Advertentie

Twee derde gemeenten verbiedt ten onrechte drugs

Twee derde van de 352 gemeenten verbiedt drugsgebruik op straat via een Algemene Plaatselijke Verordening (APV), blijkt uit onderzoek van Trouw. Ze ondergraven daarmee het landelijke drugsbeleid. In de Opiumwet heeft de wetgever er namelijk van afgezien om het opsteken van een joint of het slikken van een xtc-pil strafbaar te stellen.

10 april 2021
blowen-drugs.jpg

Twee derde van de 352 gemeenten verbiedt drugsgebruik op straat via een Algemene Plaatselijke Verordening (APV), blijkt uit onderzoek van Trouw. Ze ondergraven daarmee het landelijke drugsbeleid. In de Opiumwet heeft de wetgever er namelijk van afgezien om het opsteken van een joint of het slikken van een xtc-pil strafbaar te stellen.

Tegen wil wetgever

Amsterdam was zo’n tien jaar geleden de eerste gemeente die drugsgebruik op specifieke plekken verbood vanwege overlast, stelt de Groningse hoogleraar recht en samenleving Jan Brouwer. 'Daarmee is juridisch niets mis. Het probleem is dat ook talloze gemeenten waar drugs amper overlast veroorzaken, die bepaling in hun APV hebben staan. Zij zagen hun kans schoon om drugsgebruik in de héle gemeente te verbieden, waarmee ze ingaan tegen de wil van de wetgever.'

 

Amper boetes
Ook opvallend is dat gemeenten amper boetes uitdelen wegens drugsgebruik. Uit cijfers van het Centraal Justitieel Incassobureau blijkt dat er vorig jaar 151 boetes zijn uitgedeeld voor het gebruiken van harddrugs in de openbare ruimte, en 104 voor softdrugs. Brouwer wijst de noodzaak van de verboden van de hand. 'Met die algehele verboden op drugsgebruik op straat houden gemeenten zich mijns inziens niet aan de wet. Ik hoop dat een goede advocaat hier eens induikt.' (ANP)

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

B. Janssen / Ambtenaar
Dit soort verboden valt onder "windowdressing". De burgemeesters laten zich verleiden door de roep om krachtig op te treden. In de praktijk houdt dit niks in, maar de "raaad"? is tevreden, althans een deel er van. Zo is het ooit vooruitstrevende Nederlandse drugsbeleid beetje bij beetje om zeep geholpen. Met het eveneens verbieden van coffeeshops wordt daar nog een schepje bovenop gedaan. Zelfs in diverse Amerikaanse staten zijn ze nu verder dan wij. Lang leve "Law en Order", weg met de rede en redelijkheid, laten we weer massaal de jeugd veroordelen omdat ze een pilletje gebruiken en ze meteen in het verdomhoekje stoppen en het contact met ze verliezen omdat wij ouderen niks van hen begrijpen. Zo geven we de echte criminelen de kans om zich te mengen in de grote groep van recreatieve gebruikers. Het volgende probleem wordt Crystal Meth en god wat vinden "wij" dat erg!! Misschien moeten we weer eens gaan leren wat we ooit wisten: drugs bestrijd je niet door het simpelweg te verbieden.
Veld / bestuurskundige
Alhoewel de stelling van Brouwer op het eerste oog 'een scherpe constatering lijkt' valt er wel wat op af te dingen. De indruk wordt gewekt dat in de APV (of wellicht bij iedere regelgeving) slechts dan een artikel mag worden opgenomen wanneer er een directe noodzaak toe is. Immers, zonder drugsoverlast is de regel overbodig en druist deze zelfs in tegen de wil van de wetgever aldus Brouwer. Het is altijd lastig om de wil van zo iets abstracts als de wetgever te bepalen. In de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet staat toch redelijk helder dat het strafbaar is om drugs 'aanwezig te hebben'. En dat is wel de eerste vereiste om drugs te kunnen gebruiken. Dus wat is nu de wil van die fameuze wetgever en waar staat die dan. Eerst de kamerverhandelingen lezen of toch de memorie van toelichting lezen? Dat het de wil van de wetgever is dat je mag roken en slikken kan ik daarin niet lezen. En is de wil ook niet aan verandering onderhevig? Een coffeeshopbeleid is nog steeds geen wet en dat is ook het geval voor bijvoorbeeld de richtlijnen van de PG's. Of is dat dan weer niet de wil van de wetgever maar de wil van de medewerkers van de wetgever ? Daarnaast is het de heer Brouwer ongetwijfeld bekend dat de APV op dit punt over de openbare orde gaat en niet over de Opiumwet. Dus waarom zou de burgemeester (in een grote of kleine plaats) niet een verbod in de APV op mogen nemen over het gebruik van drugs op straat? Niet omdat de overlast er al is, maar wel om te kunnen optreden op het moment dat bijvoorbeeld campingjongeren op de fameuze zondagochtend in het dorp besluiten een jointje te roken naast de kerk. En in hoeveel gemeenten is er last van samenscholing, wordt er op beelden geklommen, tegen een raamkozijn geleund, gevent of worden personen met een verrekijker bespied of vindt er straatprostitutie plaats? Zomaar een willekeurige greep uit de APV van een gemeente. Verboden van handelingen die in de meeste gemeente niet spelen of niet tot overlast leiden. En is het juist in een stad als Amsterdam eerder toelaatbaar zijn om 'middelen van lijst I en II van de Opiumwet' op straat te gebruiken dan in een plaats als Putten? Dat burgemeesters een instrument in handen hebben om de openbare orde te bewaken moet niet verward worden met de Opiumwetgeving. In de APV gaat het om de openbare orde. Ook wordt in menig APV het gebruik van alcohol op straat verboden terwijl de wetgever het prima vindt dat er alcohol wordt verkocht en gebruikt. En dit alles laat onverlet dat het rechtssysteem in Nederland nog altijd niet verplicht om op te treden als een regel niet wordt nageleefd.



Maar vanuit het adgium 'wie regels zaait zal overtredingen oogsten' is het wel verstandig om bij elk verbod eerst te bedenken welke oogst men binnen wil halen!

H. Wiersma / gepens.
Prima die APV-maatregelen. Hoe eerder we van deze troep afkomen hoe beter. Het roken van sigaretten willen we verbieden en deze troep (inclusief alle daaraan verbonden criminaliteit) toelaten? Vooral de teelt en handel bikkelhard aanpakken.
Bert
Faciliteren van criminaliteit en misdaad. Veel jongeren die verslaafd raken en hun hele leven met een psychische stoornis blijven rondlopen. Zijn we echt met zijn allen zover gezakt. Zouteloos.
Advertentie