Advertentie

Het linkse antwoord

Afgelopen zondag merkte Paul Scheffer in het televisieprogramma Buitenhof snedig en naar waarheid op dat er nergens zoveel op Nederland gekankerd wordt als onder de aanhangers van Geert Wilders en van Rita Verdonk die trots zeggen te zijn op Nederland.

11 januari 2008

De bedoeling was dat Scheffer, samen met Femke Halsema, uit zou leggen waarom links Nederland geen antwoord heeft op de onophoudelijke prikstoten van het rechtdoor-zeese duo. Daar kwam het niet van. Beide linkse denkers praatten voornamelijk op intelligente wijze langs elkaar heen. De een zag dus veel wrok in de beweerde trots. De ander beperkte zich tot een politieke stellingname contra.

 

Na afloop was er nog steeds geen mens die er enig idee van had waarom links met de mond vol tanden staat. Toch valt daar wel iets over te vermoeden. Nauwelijks iets te weten, moet ik er gehaast bij zeggen. Merkwaardigerwijze ontbreekt het nog steeds aan een geharnast onderzoek naar de aanhangers die Wilders en Verdonk in hun armen hebben gesloten. Ze worden gepeild, dat wel, maar bevraagd, hoogst zelden.

 

Waarom kunnen ze hun liefde voor volk en vaderland alleen maar bozig onder woorden brengen? En wat beweegt hen om als het ware van nature en zodra ze de kans krijgen te roepen dat de politiek er een rotzooitje van maakt, en dat het Binnenhof gevuld is met zakkenvullers? Als ik links was, zou ik daar het liefste vandaag nog achter willen komen. Voordat je iets steekhoudends terug kan zeggen moet je er eerst iets van snappen. Dat zijn twee vragen tegelijk. Wie zijn die trotse vertolkers van de Hollandse wrok? En voor welk soort tegenspraak zijn ze wel gevoelig?

 

Het luidkeelse rechts van deze dagen vindt zijn aanhang niet in de eerste plaats binnen de kosmopolitische wereld van bijvoorbeeld de Amsterdamse binnenstad en ook niet binnen de ondernemende, kunstlievende en reislustige kring van mensen voor wie de binnenstad van Berlijn even weinig geheimen heeft als het stratenplan rond de Champs Elysee of Times Square. Veeleer moeten we ze zoeken in de suburbs en in de buitenwijken van de middelgrote provinciesteden. Daar kan je veel van zeggen, maar niet dat die te maken hebben met een enorme instroom van islamieten.

 

Ze worden, nogmaals, vermoed ik, niet gedreven door de hinder die ze van de moderne wereld ondervinden, maar door de angst dat die hinder ook hen eerlang zal bereiken. De hinder van de migratie en van een vreemd geloof. De hinder van Europa. De hinder van het feit dat je, een servicenummer bellend vanuit Nieuwegein of Almere, iemand uit India aan de lijn krijgt. Iedereen weet dat je in bijna geen land een beter leven leeft dan in Nederland. Als mensen er door het NIPO naar gevraagd worden, prijzen ze hun zegeningen. Onder al die voorspoed schuilt het monster van de angst dat je die gemakkelijk ook weer kan verliezen in dit, zeggen ze dan, rottige kolereland.

 

Als angst zoveel mensen naar rechts drijft, wat moet dan het antwoord van links zijn? In ieder geval niet: met een even grote mond terugschelden. Het zet geen zoden aan de dijk om de Wilders- of Verdonkstemmer voor fascist of voor racist uit te maken, en hem of haar ernstige onderbuikgevoelens toe te schrijven. Dat is lang gebeurd en daar plukt links nu de wrange vruchten van. Alleen wie de angst ernstig neemt, kan vertellen dat de wereld van nu de wereld van zo pas niet meer is. En dat verzet tegen het onvermijdelijke van immigratie, Europa, en de global village geen mens verder helpt. Links moet niet foeteren, maar leren begrijpen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie