen. ‘Ik denk dat ik namens de hele ambtelijke organisatie spreek als ik zeg dat wij graag bereid zijn om dat gesprek te voeren. We willen heel graag laten zien hoe wij met hart en ziel aan Nederland werken. We willen daarbij ook laten zien wat er goed en wat er fout gaat. Want er gaan ook echt dingen fout en daarover moet de Tweede Kamer worden geïnformeerd. Want elk incident is er een te veel. Maar er gaan ook dingen goed en die mogen ook gezien worden. We willen daar heel graag over in gesprek om het vertrouwen van de burger in de overheid te borgen.’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Rik / journalist
Ik las deze quote: “ Ik zie dat we niet altijd goed genoeg in zijn staat om feiten die relevant zijn, snel boven tafel te krijgen. Dat moet beter.”

En ik zag in gedachten die duizenden, bewust en met opzet door de. Belastingdienst vermorzelde gezinnen. Waarbij de kamer week na week, maand na maand, jaar na jaar vragen stelde en geen antwoord kreeg. Bewust weggestopt en achtergehouden.

Pieter Omtzigt: “Wat doe ik hier! Witheet!” Renske Leijten: “Sprakeloos!” Alexandra van Puffelen: “Fout geïnformeerd! Valse start!”

Met dat in gedachten is deze uitspraak van de heer Schurink het understatement van de eeuw.

Daar past dit artikel en het advies van de RvS
Toine Goossens
Na al mijn commentaren over het gebrek aan Integriteit en Kwaliteit van de Bestuurlijke besluitvorming en het onder de tafel schuiven van het Integraal Afwegings Kader, is dit een godsgeschenk.
Advertentie