Gemeenteraad gaat niet over noodverordening

‘De noodverordening Rotterdam-Rijnmond dient te worden uitgevoerd. Er is geen verantwoording aan de gemeenteraad nodig’, kreeg waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (73) van de gemeente Vlaardingen donderdagmiddag te horen. ‘Dit wordt nu van bovenaf opgelegd vanuit de Wet op de Veiligheidsregio’s. Dit is een nieuw fenomeen.’

Hoe heeft u de coronacrisis tot nu toe ervaren?
‘Het is heel vervreemdend. Elke stap is nieuw. Je moet steeds goed nadenken en bij de les blijven. Ons crisisteam komt elke dag bij elkaar. Ik heb dit nooit eerder meegemaakt. We willen het allemaal 100 procent goed doen. Paspoorten afhalen is bijvoorbeeld nu goed geregeld: dat kan digitaal en op afspraak. De raad komt niet bij elkaar, want we willen het goede voorbeeld geven. Dat betekent een maand uitstel van alle besluitvorming en dan zien we wel verder. Geen nieuwe bestemmingsplannen, geen financiële kwesties. Het college komt wel bij elkaar, maar in een grote zaal en 1,5 tot 2 meter afstand tussen elkaar. Het is opvallend, maar bij besluiten kijkt men toch naar de burgemeester, ook in het presidium, je hebt als burgemeester nu een zware verantwoordelijkheid.’

Wat zijn nu uw instrumenten als burgemeester?
‘Om 14.00 uur vanmiddag kreeg ik te horen dat de noodverordening Rotterdam-Rijnmond geldt in Vlaardingen. En wat betekent dat dan, vroeg ik. Ik moet de gemeenteraad informeren. Maar dit is een nieuw fenomeen. De noodverordening dient te worden uitgevoerd. Er is geen verantwoording aan de gemeenteraad nodig. Dit wordt van bovenaf opgelegd vanuit de wet op de veiligheidsregio’s. Het gaat om zaken die zowel regionaal als nationaal spelen. De regionale noodverordening geldt dus en je let als burgemeester op gevaren voor de openbare orde en veiligheid. Een partycentrum dat niet open mag, gedoe in een supermarkt. De huidige instrumenten zijn voldoende om actie te kunnen ondernemen als dat nodig is. Dit is een ongekende crisis. Een pandemie hebben we wel eens geoefend en ons voorgesteld, maar dit is ongekend. Zijn alle maatregelen al genomen of niet? Dat wordt nog bijzonder spannend. We komen met het crisisteam bij elkaar, de adviseurs openbare orde en verder is alles ook communicatie. Ik doe een bulletin op de omroep en verkondig: let op elkaar. Veel Vlaardingers doen mooie dingen valt me op, boodschappen voor anderen, elkaar helpen, dat vind ik grandioos.’

Ontstaan er ook nieuwe fenomenen? De horeca is dicht. Scholen zijn dicht. Er komen berichten binnen over nepcollectanten voor corona. Er wordt nog steeds gehamsterd.
‘Wij hadden de vraag liggen of een markt nog open mag of niet? Zouden er dan meer of minder dan 100 mensen komen? We hebben besloten alle markten te sluiten, want er komen toch meer dan 100 mensen. Het zit me niet lekker dat andere gemeenten dat niet doen. Als supermarkt kun je afspreken dat er niet meer dan zoveel mensen tegelijk binnen mogen. Of zeggen: mijn klanten mogen niet meer dan twee pakken toiletpapier meenemen, anders wordt niet afgerekend. Als dat wel gebeurd, is dat heel erg in het nadeel van mensen die buitenshuis werken of bij de politie zitten. Er komen vast nog maatregelen aan.’

En kan de gemeente daarin nog een rol spelen?
‘Boa’s lopen rond in de gemeente. Ze stellen gerust, sussen, vertellen mensen afstand te houden. Soms reageert men positief en soms ook negatief. Er is wel extra surveillance.’

Wat zijn verder uw eigen prioriteiten in de handhaving?
‘Voorbeelden zijn mensen die zich in groepen verzamelen in winkelcentra of auto’s vernielen. Daar  zitten we bovenop. Er is extra politie lokaal, dubbele surveillance. We doen een beroep op mensen via (social) media dat ze zich sociaal opstellen en ouders en kinderen geen gekkigheid uithalen.’

Wat gebeurt er bij u lokaal wat niet te vergelijken is met wat elders gebeurt?
‘Lokaal gaat het erom wat je wel en niet toelaat en wel en niet laat doorgaan. Niet een snuffelmarkt bijvoorbeeld. Ik accepteer niet zoveel. Sociale onthouding is zoveel mogelijk laten weten dat je niet in groepjes gaat staan. Je kunt niet uitleggen dat je wel mag trainen op een hockeyveld, maar niet op een markt mag komen. Je moet daarin één strikte consequente lijn trekken. Dat begrijpen mensen beter. Anders wordt het ingewikkeld.’