bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Integriteit overkomt je

Integriteitsschendingen in Nederland vallen wel mee.

03 januari 2013

Afbeelding

Mr. M.J.M. (Marc) Schoonhoven

 

De afgelopen dagen heeft het begrip bestuurlijke integriteit weer verschillende malen de kranten en het nieuws gehaald. Alsof er iets heel nieuws onder de zon is, wordt door de pers gemeld dat raadsleden en bestuurders geschokt hebben gereageerd op de uitkomsten van integriteitsonderzoeken. Is het dan zo slecht gesteld met die integriteit van de gemiddelde volksvertegenwoordiger of bestuurder in Nederland?

Naar mijn stellige overtuiging valt het met bewuste integriteitsschendingen in Nederland, zeker waar er een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging is die dagelijkse besturen op functioneren kan controleren, eigenlijk wel mee. Mag ik de diverse onderzoeken en rapportages geloven, dan is het met de bestuurlijke integriteit bij die instellingen (onderwijs, zorg) die niet direct gecontroleerd worden door een gekozen volksvertegenwoordiging, wel wat zorgelijker gesteld. Als dat nu zo is, dan zou daar de conclusie uit getrokken kunnen worden dat controle op integriteit (een monitor vanuit de samenleving hierop dus) lijkt te werken, in elk geval een functie heeft.

Ik zei het al, voor zover ik dat kan overzien, valt het met bewuste integriteitsschendingen wel mee. Wat volksvertegenwoordigers en leden van dagelijkse besturen zich echter vaak onvoldoende realiseren, is dat integriteit je kan “overkomen”. Eer je het als gemotiveerd, goedwillend en hardwerkend politicus weet, kom je in de schemerzone van de schijn van belangenverstrengeling terecht. Dit is ook verklaarbaar. Mensen die een politieke ambitie hebben, hebben hiermee ook impliciet de wens om de samenleving te dienen. Zij zijn vaak niet alleen politiek in gemeenteraad, provinciale staten of in hun dagelijkse besturen actief, maar vullen ook verschillende andere rollen in die samenleving die zij vertegenwoordigen. Dit nu brengt het risico van een rolvermenging met zich, en daarmee is dus ook direct het risico gecreëerd van belangenverstrengeling. Als dan in aanmerking wordt genomen dat de schijn van belangenverstrengeling in beginsel (zeker in ambtelijke verhoudingen, waarbij het creëren van de schijn van belangenverstrengeling zelfs kan leiden tot strafontslag), kan leiden tot de conclusie dat er sprake is van een integriteitsschending, kan de conclusie dan ook niet anders luiden dan dat met de keuze voor een politiek ambt dus ook een behoorlijk risico wordt gelopen.

“Integriteit overkomt je”.
Ik gaf het net al aan. Het zijn niet zozeer de bewuste integriteitsschendingen, maar telkenmale die situaties waar gekozen moet worden tussen verschillende loyaliteiten.

Treedt een lid van een gemeenteraad als die in het kader van een subsidievraagstuk moet kiezen voor de vraag welke sportclub gesubsidieerd moet worden, de volleybalclub of de voetbalclub, waarvan hij voorzitter is, op als volksvertegenwoordiger of als belangenbehartiger? Mag hij überhaupt keuzes hierin maken, of maakt hij zich schuldig aan de schijn van belangenverstrengeling als hij de voorkeur voor een voetbalclub uitspreekt? Ook als deze keuze wellicht alleszins legitiem is te achten?   Moet van de volksvertegenwoordiger verwacht worden dat hij in dat soort omstandigheden terughoudendheid betracht en aan beraadslagen niet deelneemt? In dit soort discussies zie je met enige regelmaat dus de vraag oppoppen, om een lelijk nieuw Nederlands woord te gebruiken, of er al dan niet sprake is van een integriteitsschending.

Deze discussies komen vele malen vaker voor dan situaties waarbij er sprake is van een doelbewuste zelfverrijking, corruptie of ander verwijtbaar handelen, waarbij zelfbevoordeling of bevoordeling van gelieerde derden een rol speelt. Een strafrechtelijke benadering, zoals door menigeen bepleit, werkt dan niet. Er is simpelweg geen rol voor de rechter weggelegd.

Dit nu constaterend, dient de vraag beantwoord te worden hoe voor volksvertegenwoordigers het risico van het trappen in de valkuil van een integriteitsschending voorkomen kan worden. De kernwoorden hierin zijn het creëren van besef van de positie en de daarbij behorende risico’s, alsook inzicht in de wijze waarop gehandeld moet worden indien een loyaliteitsconflict, daarmee het risico van belangenverstrengeling en een integriteitsschending, dreigt. Transparantie en goede procedures lijken dan kernbegrippen. Toverwoorden zijn het echter niet.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.