Wethouders willen meer steun voor nachtsector

Het coronavirus treft ook het nachtleven hard en de cultuurwethouders van Amsterdam, Utrecht en Rotterdam vragen het Rijk hier meer aandacht voor te hebben. Dat schrijven Touria Meliani van Amsterdam, Anke Klein van Utrecht en Said Kasmi van Rotterdam in een ingezonden brief in de Volkskrant.

‘Het is van groot belang dat de sector meer perspectief en steun wordt geboden, anders vrezen we een onherstelbaar verlies van de nachtcultuur’ , aldus de wethouders. ‘De verwachting is dat de clubs pas open kunnen als er een vaccin is, daarom is een steunpakket op maat voor de nacht een logische volgende stap.’ De politici vragen van het Rijk ‘meer aandacht, erkenning en het op waarde schatten van de kracht van de nacht’. ‘Voor de kunstenaars, de organisatoren, de creatieven, de genieters, iedereen die een uitlaatklep zoekt en degene die thuis van muziek genieten. De economie, cultuur en sociale interactie stoppen niet om 00.00 uur, voor velen begint het dan pas.’

Nachtvisie
Amsterdam en Rotterdam laten verder weten dat ze met een zogenoemde nachtvisie komen, waarin rekening wordt gehouden met de gevolgen van corona. Ook Utrecht onderzoekt die mogelijkheid. ‘Met een nachtvisie willen we de positie van de nachtcultuur in de steden vastleggen en een prominentere rol geven in het gemeentebeleid.’

Nachtclubs
De Haagse fractie van GroenLinks vraagt het stadsbestuur zich aan te sluiten bij de drie steden. Ook wil de partij dat de gemeente Den Haag samen met de clubscene een plan maakt om ervoor te zorgen dat er na de coronacrisis nog plekken overblijven om 's nachts te dansen. ‘In Den Haag was het aantal nachtclubs voor het uitbreken van corona al op één hand te tellen en daarmee al zeer beperkt ten opzichte van andere grote steden’, zegt raadslid Mariëlle Vavier. ‘Als we een aantrekkelijke stad voor jongeren en studenten willen zijn, dan is het essentieel dat er voldoende nachtclubs overblijven.’ (ANP)