Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Wie doet het zwaailicht?

De veiligheid binnen gemeenten krijgt onvoldoende politieke en ambtelijke aandacht, zegt Klaas Dekker, coördinerend functionaris gemeenten in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.

13 september 2013
politie-lego.jpg

Zorg voor de fysieke veiligheid is al te vaak het weeskind van de gemeentepolitiek: van iedereen en tegelijk van niemand. ‘Iedere gemeentesecretaris zou zich hierbij betrokken moeten voelen.’

Opeens is de ramp er. Op een druilerige zondagochtend als iedereen nog op één oor ligt en een dronkenlap inrijdt op een tankwagen die met pech bij een woonwijk langs de weg staat. Of als de ene tank­wagen op de andere ploft. De ellende is niet te overzien. 


Toch krijgt veiligheid binnen gemeenten onvoldoende politieke en ambtelijke aandacht, zegt Klaas Dekker, coördinerend functionaris gemeenten in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. ‘De fysieke veiligheid wordt door de politieke en de organisatie-actualiteit naar de achtergrond gedrongen. Geen organisatie heeft zo’n breed pakket aan onderwerpen als de gemeente. Crises en rampen maken daar onderdeel van uit, maar tegelijk is het zelden echt actueel.’

Niet elke woonwijk wordt op een zondagochtend verzwolgen door een vuurzee. Toch zijn er dagelijks incidenten waar gemeenten bij betrokken zijn, zegt Klaas Dekker, tevens voorzitter van het landelijk overleg coördinerend gemeentesecretarissen (LO CGS). ‘Kijk maar op Nu.nl. Incidenten komen vaker voor dan gemeenten denken en hopen. Ze zijn daardoor onvoldoende bezig met het vraagstuk van fysieke veiligheid en vaak niet professioneel genoeg.’

Zo gek is dat nu ook weer niet, erkent Dekker. Traditioneel zijn bij rampen en crises drie partijen heel zichtbaar: de politie, de brandweer en de geneeskundige hulpverlening. Zwaailichten, sirenes, uniformen. Dat is heldendom. De gemeente deed het er maar een beetje bij.

‘Dat is de laatste jaren gelukkig veranderd, maar er moet nog wel worden verbeterd’, aldus Dekker. Maar zegt hij ook: ‘Wat is gebleven, is de verwarring over de twee rollen van de gemeente. Enerzijds zit de burgemeester in het bestuur van de veiligheidsregio, anderzijds is hij verantwoordelijk voor het operationele werk van de gemeente. En dat laatste wordt weer door de gemeentesecretaris aangestuurd. De gemeente heeft twee gezichten en dat is niet voor iedereen even duidelijk.’

Verwarring
De verwarring wordt volgens Dekker vergroot doordat gemeenten (en veiligheidsregio’s) en rijk beleidsmatig slecht van elkaar weten wat ze doen. ‘De afstand tussen het rijk en de gemeenten op het gebied van de bestrijding van rampen en crises is te groot. Het rijk organiseert zijn eigen wereld, maar benoemt daarin te weinig de rol van gemeenten’, aldus Dekker, ook lid van het landelijk operationeel coördinatiecentrum.

‘Het is goed dat het rijk zijn verantwoordelijkheid neemt, maar iedere ramp is in de eerste plaats een lokale ramp. Iedere centimeter in Nederland valt binnen een gemeente, en binnen de gemeente is de burgemeester verantwoordelijk. Hij is dus altijd als eerste aan de beurt, hoe groot of klein het incident ook is.’

Gemeenten weten echter onvoldoende met wie ze te maken krijgen bij het bestrijden van een ramp als de crisis een grotere omvang heeft. ‘We hebben op rijksniveau de landelijke operationele staf (LOS), de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), het nationaal crisiscentrum (NCC) en het landelijk operationeel coördinatiecentrum (LOCC). Veel gemeenten hebben geen idee wat het LOCC is of doet.’

Zorg voor de (fysieke) veiligheid is een beetje het weeskindje van de gemeente­politiek, aldus Klaas Dekker. Van iedereen en dus al te snel van niemand.

Dekker werd vorig jaar in zijn opvattingen gesteund door de commissie ‘Bevolkingszorg op orde’ die onder leiding van de burgemeester van Alkmaar Piet Bruinooge betoogde dat de bevolkingszorg van onvoldoende niveau is. ‘Bevolkingszorg is een essentieel onderdeel van de crisis­beheersing, maar wordt door gemeenten nog te vrijblijvend ingevuld. Waar de ene gemeente zich tot in de details voorbereidt, zijn er ook gemeenten die het zich veroorloven om zich niet tot nauwelijks serieus voor te bereiden’, aldus Bruinooge in zijn rapport Bevolkingszorg op orde; de vrijblijvendheid voorbij. Hoewel het woord gemeentesecretaris niet één keer in het rapport wordt genoemd, vindt Dekker toch dat ook de gemeentesecretaris zich de kritiek mag aantrekken.

Er is een schone taak weggelegd voor de gemeentesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie, zegt Dekker, van 2004 tot 2012 gemeentesecretaris van Apeldoorn. ‘Hij is verantwoordelijk voor alles wat er gebeurt op het terrein van de bevolkingszorg. Veiligheid behoort daarom gewoon tot zijn takenpakket. Hij kan intuïtief kiezen voor de actualiteit in het gemeentehuis, maar o wee als je de fysieke veiligheid niet op orde hebt. Dan ben je aan de beurt.’

Boeing
Dat er niet iedere dag een tankwagen ontploft, wil niet zeggen dat het niet noodzakelijk is om er iedere dag rekening mee te houden, aldus Dekker. ‘En ja, misschien denken de collega’s op het gemeentehuis: Wat zit-ie te doen? Zijn er geen actuelere zaken? Het is net als met de piloten van een Boeing 747. Je vraagt je af wat die lui op zo’n lange vlucht doen. Maar als er wat is, dan moeten ze er wel staan. Je moet in de periode dat er niets aan de hand is je organisatie op orde brengen, oefenen en de alertheid versterken.’

De gemeentesecretaris zou zich niet alleen moeten bezighouden met veiligheid omdat bevolkingszorg zijn pakkie-an is, maar ook omdat de gemeente er wel bij vaart, meent Irma Woestenberg, gemeentesecretaris van Den Bosch. De middelen voor veiligheid worden efficiënter en effectiever ingezet als gemeenten, politie en Openbaar Ministerie (OM) beter gaan samenwerken, aldus Woestenberg. ‘Daarmee wordt een groter beroep gedaan op gemeenten, terwijl ze daarnaast in toenemende mate worden gevraagd om bij te dragen aan brede veiligheidsvraagstukken en dat ook breder moeten trekken met jeugd, corporaties, verkeer en openbare ruimte.’

De organisatie van deze brede veiligheidsaanpak behoort bij de gemeentesecretaris te liggen, meent ze. ‘De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, maar is niet degene die binnen de eigen organisatie de samenwerking met de politie of andere gemeenten organiseert. De ambtenaar openbare veiligheid kan deze thema’s gezien zijn positie in de organisatie niet aan. Die kan niet regelen dat er intergemeentelijke organisatie komt of dat de woningcorporaties meedoen.’

Het management van een gemeente zal ervoor moeten zorgen dat de fysieke en sociale veiligheid binnen de gemeente goed wordt aangepakt, stelt Irma Woestenberg, lid van de commissie bestuur en veiligheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Vooral in de kleinere gemeenten kunnen gemeentelijke functionarissen het onderwerp veiligheid nu nog (te) weinig aandacht geven, aldus Woestenberg. ‘Er zijn 408 gemeenten, er zijn 25 veiligheidsregio’s en er is één nationale politie. Wij moeten ons beter organiseren. Doen we dat niet, dan zullen we bijvoorbeeld op het terrein van de fysieke veiligheid steeds meer taken verliezen aan de veiligheids­regio, terwijl het veiligheidsdomein nu juist bij uitstek bij de gemeenten thuishoort. Zelf en samen, als opdrachtgever voor veiligheidsregio’s en in de relatie met de politie en het OM moeten gemeenten laten zien dat ze hun partij meeblazen en een volwaardige partner zijn.’

Veiligheid draait in dit tijdsgewricht om partnerschap, weet Woestenberg, waarbij de gemeentesecretarissen als spil binnen de gemeentelijke organisaties moeten functioneren. ‘Maar die gemeenschappelijke agenda ontbreekt’, zegt ze. Terwijl de veiligheid erop vooruit gaat in gemeenten waar het management zich over veiligheid buigt, stelt Woestenberg gedecideerd. ‘Je ziet het in Utrecht en Twente, waar veel beter wordt samengewerkt met de politie dan in andere regio’s.

In Den Bosch hebben we veiligheid een paar jaar geleden in het management en in het bestuur opgenomen omdat wij enorm slecht scoorden in de veiligheidsindex. Inmiddels zijn we uit de top 10 van de onveiligste gemeenten verdwenen en zitten we op een plek waar we als zeventiende stad van Nederland ook thuishoren. We hebben het bestuurlijk zwaarder ingezet, maar het speelt absoluut ook een rol dat we veiligheid in de managementorganisatie hebben opgenomen. Als het gemeentelijke management zich inspant voor veiligheid, dan merk je dat. Het loont.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie