Advertentie

‘Lokale politiek moet je vrijwaren van discussies over bedreigingen’

Een aparte regeling voor bestuurders die bedreigd of belaagd worden is niet nodig, meent minister Donner. Tot onvrede van het Genootschap van Burgemeesters en de Wethoudersvereniging.

08 april 2011

Lokale overheden zouden in de ogen van minister Donner (Binnenlandse Zaken, CDA) zelf geld moeten uittrekken voor de aanpak van agressie en geweld en de beveiliging van ambtsdragers. Wethouders en burgemeesters zijn teleurgesteld in dit standpunt.

 

Volgens de voorzitter van de Wethoudersvereniging, Saskia Bolten, en haar collega van het Genootschap van Burgemeesters, Bernt Schneiders, is de huidige situatie waarin bestuurders bij materiële schade in debat moeten met de gemeenteraad, onwenselijk. Schneiders, burgemeester van Haarlem: ‘In de meeste gevallen zal het geen probleem zijn. Maar de kans is er dat een dergelijk verzoek politiek wordt gemaakt en er openbare discussies komen over de kosten van de ingegooide ramen of lek gestoken banden.’ Ook Bolten noemt dit punt: ‘Politieke partijen zouden zo’n affaire kunnen misbruiken als ze toch al van een wethouder af willen. Over beveiliging van een wethouder moet geen discussie zijn.’ Volgens de Delftse wethouder (GroenLinks) zou een landelijk fonds, waaruit dergelijke kosten betaald worden, een oplossing zijn.

 

‘Over de kosten van de eigen beveiliging in de openbaarheid van de gemeenteraad debatteren werkt niet. De lokale politiek zou je moeten vrijmaken van deze problematiek’, zegt ook de Weertse wethouder Anton Kirkels (VVD). Zijn auto werd in 2009 in brand gestoken nadat in een woonwagenkamp hennepplantages waren ontmanteld. Het huis van Kirkels’ collega-wethouder Stef Strous (PvdA), nu burgemeester van Maasgouw, werd beschoten. Ook toenmalig burgemeester Jacques Niederer werd bedreigd. Kirkels: ‘De reactie van Donner “jullie zoeken het zelf maar uit” vind ik teleurstellend. Hij lijkt niet te hebben begrepen wat voor impact bedreigingen hebben.’

 

Uit het november vorig jaar verschenen onderzoek Bedreigd Bestuur 2010 blijkt dat meer dan de helft van de burgemeesters en wethouders te maken heeft gehad met intimidatie en agressie. Het meest ingrijpende recente voorbeeld is de Helmondse burgemeester Fons Jacobs, die eind vorig jaar moest onderduiken. Minister Donner is van mening dat veiligheid geen onderwerp van politieke discussie mag zijn. Maar een aparte landelijke regeling voor bestuurders is niet nodig, zeiden Donner en diens collega Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) vorige maand in een debat in de Tweede Kamer.

 

De ministers vinden dat het pakket maatregelen in het huidige stelsel ‘bewaken en beveiligen’, dat betrekking heeft op geweld tegen alle publieke ambtsdragers, voldoet. Gemeenten, provincies en waterschappen zouden zelf ruimte moeten vrijmaken op de begroting voor de kosten die met bedreiging of beveiliging van bestuurders te maken hebben, meent Donner. Volgens een woordvoerder van Binnenlandse Zaken is de discussie wat de minister betreft gesloten.

 

Brief

 

Donner stuurde recent een brief naar alle lokale politici. De brief is medeondertekend door de koepelorganisaties van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen en de belangenverenigingen van raadsleden, wethouders, griffiers en gemeentesecretarissen.

 

Een rondgang leert dat zij ‘verheugd’ zijn dat de problematiek nu ‘voor het eerst’ breed erkend wordt. Het onderwerp is volgens verschillende koepelorganisaties en belangenverenigingen te lang onderbelicht geweest. Al ligt dat deels ook aan de bedreigden zelf; slechts de helft van het aantal politici heeft het meest ernstige incident gemeld, zo blijkt uit Bedreigd Bestuur. En in maar 15 procent van de gevallen is aangifte gedaan.

 

Minister Donner vindt dat bedreigingen altijd gemeld zouden moeten worden. Er is nog discussie over hoe de problematiek van geweld en bedreigingen tegen politieke ambtsdragers moet worden aangepakt. Donners brief dient vooral als een aanzet tot een ‘gezamenlijke aanpak’. De komende maanden zullen vertegenwoordigende organen en lokale overheden, ondersteund door Binnenlandse Zaken, ‘praktische handvatten’ ontwikkelen. Ook zijn er plannen voor regionale bijeenkomsten. Volgens de woordvoerder van Binnenlandse Zaken zouden daar praktische zaken als het belang van melden en aangifte doen, de inschakeling van de verzekering en uniforme registratie aan de orde kunnen komen.

 

De VNG en het IPO vinden dergelijke bijeenkomsten ‘zinvol’. De VNG zegt de ‘colllegebeschermingspolis’ nogmaals onder de aandacht te gaan brengen. Daarmee kunnen bestuurders en raadsleden worden verzekerd voor rechtsbescherming als zij te maken krijgen met bedreigingen. Volgens een VNG-woordvoerder heeft 80 procent van de gemeenten de verzekering inmiddels afgesloten.

 

Bernt Schneiders is minder enthousiast. ‘Eerst kregen we een hulplijn aangeboden waar niemand op zat te wachten (zie kader ‘Vertrouwenslijn’). Nu worden er kennelijk bijeenkomsten in het land georganiseerd om ons uit te leggen hoe je aangifte moet doen. Dat weten we heus wel.’


‘Is dat jouw dochter?’
Nico Verlaan werd als wethouder van Duiven in 2008 met de dood bedreigd. De gemeente wilde vier windturbines van 150 meter laten bouwen, tot grote onvrede van omwonenden. Net als de meeste bestuurders en volksvertegenwoordigers is Verlaan niet happig om over de bedreigingen te vertellen, maar hij wil wel kwijt dat de impact groot is. Vooral de bedreigingen aan het adres van zijn gezin hebben Verlaan geraakt. ‘Ze hoeven alleen maar vilein te zeggen: “is dat jouw dochter met die blonde krullen?” Dat heeft een diepe wond geslagen, die nu heel langzaam aan het helen is.’

Het heeft Verlaan geholpen de bedreigingen te bespreken in het college. Hij vond het prettig om zijn ervaringen te delen en te merken dat zijn collega’s achter hem stonden. Bestuurders zouden bedreigingen of geweldsincidenten bovendien altijd moeten melden ‘in het kader van de zuivere besluitvorming’, vindt Verlaan. ‘Als je dat niet bespreekt word je chantabel.’


Vertrouwenslijn
De vertrouwenslijn waar bedreigde bestuurders en volksvertegenwoordigers terecht kunnen werkt wél. Dat zegt Ellen Verbeem, manager bij Stichting M, die de hulplijn beheert. In een recente uitzending van tv-programma Zembla werd gesuggereerd dat sinds de start van de lijn in oktober 2009 slechts twaalf meldingen zijn binnengekomen. Maar volgens Verbeem klopt dat niet.

Zij zegt dat Stichting M, vooral bekend van de lijn Meld Mislijn Anoniem, in anderhalf jaar ongeveer honderd telefoontjes heeft gehad. Er zijn achttien hulpaanvragen in behandeling. ‘Maar je zou deze lijn eigenlijk niet op kwantiteit moeten beoordelen. De drempel is nog altijd heel hoog om bedreigingen te melden, ook al is het anoniem’, zegt Verbeem.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie